Dokładnie przestrzegaj wyżej wymienionych zaleceń.
Koszenie rozpoczynaj od miejsca najbliższego do
miejsca podłączenia zasilania. (rysunek 3).
5. SERWIS I KONSERWACJA
OSTRZEżENIE! Przed przystąpieniem do
jakichkolwiek czynności konserwacyjnych lub
przygotowań do składowania odłącz kabel zasila-
nia (źródło zasilania).
Czyszczenie
Pozostałości trawy lub ziemi należy usunąć za pomocą
szczotki lub drewnianej łopatki.
Obudowę należy czyścić regularnie za pomocą
miękkiej szmatki, najlepiej po każdym użyciu.
Uporczywe zanieczyszczenia należy usuwać za pomocą
szmatki zwilżonej w wodzie z mydłem. Nie wolno sto-
sować rozpuszczalników takich jak benzyna, alkohol,
amoniak, itd. tego typu substancje mogą uszkodzić ele-
menty plastikowe.
UWAGA! Nie wolno myć kosiarki pod bieżącą
wodą – szczelność korpusu kosiarki to jedynie
klasa IP 34 (nie jest całkowicie wodoszczelny)!
Konserwacja
Regularnie sprawdzaj zużycie komponentów.
Pogarszanie się jakości koszenia, występujące po
jakimś czasie, może oznaczać, iż ostrza kosiarki się
stępiły.
•Podczas ostrzenia noży kosiarki należy przestrze-
gać następujących zasad:
•Podczas ostrzenia noży należy je stale schładzać,
aby zapobiec ich przegrzaniu
•Noże należy ostrzyć równomiernie ze wszystkich
stron tak, aby zapobiec wibracjom podczas pracy
•Jeżeli zauważysz jakiekolwiek pęknięcia lub szczeli-
ny, nóż należy wymienić na nowy (a także w przy-
padku, gdy powierzchnia noża zmniejszyła się o
ponad 5 milimetrów na skutek zużycia)
Smarowanie
Urządzenie nie wymaga smarowania.
SKłADOWANIE I TRANSPORT
Kosiarkę należy składować w dobrze wentylowanym
pomieszczeniu, w którym temperatura nie spada
poniżej +5°C.
Na czas transportu zaleca się odkręcenie kół, co unie-
możliwi swobodne przemieszczanie się kosiarki.
Podczas transportowania kosiarki na dłuższe dystanse,
zaleca się umieszczenie jej w oryginalnym opakowaniu
producenta.
ZNAJDOWANIE I USUWANIE
USTEREK
Usterka Przyczyna / Rozwiązanie
Urządzenie nie działa Maszyna nie jest prawidłowo włączona /
patrz rozdział 4. Eksploatacja
Kabel uszkodzony / sprawdzić kabel,
wymienić, jeżeli jest uszkodzony
Urządzenie działa z Kabel uszkodzony / sprawdzić kabel,
przerwami wymienić, jeżeli jest uszkodzony
Okablowanie wewnętrzne urządzenia usz-
kodzone / skontaktować się z centrum ser-
wisowym
Trawa koszona jest Sprawdzić wysokość koszenia (koła) / patrz
nieregularnie (słaba jakość) Rozdział 3. Montaż
Ostrze jest tępe / sprawdzić ostrze, naostr-
zyć lub wymienić ostrze
Urządzenie nadmiernie Ostrze nie jest wyważone / sprawdzić ostr-
wibruje ze pod kątem uszkodzeń
Cześć trawy nie trafia Pełen zbiornik na trawę / opróżnić zbiornik
do pojemnika na trawę przed kontynuowaniem pracy
(po skoszeniu leży na Wentylator (patrz lista części zamiennych
trawniku) nr 6) jest uszkodzony / wymienić wentylator
Trawa jest zbyt mokra / kontynuować kos-
zenie po tym jak trawa wyschnie
Usterki
Jeżeli na skutek zużycia wystąpi usterka elementu, pro-
simy skontaktować się z serwisem, którego adres znaj-
duje się na karcie gwarancyjnej.
Spis dostępnych części zamiennych znajduje się na
końcu niniejszej instrukcji obsługi.
ŚRODOWISKO
Aby zapobiec uszkodzeniom podczas transportu,
urządzenie dostarczane jest w pełnym opakowaniu,
które składa się głównie z materiału nadającego się do
wielokrotnego użycia. Dlatego też prosimy rozpatrzyć
opcje wtórnego wykorzystania (recyklingu) tego opak-
owania.
GWARANCJA
Prosimy zapoznać się z warunkami gwarancji znajdują-
cymi się na osobnej karcie gwarancyjnej.
Jeżeli macie jakiekolwiek pytania odnośnie akcesoriów
i/lub baterii (akumulatorów), prosimy skontaktować
się z centrum serwisowym.
Ferm 57
•Schakel de motor in zoals aangegeven in de instructies
en houd uw voeten ver weg van het mes / de messen.
•Til het apparaat niet op bij het inschakelen van de
motor, behalve wanneer dit noodzakelijk is om de
motor te starten. Til hem in dat geval niet verder op
dan absoluut noodzakelijk is en til alleen het deel op
dat van de gebruiker is afgekeerd. Zorg er altijd voor
dat uw beide handen zich in de gebruikspositie bevin-
den, voordat u het apparaat weer op de grond zet.
•Houd handen en voeten uit de buurt van de rond-
draaiende delen. Voor cirkelmaaiers geldt dat u
altijd uit de buurt van het afvoergat moet blijven.
•Draag en til nooit een apparaat op waarvan de
motor nog loopt.
•Trek de stekker uit het stopcontact:
•Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat;
•Voordat u een verstopping verwijdert;
•Voordat u het apparaat controleert, schoon-
maakt of onderhoudt;
•Wanneer u een vreemd voorwerp hebt geraakt.
Inspecteer het apparaat op schade en repareer
zonodig;
•Wanneer het apparaat abnormaal begint te tril-
len (controleer onmiddellijk).
ONDERHOUD EN OPSLAG
•Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven altijd
goed aangedraaid zijn, zodat het apparaat veilig
gebruikt kan worden.
•Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage en
beschadiging.
•Vervang versleten of beschadigde onderdelen; dit is
veiliger.
•Voor cilindermaaiers geldt dat u voorzichtig moet
zijn bij het instellen van het apparaat, zodat uw vin-
gers niet vast komen te zitten tussen bewegende
messen en de vaste delen van het apparaat.
•Voor cirkelmaaiers geldt dat u de messen uitslui-
tend mag vervangen door goedgekeurde andere
onderdelen.
3. MONTAGE
Wij raden u aan de maaier binnenshuis in elkaar te zet-
ten, op een vlakke ondergrond of een op een speciale
werktafel. Bij de montage hebt u een kruiskopschroe-
vendraaier nodig. Controleer eerst of alle delen aan-
wezig zijn (afb. 1)
•Haal de maaier uit de doos en plaats de onderste
delen van de duwstang (5) in de daarvoor bestem-
de openingen in het casco. Til daarna de deksel op
en maak de uiteinden van de duwstang vast in het
casco. Doe dit aan de achterzijde met behulp van
de zelftappende schroeven.
•Bevestig de kabelhaak (10) aan het bovenste deel
van de duwstang (6).
•Bevestig de kabel met twee klemmen aan de duw-
stang van de maaier.
•Plaats het bovenste deel van de duwstang (6) op de
onderste delen (5) en maak ze vast met een
schroef (7) en een moer (8).
•Schroef de wielen vast (11 en 12). Alle wielen moe-
ten op dezelfde hoogte worden vastgemaakt: er
zijn 4 verschillende maaihoogten mogelijk.
•Beide delen van de grasopvangbak (4) dienen in de
daarvoor bestemde openingen te worden gedrukt,
tot u ze hoort vastklikken.
Vervangen van het mes
•Schakel de machine uit en haal de stekker uit het
stopcontact voordat u het mes vervangt.
•Zorg ervoor dat de vleugels van het mes bij het
vastmaken omhoog wijzen.
•Gebruik een 24-vlak- of zeskantsleutel voor het
los- en vastdraaien van het mes.
•Let erop dat de kop van de schroef waarmee het
mes wordt vastgezet van kunststof materiaal is;
daarom mag de kracht die op de schroef wordt uit-
geoefend niet groter zijn dan 10-16 Nm.
•Vervang het mes uitsluitend door een goedgekeurd
ander mes.
4. GEBRUIK
Bediening
De werking van de maaier is gebaseerd op een hori-
zontaal snijdend mes dat is bevestigd aan de verticale
as van de motor. Het mes, dat ronddraait met een
snelheid van zo’n 2800 r/min. snijdt het gras af op de
ingestelde hoogte. Het afgesneden gras wordt in de
opvangbak geworpen via een opening in de achterzijde
van de maaier. Dit gebeurt onder invloed van de cen-
trifugale kracht en de druk die optreedt door het
ronddraaiende mes. Voor dit proces is een juiste posi-
tie van het mes van groot belang.
AAN- en UITschakelen (afb.2)
1. druk met één hand de ronde knop in
2. trek met de andere hand aan de schakelhendel en
houd deze vast
3. laat de ronde knop los
4. houd tijdens het gebruik van de maaier altijd de
schakelhendel vast
5. wanneer u de schakelhendel loslaat, wordt de maai-
er uitgeschakeld
Tips voor gebruikers
Voor het beste resultaat dient het gras regelmatig
gemaaid te worden. De maaier is voorzien van een
grasopvangbak, waardoor u geen gras meer hoeft te
harken.
NB: wanneer u natte planten en gras maait, past er
veel minder in de bak.
Pas op!
•Gebruik de maaier niet voor het maaien van nat
gras!
•Kies de gewenste maaihoogte voordat u het appa-
raat start. Alle wielen dienen op hetzelfde niveau te
zijn ingesteld. Zorg dat de wielassen goed zijn vast-
gezet. Losse wielen kunnen terechtkomen onder
het mes.
•Pas op dat u niet met de maaier over de elektrici-
teitskabel rijdt. Om dit te voorkomen kan de
gebruiker het beste de kabel over een schouder
hangen.
•Bij gebruik van het apparaat dient u de maaier
voorzichtig voor u uit te duwen of achter u aan te
trekken.
12 Ferm