NL
15
Schoonmaken van de behuizing van het
binnenapparaat
Ȝ Maak de behuizing van het binnenapparaat,
indien nodig, enkel met een zachte vochtige
doek schoon.
Ȝ Gebruik voor het schoonmaken geen benzine,
verdunningen, schuurpoeder, poetsmiddel enz.
om een beschadiging van de behuizing en de
elektronica te voorkomen.
Schoonmaken van de luchtfilter van het
binnenapparaat
Vergewis u er zich van dat de luchtfilters schoon zijn.
Vervuilde luchtfilters verminderen het luchtdebiet van
het apparaat. De luchtfilters in het binnenapparaat
dienen maandelijks te worden gecontroleerd en,
indien nodig, gereinigd.
1. Til de frontplaat van het binnenapparaat op tot
de plaat in geopende positie hoorbaar vastklikt
(fig. 10).
2. Til de luchtfilter aan het greepstuk (fig. 11, pos.
A) lichtjes aan om de filter uit de filterhouder te
verwijderen en trek hem dan naar beneden uit.
Verwijder de luchtfilter uit het binnenapparaat
(fig. 12).
3. In de linker luchtfilter is een extra actieve-kool-
filter geïntegreerd. Verwijder de actieve-kool-filter
(fig. 13) uit het bevestigingsframe.
4. Maak de actieve-kool-filter minstens eenmaal per
maand schoon en vervang hem om de 12
maanden.
5. Maak de actieve-kool-filter met een stofzuiger
schoon.
6. Reinig het net van de luchtfilter met een
stofzuiger of was de filter met water uit.
7. Laat de filter daarna op een koele plaats drogen.
8. Zet de actieve-kool-filter terug op zijn plaats.
9. Installeer het bovendeel van de luchtfilter
opnieuw in het apparaat en let er goed op dat de
linker- en rechterrand correct zijn uitgericht.
Installeer dan de filter helemaal (fig. 14).
10. Sluit de frontplaat.
Schoonmaken van de warmtewisselaar van het
binnenapparaat
De warmtewisselaar dient minstens eenmaal jaarlijks
schoon te worden gemaakt. Verwijder daarvoor de
luchtfilters van het binnenapparaat zoals hierboven
beschreven.
Ȝ Verwijder voorzichtig eventueel afgezet vuil van
de warmtewisselaar m.b.v. een stofzuiger of een
borstel met lang haar om een beschadiging van
de ribben van de warmtewisselaar te voorkomen.
Een beschadigde warmtewisselaar heeft hogere
bedrijfskosten tot gevolg.
Ȝ Wees voorzichtig dat u zich aan de kanten van
de ribben niet verwondt.
11. Algemene aanwijzingen
Inbedrijfstelling na langdurig niet-gebruik
Werd de airco een tijdje niet gebruikt, dient u er zich
vóór het inschakelen van te vergewissen dat:
1. geen voorwerpen het buiten- of binnenapparaat
bedekken,
2. het stopcontact waarop het apparaat is
aangesloten naar behoren is geïnstalleerd,
3. de luchtfilters schoon zijn.
Wanneer de airconditioninginstallatie lange tijd niet
gebruikt wordt:
1. Laat eerst de ventilator 3-4 uur draaien, om het
toestel volledig te drogen. Stel daarna de hoogst
mogelijke temperatuur in zolang de ventilator
draait.
2. Zet het toestel uit en trek de stekker uit het
stopcontact.
3. Maak de luchtfilters en de delen van de
behuizing schoon.
4. Ontdoe het buitenapparaat van vuil van welke
aard dan ook.
5. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
De volgende tijdens de werking van het apparaat
zich voordoende gebeurtenissen zijn geen
storingen:
1. Veiligheidsfunctie van de airco, beveiliging van
de compressor
a) De compressor wordt na het herinschakelen van
de airco pas met een vertraging van 3 minuten
automatisch ingeschakeld.
b) Het apparaat beschikt over een speciale functie
die voorkomt dat koude lucht in de
verwarmingsmodus wordt uitgeblazen als de
warmtewisselaar van het binnenapparaat zich in
een van de volgende drie situaties bevindt en de
ingestelde temperatuur nog niet bereikt is:
- Verwarmingsmodus is net gestart.
- Het apparaat is bezig met de ontdooiing.
- Verwarmingsmodus met lage temperatuur.
c) Binnen- en buitenapparaat worden tijdens het
ontdooien uitgeschakeld, apparaat is bezig met
de ontdooiing.
d) Bij lage buitentemperaturen en hoge
luchtvochtigheid kan het buitenapparaat in de
verwarmingsmodus bevriezen. Dit leidt tot een
verminderd verwarmingsvermogen van de airco.
Is dit het geval onderbreekt de airco de
verwarmingsmodus en start hij automatisch de
ontdooiingsmodus. De ontdooiingstijd kan 4 tot