12
5.1 Computertoetsen
HANDLEIDING: Handmatig programma, waarbij u zelf de weerstand kunt veranderen.
PROGRAMMA OMHOOG/OMLAAG: Toont het profiel van elk programma.
GEBRUIK 1/2: Activeer de automatische profielen.
HRC ½: Active de hartslagprogramma's
ENTER: Door deze toets in te drukken kan een functie worden bevestigd.
OMHOOG/OMLAAG: Verhoog/verlaag de waarden en de weerstand. Door langer te drukken wordt
de automatische waardezoeker gestart.
START: Druk op START en de oefening begint.
STOP/RESET: Stopt de oefening. Als u tijdens de oefenmodus op één drukt, wordt de pauzefunctie
gedurende vijf minuten geactiveerd, als u twee keer op de knop drukt, wordt de oefening gestopt.
Als u er drie seconden op drukt, wordt de oefening gereset en wordt het startvenster op het display
weergegeven. tijdens het invoeren van gegevens voor een programma voert de stoptoets een Vorige
scherm of segmentfunctie uit. Hierdoor kunt u teruggaan om de programmeergegevens te wijzigen.
FAN: Activeren of deactiveren van de ventilator
USB-stekker: De stekker is alleen bedoeld voor het opladen van elektronische apparaten!