103
% (4%-20mA) Lusstroommeting voor stroomsignalen van 4 - 20 mA in procenten
°C graden Celsius
°F graden Fahrenheit
Ω Ohm (eenheid van elektrische weerstand)
kΩ Kilo ohm (macht 3)
MΩ Mega ohm, (macht 6)
nF Nano-Farad (macht. -9;eenheid van elektrische capaciteit, symbool )
µF Microfarad (macht -6)
mF Millifarad (exp.-3)
Symbool voor het capaciteitsmeetbereik
WARNING! Waarschuwingssymbool bij spanningen >30 V AC en >42 V DC, low imp-functie en
incorrect aangesloten meetkabels
Cosinus-Phi (elektrisch effectieve factor)
Symbool voor gegevensoverdracht (actieve RS232-interface)
Bargraf-balkaanduiding (alleen bij V, A, Ω )
Symbool voor de ingebouwde zekeringen
Meetbedrijf
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan
25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdraden op beschadi-
gingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meetsnoeren mogen niet
meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Pak tijdens het meten de meetsnoeren niet boven de tastbare handgreepmarkerin-
gen vast.
Het meten mag alleen worden uitgevoerd als de batterij- en zekeringsvak volledig
gesloten zijn. Bij een geopend vak zijn alle meetbussen mechanisch tegen insteken
beveiligd.
Er mogen altijd alleen die twee meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn,
die nodig zijn voor de meting. Verwijder om veiligheidsredenen alle niet benodigde
meetsnoeren uit het apparaat.
Metingen in stroomcircuits >50 V/AC en >75 V/DC mogen alleen door elektriciens en
hiervoor aangewezen personeel, die op de hoogte zijn van de van toepassing zijnde
voorschriften en de daaruit volgende gevaren, uitgevoerd worden.
Als „OL“ (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik over-
schreden.