NL Instrument en LCD display
Bloeddrukmeter BW 320
Gebruiksaanwijzing - A.u.b. zorgvuldig lezen!
2 x LR03 , 1.5 V , AA A
1
7
6
5
4
3
2
0
8
9
q
w
e
t z
o
r
u
i
ca. 1 cm
1 2
3
4
b
a
c
NL/FI
MEDISANA GmbH, Jagenbergstraße 19, 41468 NEUSS, Duitsland
eMail: info@medisana.de, Internet: www .medisana.com
Het serviceadres vindt u op het afzonderlijk bijgevoegde blad.
Reglementair gebruik
T egenindicatie
•
Deze volautomatische elektronische bloeddrukmeter is bestemd voor het thuis meten van de bloed-
druk. Het gaat om een niet invasief bloeddrukmeetsysteem voor het meten van de diastolische en
systolische bloeddruk en de pols bij volwassenen met gebruik van oscillometrische techniek door
middel van een om de pols aangebrachte manchet.
•
Het toestel is niet geschikt voor de bloeddrukmeting bij kinderen. V oor het gebruik bij oudere
kinderen dient u het advies van uw arts in te winnen.
Deze bloeddrukmeter is niet geschikt voor personen die aan ernstige aritmie lijden.
•
Algemene oorzaken voor onjuiste metingen
•
•
•
•
•
•
V erklaring van de symbolen
BELANGRIJK
V olg de gebruiksaanwijzing op!
Het niet naleven van deze instructie kan
zware verwondingen of schade aan het
toestel veroorzaken.
W AARSCHUWING
Deze waarschuwingen moeten in acht
genomen worden om mogelijk letsel van
de gebruiker te verhinderen.
OPGELET
Deze aanwijzingen moeten in acht
genomen worden om mogelijke schade
aan het toestel te verhinderen.
AANWIJZING
Deze aanwijzingen geven u nuttige
bijkomende informatie bij de installatie
of het gebruik.
Classificatie van het instrument:
type BF
LOT -nummer
Producent
Productiedatum
Beschermen tegen vocht
Gelieve eerst te controleren of het instrument volledig
is. Bij de levering horen:
• 1 MEDISANA bloeddrukmeter BW 320
• 2 batterijen (type AAA, LR03) 1,5V
• 1 bewaarbox
• 1 gebruiksaanwijzing
Mocht u bij het uitpakken een transportschade vast-
stellen, verzoeken wij u onmiddellijk uw handelaar te
contacteren.
Omvang van de levering
•
•
•
•
Neem voor een meting 5 tot 10 minuten rust en
eet niks, drink geen alcohol, rook niet, voer geen
lichamelijke werkzaamheden uit, sport niet en
neem geen bad. Al deze factoren kunnen het
meetresultaat beïnvloeden.
V erwijder horloges en juwelen van de pols waaraan
gemeten wordt.
Meet altijd aan dezelfde pols (meestal links).
Meet uw bloeddruk regelmatig en dagelijks op
hetzelfde tijdstip, omdat de bloeddruk in de loop
van de dag verandert.
Alle pogingen van de patiënt de arm te
ondersteunen, kunnen de bloeddruk verhogen.
Zorg voor een comfortabele en ontspannen
houding en span tijdens de meting de spieren van
de arm waaraan wordt gemeten, niet aan. Gebruik,
indien nodig, een kussen ter ondersteuning.
Extreme temperaturen, vocht of hoogten kunnen de
prestaties van het toestel beïnvloeden.
Als de pols onder of boven het hart ligt, komt het
tot een foute meting.
Een losse of open manchet veroorzaakt een onjuiste
meting.
Door herhaalde metingen stuwt het bloed in de
pols, wat tot een verkeerd resultaat kan leiden.
Opeenvolgende bloeddrukmetingen moeten worden
uitgevoerd met pauzes van 3 minuten of nadat de
arm zo omhoog is gehouden, dat het opgehoopte
bloed weg kan stromen.
Niet geschikt voor jonge kinderen
(0-3 jaar)!
N L
Le es d e ge br ui ks aa nw ij zi ng , in het bi jz on der de
veiligheidsinstructies, zorvuldig door voordat u het
apparaat gebruikt en bewaar de gebruiksaanwijzing
voor verdergebruik. Als u het toestel aan derden
doorgeeft, geef dan deze gebruiksaanwijzing absoluut
mee.
V eiligheidsinstructies
3
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Het instrument is enkel bedoeld voor particulier gebruik. Mocht u bedenkingen voor de ge-
zondheid hebben, consulteer uw dokter alvorens de bloeddrukmeter te gebruiken. i
Gebruik het instrument alleen als bedoeld in deze handleiding. Als u het instrument aan
zijn eigenlijke bedoeling onttrekt vervalt uw recht op garantie. i
Indien u aan een ziekte lijdt zoals b.v . obliteratieve arteriële ziekte, raadpleegt u best uw
arts voordat u het instrument toepast. i
Het instrument mag niet worden gebruikt om de har frequentie van een pacemaker te con-
troleren. i
Zwangeren moeten de nodige voorzorgs maatregelen en hun individuele belastbaarheid in
acht nemen, raadpleeg, indien nodig, uw dokter . i
Mocht u tijdens een meting last zoals b.v . pijn aan de pols of andere ongemakken onder-
vinden, druk dan op de -toets om de manchet meteen te ontluchten. Maak de
manchet los en neem hem af van de pols. i
W anneer u uw bloeddruk veel te vaak, kort na elkaar meet, kan dat tot ongewenste bij-
werkingen leiden zoals bijvoorbeeld een gekneusde zenuw of bloedstolsels. i
Bloeddrukmetingen - vooral in geval van veelvuldig herhaalde metingen kunnen - voorbij-
gaande - gebruikssporen op de huid achterlaten en/of tot storingen in de bloedsomloop
leiden. Raadpleeg eventueel een arts voor meer informatie. i
Dit toestel is niet bestemd om door personen met beperkte fysieke, sensorische of geeste-
lijke capaciteiten of een gebrek aan ervaring en/of kennis gebruikt te worden, tenzij ze door
een voor hun veiligheid bevoegde persoon gecontroleerd worden of tenzij ze van deze
persoon instructies kregen hoe het toestel gebruikt moet worden. i
Deze bloeddrukmeter is bestemd voor volwassenen. Het gebruik bij zuigelingen en kinder-
en is niet toegestaan. Raadpleeg een arts als u het toestel bij jongeren wilt gebruiken. i
Kinderen mogen het instrument niet gebruiken. Medische producten zijn geen speelgoed!
Bewaar het apparaat buiten het bereik van kinderen. i
Het inslikken van kleine onderdelen, zoals verpakkingsmateriaal, batterijen, het deksel van
het batterijvak, enz. kan leiden tot verstikking. i
V oor het gebruik van het apparaat is de gebruiker verplicht te controleren of het apparaat
veilig en correct functioneert. i
Het toestel mag niet worden gebruikt in een ruimte met hoge stralingsintensiviteit of in de
buurt van toestellen met hoge stralingsintensiteit zoals radiozenders, magnetrons of mo-
biele telefoons. Het mag ook niet gelijktijdig met chirurgische toestellen met hoge frequen-
ties worden gebruikt. Dat zou kunnen leiden tot een slecht functioneren van het toestel of
tot foutieve bloeddrukwaarden. i
Gebruik het apparaat niet in de buurt van brandbaar gas (bijv . verdovingsgas, zuurstof of
waterstof) of brandbare vloeistof (bijv . alcohol). i
Meet uw bloeddruk niet wanneer er tegelijkertijd nog andere metingen worden uitgevoerd
aan het zelfde lichaamsdeel. Deze metingen kunnen immers verstoord worden, resp. uit-
vallen. i
Breng het manchet nooit aan over verwonde huid, bij een bestaande katheteraansluiting
of na een mastectomie. i
Gebruik het toestel uitsluitend na overleg met uw arts in geval van bestaande aritmie! i
V oer geen wijzigingen aan het apparaat uit. i
In geval van storingen mag u het instrument niet zelf herstellen. Laat herstellingen enkel
door geautoriseerde serviceplaatsen uitvoeren. i
Gebruik enkel originele aanvullende- en reserveonderdelen van de fabrikant, aangezien
anders schade aan het toestel of aan personen kan ontstaan. i
Bescherm het instrument tegen vocht. Mocht ooit vocht het instrument binnendringen, dient
u de batterijen onmiddellijk te verwijderen en verdere toepassingen te vermijden. Stelt u
zich in dit geval met uw gespecialiseerde handelaar in verbinding of informeer ons rechts-
treeks. i
Het manchet is delicaat en moet met de nodige omzichtigheid worden behandeld. Pomp de
manchet alleen dan op wanneer ze correct om de pols werd aangelegd. i
Bescherm het toestel tegen vuil, rechtstreeks zonlicht en de gevolgen van extreme hitte
of koude. i
Gebruik in geen geval verdunners (oplosmiddelen) alcohol of benzine om het toestel
schoon te maken. i
Bescherm het apparaat tegen harde klappen en laat het niet vallen. i
V erwijder de batterijen, als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
•
•
•
•
•
•
•
•
1
2
3
4
5
6
7
8
9
q
0
w
e
r
z
t
u
Instrument en LCD display
LCD-weergave (display) -toets (tijd / datum) -toets (AAN/UIT)
-toets (opslag) Polsmanchet Batterijvak-deksel
Bloeddrukindicator (groen - geel - oranje - rood) Gebruikersgeheugen 1/2
Weergave tijd/datum Indicatie van de systolische druk
Meeteenheid Indicatie van de diastolische druk Aritmiewaarschuwing
(hartrimestoornis) Weergave van de polsfrequentie Symbool batterijwissel
Opslagnummer Opslagsymbool Polssymbool
Bloeddrukindicator
i
o
M
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BETREFFENDE DE BA TTERIJEN
Batterien niet uit elkaar halen! i
V ervang de batterijen, zodra het batterijsymbool in het display verschijnt. i
V erwijder zwakke batterijen onmiddellijk uit het batterijvak, omdat deze kunnen leeglop-
en en het apparaat kunnen beschadigen! i
V erhoogd uitloopgevaar , contact met huid, ogen en slijmhuid vermijden! Bij contact met
accuzuur de betreffende plaatsen onmiddellijk met overvloedig helder water spoelen en
onmiddellijk een arts opzoeken! i
Mocht er een batterij ingeslikt zijn, dan moet onmiddellijk een arts opgezocht worden! i
Altijd alle batterijen tegelijk vervangen! i
Alleen batterijen van hetzelfde type gebruiken, geen verschillende types of gebruikte en
nieuwe batterijen door elkaar gebruiken! i
Plaats de batterijen correct, neem de polariteit in acht! i
V erwijder de batterijen als u het apparaat minstens 3 maanden niet meer gebruikt. i
Batterijen uit de buurt van kinderen houden! i
Batterijen niet heropladen! Er bestaat explosiegevaar! i
Niet kortsluiten! Er bestaat explosiegevaar! i
Niet in het vuur werpen! Er bestaat explosiegevaar! i
Geef verbruikte batterijen en accu's niet met het gewone huisvuil mee, maar met het
speciale afval of in een batterijverzamelstation in de vakhandel!
Classificatie volgens de WHO
Deze cijfers zijn vastgelegd door de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) los van de leef-
tijd.
2
p
/
Bloeddruk is de druk die door elke hartslag in de vaten ontstaat. Wanneer het hart samen-
trekt (= systole) en bloed naar de arteriën pompt, leidt dit tot het stijgen van de druk. De
hoogste waarde van deze druk wordt systolische druk genoemd en gedurende een bloed-
drukmeting als eerste waarde gemeten.Wanneer de hartspier verslapt om nieuw bloed op
te nemen, neemt ook de druk af in de arteriën. W anneer de vaten ontspannen zijn, wordt de
tweede waarde - de diastolische druk gemeten.
W at betekent bloeddruk?
Beïnvloeding en analyse van de metingen
•
Meet meermalen uw bloeddruk, sla de resultaten op en vergelijk de deze vervolgens on-
der elkaar . Trek geen conclusie opgrond van een enkel resultaat. i
Uw bloeddrukwaarden dienen altijd door een arts te worden beoordeeld die vertrouwd is
met uw medische voorgeschiedenis. Als u het instrument regelmatig gebruikt en de
waarden registreert voor uw arts, informeer dan uw arts regelmatig over het verloop. i
Houd tijdens bloeddrukmetingen rekening ermee dat de dagelijkse waarden van vele
factoren afhankelijk zijn. Factoren zoals roken, alcohol, medicijnen en lichamelijk werk
beïnvloeden de meetwaarden op verschillende manier . i
Meet uw bloeddruk voor de maaltijden. i
Rust minstens 5-10 minuten voordat u uw bloeddruk meet. i
Neem, als u een buitengewone (te hoge of te lage) systolische of diastolische waarde van
de meting constateert, hoewel het instrument op de juiste manier is gebruikt, contact op
met uw arts, indien deze waarde ook na een aantal metingen blijft verschijnen. Dit geldt
ook voor de zeldzame gevallen dat door een onregelmatige of zeer zwakke pols de
meting wordt verhinderd.
•
•
•
•
•
V oor het Gebruik
Het plaatsen/vervangen van de batterijen
Alvorens u het toestel kunt gebruiken, moet u de meegeleverde batterijen in het toestel
inbrengen. Aan de linkerkant van het toestel bevindt zich het deksel van het batterijvakje .
Open dit deksel en plaats de 2 meegeleverde 1,5V batterijen, type AAA LR03 in het vakje. Let
erop dat u de polariteit respecteert (zoals gemarkeerd in het batterijvakje). Sluit het
batterijvakje weer. V ervang de batterijen onmiddellijk, wanneer het symbooltje voor het
vervangen van de batterijen op de display verschijnt of wanneer er op de display
niets wordt aangegeven, nadat het toestel ingeschakeld werd.
Instellen van de datum en het uur
Nadat u de batterijen in het toestel hebt ingebracht, moet u de datum en het uur correct
instellen. Om naar de instellingsmodus te gaan, moet u de -toets gedurende ca. 3
seconden ingedrukt houden. V ervolgens knippert Gebruikersgeheugen 1 of 2 . Druk nu op
de -toets om het jaar correct in te stellen. Stel het knipperende jaartal in met de -toets
en druk dan opnieuw op de -toets om de invoer te bevestigen. Het toestel schakelt
nu over naar de instelling van de maand. Ga op dezelfde manier te werk voor de instelling van
de maand, de dag, het uur en de minuut. Nadat u de minuten heeft ingesteld, is de
instellingsprocedure afgesloten. Dan verschijnt heel kort de datum van vandaar en het huidige
uur . Wil u later dat de datum getoond wordt drukt u kort op de - toets . Wanneer de
batterijen vervangen worden, gaan de instellingen verloren en moet u deze opnieuw invoeren.
W AARSCHUWING
T e lage bloeddruk betekent net zo’n gezondheidsrisico als hoge
bloeddruk! Aanvallen van duizeligheid kunnen leiden tot
gevaarlijke situaties (b.v . op trappen of in het verkeer)!
6
t
2
1
2
8
4
M
2
2
Instelling van het gebruikersgeheugen
De MEDISANA bloeddrukmeter BW 320 biedt de mogelijkheid om de gemeten waarden toe te
wijzen aan twee verschillende geheugens. In elk geheugen staan 120 nummers ter
beschikking. Om het gebruiksgeheugen te kiezen drukt u op de -knop en houdt u deze
ongeveer 3 seconden ingedrukt. Het gebruiksgeheugen 1 of 2 wordt verlicht. Door te
drukken op de -knop kan het gebruiksgeheugen ( of ) worden gekozen. De
keuze wordt bevestigd door op de -knop te drukken. Deze keuze wordt door het
apparaat opgeslagen en bij de volgende meting resp. gegevensopslag gebruikt - zo lang tot
een ander gebruikersgeheugen gekozen wordt.
4
M
3
8
2
1.
2.
3.
Brengt u de schone manchet op de linker onbedekte pols aan, met de handpalm naar
boven (afb. 1 ). i
De afstand tussen manchet en handpalm moet ca. 1 cm bedragen (afb. 2 ).
Bindt u de klittenband vast om uw pols, echter niet te vast, om het meetresultaat niet te
verstoren (afb. 3 ).
W AARSCHUWING
Neem op grond van een zelfmeting geen therapeutische maatregelen.
V erander nooit de dosering van een door de dokter voorgeschreven
geneesmiddel.
De bloeddruk meten
Nadat u de manchet correct heeft omgedaan, kunt u met de meting beginnen.
1.
2.
3.
4.
Druk op de -toets , om de meting te starten. i
Het toestel pompt automatisch de manchet op, om uw bloeddruk te meten. De stijgende
druk wordt getoond op de display . i
Het instrument blijft de manchet oppompen tot een voor de meting voldoende druk is
bereikt. V ervolgens laat het instrument de lucht langzaam af uit de manchet en voert het
de meting uit. Zodra het apparaat een signaal registreert, begint het polssymbool i
in het display te knipperen. i
Als de meting is voltooid, weerklinkt er een lange pieptoon en wordt de manchet ont-
lucht. De systolische en diastolische bloeddruk alsmede de polswaarde verschijnen op
het display . Overeenkomstig de bloeddrukclassificatie volgens de WHO verschijnt
de bloeddrukindicator naast de bijbehorende gekleurde balk. Als het apparaat een
onregelmatige pols vaststelt, verschijnt bovendien het Aritmie-display .
De correcte meetpositie
Neemt u tijdens de meting ergens plaats. i
Ontspan uw arm en steun deze losjes bijv . op een tafel. i
T il uw pols zover op, dat de drukmanchet zich ter hoogte van het hart bevindt (afb. 4 ,
positie a = te hoog, b = juist, c = te gering). i
Blijf rustig tijdens de meting: beweeg en spreek niet, omdat hierdoor de meetresultaten
worden beïnvloed.
•
•
•
•
3
1
e
i
o
Aanleggen van de manchet
5.
6.
De gemeten waarden worden automatisch opgeslagen in het gekozen geheugen ( i
of ). In ieder geheugen kunnen maximaal 120 meetwaarden met datum en tijd wor-
den opgeslagen. i
De meetresultaten blijven op het beeldscherm staan. Als er geen toets meer wordt in-
gedrukt, schakelt het apparaat na ca. 3 minuten automatisch uit. Het apparaat kan ook
met de -toets worden uitgeschakeld.
3
De meting afbreken
Als het nodig is, om wat voor reden dan ook, de bloeddrukmeting af te breken (bijv . on-
passelijkheid van de patiënt), kan te allen tijde de -toets worden ingedrukt. Het
apparaat ontlucht de machet onmiddellijk automatisch.
3
Het weergeven van de opgeslagen waarden
Dit instrument beschikt over 2 aparte geheugens met een capaciteit van 120 geheugen-
plaatsen per geheugen. De resultaten worden automatisch in het geselecteerde geheugen
opgeslagen. Wanneer u nu op de -toets drukt, verschijnen de gemiddelde waarden van
de laatste 3 metingen van deze gebruiker op de display . W anneer u op de -toets blijft
drukk en, versch ijne n d e w aarde n v an de laats t o pgesl agen meti ng, same n me t het
opslagsymbool „MR “ en de geheugenplaats nummer "1 " . Wanneer u blijft drukken op
de -toets worden telkens de voorgaande meetwaarden getoond (MR2,MR3, enz. ).
W anneer u bij de laatste invoering aanbeland bent en u drukt op geen enkele toets, dan wordt
het toestel, in de geheugenoproepmodus, na ongeveer 3 minuten automatisch uitgeschakeld.
U kunt de geheugenoproepmodus te allen tijde verlaten door op de -toets te drukken.
W anneer er 120 meetwaarden opgeslagen werden, en er een nieuwe waarde opgeslagen
wordt, wordt de oudste waarde gewist, daarbij verschijnt dan kort de aanduiding "Ful ".
M
4
M
z
M
u
3
4
4
Wissen van het geheugen
W anneer u zeker weet dat alle opgeslagen meetwaarden van een gebruiker permanent
mogen worden gewist, drukt u dan gedurende ongeveer 5 seconden op de -toets ,
totdat er CL op de display verschijnt. Laat de toets los. Druk nu nog een keer op de -
toets om het wissen te bevestigen.
Foutmeldingen
Bij ongebruikelijke metingen verschijnen volgende aanduidingen op de display:
M
4
M
4
ERR1 Er werd geen polsslag gevonden.
ERR2 Er werd bewogen of gesproken tijdens het meten.
ERR3 Het oppompen duurt te lang. De manchet werd waarschijnlijk niet correct
aangebracht.
ERR5 De systolische en de diastolische druk wijken te sterk van elkaar af. Meet
opnieuw . Wanneer u voortdurend ongebruikelijke meetresultaten krijgt,
neemt u dan contact op met uw arts.
Symbool Oorzaak
Reiniging en onderhoud
V erwijder de batterijen voordat u het instrument reinigt. Maak het instrument en de manchet
met een zachte doek schoon dat u met een mild zeepsop lichtjes bevochtigt. Gebruik in geen
geval bijtende reinigingsmiddelen, alcohol, nafta, verdunners of benzine, enz. Dompel noch
het apparaat, noch eventuele accessoires onder water . Let op dat er geen vocht in het appa-
raat dringt. Gebruik het instrument pas nadat het volledig droog is. i
Het manchet mag alleen opgeblazen worden als het op de pols is bevestigd. Stel het instru-
ment niet bloot aan de felle zon en bescherm het tegen vuil en vocht. Stel het apparaat niet
bloot aan extreme hitte of kou. Als u het apparaat niet gebruikt, bewaar het dan in de be-
waarbox. Bewaar het apparaat op een schone en droge plaats.
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak en oplossingen
Geen aanduiding ofschoon
het toestel ingeschakeld is en
de batterijen aanwezig zijn
Meting kan niet worden uit-
gevoerd of de meting is
foutief
Elke meting levert sterk van
elkaar afwijkende meet-
resultaten op
De gemeten resultaten
wijken sterk af van de
waarden die door de arts
gemeten werden.
Mogelijk zijn de batterijen leeg. Plaats nieuwe batterijen en
let daarbij op de polariteit. Controleer of het toestel beschadigd
is. Neem in gebeurlijk geval contact op met de klantendienst.
Leg de manchet correct aan. Meet opnieuw na een rust-
pauze van 30 minuten. T ijdens het meten niet spreken of
bewegen.
Herhaal de meting op de juiste manier na een pauze van 30
minuten. Neem alle aanwijzingen in acht die in deze hand-
leiding gegeven worden voor een correcte meting, alsook de
aanwijzingen betreffende de algemene oorzaken van foutieve
metingen. Lichtjes afwijkende resultaten zijn volkomen
normaal, aangezien de bloeddruk aan voortdurende
schommelingen onderhevig is.
Sla de gemeten waarden op en bespreek ze met uw arts. Het
is niet ongebruikelijk, dat waarden die niet bij u thuis werden
gemeten, sterk afwijken.
W anneer u een probleem niet op kunt lossen, dient u contact op te nemen met de
fabrikant. Neem het apparaat niet zelf uit elkaar .
Afvalbeheer
Dit apparaat mag niet samen met het huishoudelijk afval worden aangeboden. Iedere
consument is verplicht, alle elektrische of elektronische apparaten, ongeacht of die
schadelijke stoffen bevatten of niet, bij een milieudepot in zijn stad of bij de handelaar
af te geven, zodat ze op een milieuvriendelijke manier kunnen worden verwijderd.
Haal de batterijen uit het apparaat voordat u het apparaat verwijdert. Gooi gebruikte
batterijen niet bij het huisvuil, maar breng deze naar de daarvoor bestemde afvalverwerking
of lever deze in bij een speciaal daarvoor bestemd inzamelstation bij de supermarkt of
elektrawinkelier . Wendt u zich betreffende het afvalbeheer tot uw gemeente of handelaar .
Richtlijnen / normen
Deze bloeddrukmeter beantwoordt aan de eisen van de EU-norm voor nietinvasieve bloed-
drukmeetinstrumenten. Het is gecertificeerd volgens de EGrichtlijnen en voorzien van het
CE-merk (conformiteitsmerk) ”CE 0297”. De bloeddrukmeter beantwoordt aan de Europese
voorschriften EN 60601-1, EN 60601-1-2, EN 60601-1-1 1, EN 80601-2, EN 1060-1, EN
1060-3 en EN 1060-4. Aan de eisen van de EU-richtlijn "93/42/EWG van de raad van 14
juni 1993 betreffende medische producten“ is voldaan.
Elektromagnetische verdraagbaarheid: Richtlijnen en verklaring van de fabrikant
(Stand 16.1 1.2017)
Harmonische trillingen
volgens IEC 61000-3-2
Spanningsschommel-
ingen / flikkering
volgens IEC 61000-3-3
niet van
toepassing
Elektromagnetische storingsemissie
Het bloeddrukmeettoestel is voor het gebruik in de onderaan vermelde
elektromagnetische omgeving bestemd. De klant of gebruiker van het
bloeddrukmeettoestel moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke
omgeving gebruikt wordt.
Het bloeddrukmeettoestel is voor het gebruik in de onderaan vermelde
elektromagnetische omgeving bestemd. De klant of gebruiker van het
bloeddrukmeettoestel moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke
omgeving gebruikt wordt.
Elektromagnetische storingsimmuniteit
De kwaliteit van de
voedingsspaning moet met
deze van een typische
bedrijfs- of ziekenhuisogeving
overeenkomen.
Snelle elektrische
transiënten
en lawines
IEC 61000-4-4
±2 kV voor
netleidingen
±1 kV voor
ingangs- /uit-
gangsleidingen
Stootspan
ningen
IEC 61000-4-5
±1 kV balans-
spanning
±2 kV
sperspanning
De kwaliteit van de voedings-
spaning moet met
deze van een typische
bedrijfs- of ziekenhuisogeving
overeenkomen. Als de
gebruiker van het bloeddruk-
meettoestel ook bij het op-
treden van onderbrekingen
van de energievoorziening
een voorgezette werking
vereist, wordt aanbevolen
om het bloeddrukmeettoestel
uit een onderbrekingsvrije
stroomvoorziening of een
batterij te voeden.
Spannings -
vallen, kort-
stondige
onderbrekingen
en schommelingen
van de
voedingsspanning
volgens
IEC 61000-4-1 1
<5% U (>95%
T
spanningsval)
voor 1/2
periode; <5%
U (>95%
T
spanningsval)
voor 1 periode
70% U
T
(30% span-
ningsval) voor
25/30 perioden
<5% U
T
(>95% span-
ningsval)
voor 5/6 s
OPMERKING: U = het onderste dode punt is de netwissel-
T
spanning voor de toepassing van het testpeil.
HF straling
CISPR 1 1
Klasse B
Het „bloeddrukmeettoestel”
gebruikt HFenergie uitsluitend
voor zijn interne functie.
Daarom is zijn HF-uitzending
heel gering en is het onwaar-
schijnlijk dat elektronische
toestellen in de omgeving
gestoord worden.
Het „bloeddrukmeettoestel” is
bestemd voor het gebruik in alle
inrichtingen, inclusief woonzones
en zones die onmiddellijk op
een openbaar laagspanningsnet
aangesloten zijn, dat ook
gebouwen verzorgt die voor
woondoeleinden gebruikt
worden.
Storingsemissie-
metingen
Conformiteit
Elektromagnetische
omgeving - Richtlijn
HF straling
CISPR 1 1
Groep 1
Vloeren moeten uit hout of uit
beton zijn of bestaan uit
keramische tegels.
Indien de vloer uit kunststof-
materialen bestaat, moet de
relatieve vochtigheid ten
minste 30% bedragen.
Elektromagnetische
omgeving – Richtlijnen
Storings-
immuniteit -
controles
IEC 60601-
controle-
pegel
Conformiteit-
pegel
Ontlading
statische
elektriciteit
(ESD) volgens
IEC 61000-4-2
±8 kV contact-
ontlading
±2 kV/ ±4 kV/
±8 kV/ ±15 kV
luchtontlading
±8 kV contact-
ontlading
±2 kV/ ±4 kV/
±8 kV/ ±15 kV
luchtontlading
Magneetveld bij
de voedingsfre-
quentie (50/60 Hz)
volgens
IEC 61000-4-8
niet van
toepassing
niet van
toepassing
niet van
toepassing
niet van
toepassing
m
W
d=1.2 P d=1.2 P d=2.3 P
0.12
0.38
1.2
3.8
12
0.01
0.1
1
10
100
Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare en mobiele
HF-communicatietoestellen en het „bloeddrukmeettoestel”
0.12
0.38
1.2
3.8
12
0.23
0.73
2.3
7.3
23
Elektromagnetische storingsimmuniteit
Het bloeddrukmeettoestel is voor het gebruik in de onderaan vermelde
elektromagnetische omgeving bestemd. De klant of gebruiker van het
bloeddrukmeettoestel moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke
omgeving gebruikt wordt.
a
b
a.
b.
Benaming en model
Weergavesysteem
Geheugenplaatsen
Meetmethode
V oeding
Meetbereik bloeddruk
Meetbereik pols
Maximale meetafwijking van de statische druk
Maximale meetafwijking van de polswaarden
Drukopwekking
Lucht aflaten
Autom. uitschakeling
Operationele voorwaarden
Opslagvoorwaarden
Manchet
Afmetingen (apparaateenheid)
Gewicht
Artikel-nummer
EAN-nummer
MEDISANA BW 320bloeddrukmeter
digitale weergave
2 x 120 voor meetgegevens
oscillometrisch
3 V=, 2 x 1,5 V batterijen AAA LR03
30 – 280 mmHg
40 – 200 polsslagen/min.
± 3 mmHg
± 5 % van de waarde
automatisch door pomp
automatisch
na ca. 3 min.
+5 °C tot+40 °C, 15 tot 85 % max. relat. luchtvochtigheid
-10 °C tot +55 °C, 10 tot 95 % max. relat. luchtvochtigheid
12,5 - 21,5 cm voor volwassenen
ca. 75 x 64 x 29 mm (L x B x H)
ca. 1 17 g zonder batterijen
51074
40 15588 51074 8
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
T echnische gegevens
In het kader van onze voortdurende inspanningen naar verbeteringen, behouden
wij ons het recht voor om qua vormgeving en op technisch gebied
veranderingen aan ons product door te voeren.
Bij het gebruik van draagbare en mobiele hoog-
frequente communicatietoestellen mag de aan-
bevolen afstand tot elk deel van het „bloeddruk-
meettoestel” (inclusief van de kabels), die aan de
hand van de op de frequentie van de zender van
toepassing zijnde vergelijking berekend werd,
niet onderschreden worden.
Elektromagnetische
omgeving – Richtlijnen
Geleide HF-
storingen
volgens
IEC 61000-4-6
Gestraalde
HF-storingen
volgens
IEC 61000-4-3
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet van toepassing in alle gevallen. De mate van elektromag-
netische verspreiding wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van gebouwen, objecten en mensen.
Geadviseerde beschermingsafstand:
waarbij P het maximale uitgangsvermogen in watt (W) is
volgens de zenderproducent en d de aanbevolen be-
schermingsafstand in meters (m) vertegenwoordigd.
De veldsterkte van vaste radio-zenders moet bij alle
frequenties aan de hand van een onderzoek ter plaatse
minder zijn dan het conformiteitsniveau .
In de buurt van apparaten met het
volgende teken, treden mogelijke
storingsproblemen op:
Storingsi-
mmuniteit -
controles
IEC 60601-
controle-
pegel
Conformiteit-
pegel
De veldsterktes van stationaire zenders, zoals bijv . basisstations van radiotelefoons (gsm’s/
draadloze telefoons) en mobiele radiodiensten, amateurstations, AM- en FM-radio- en televisie-
zenders, kunnen theoretisch niet precies voorbestemd worden. Een onderzoek van de plaats
van gebruik van elektromagnetische toestellen moet in overweging genomen worden om de door
hoogfrequente zenders opgewekte elektromagnetische omgeving te beoordelen. Als de vastge-
stelde veldsterkte op de standplaats van het bloeddrukmeettoestel het hierboven opgegeven
overeenstemmingspeil overschrijdt, dan moet het „bloeddrukmeettoestel” op zijn normale werking
bewaakt worden. Als ongewone prestatiekenmerken vastgesteld worden, kan het nodig zijn om
bijkomende maatregelen te nemen, zoals bijv . het opnieuw instellen van het toestel.
In het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder dan [V1] 3 V/m
bedragen.
Het „bloeddrukmeettoestel” is voor het gebruik in een elektromagnetische
omgeving bestemd waarin gestraalde HF-storingen gecontroleerd worden.
De klant of gebruiker van het „bloeddrukmeettoestel” kan helpen om
elektromagnetische storingen te verhinderen door de onderaan vermelde
aanbevolen minimumafstanden tussen draagbare en mobiele HF-
communicatietoestellen (zenders) en het „bloeddrukmeettoestel”
afhankelijk van het maximale uitgangsvermogen van de communicatie-
toestellen in acht te nemen.
150 kHz - 80 MHz 80 MHz - 800 MHz 800 MHz - 2.5 GHz
Beschermingsafstand, afhankelijk van de zendfrequentie
Nominale
vermogen
van de zender
V oor zenders waarvan het maximale nominale vermogen in de bovenstaande
tabel wordt vernoemd, kan de aanbevolen beschermingsafstand d in meters (m)
aan de hand van de toepassing van de vergelijking worden vastgesteld, die voor
de respectieve kolom, waarbij P het maximale nominale vermogen van de
zender in watt (W) is, volgens de zenderproducent.
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet van toepassing in alle
gevallen. De mate van elektromagnetische verspreiding wordt beïnvloed
door absorptie en reflectie van gebouwen, objecten en mensen.
Garantie- en reparatiebepalingen
De actuele versie van deze gebruiksaanwijzing vindt u op www .medisana.com
Neem in het geval van garantie contact op met uw speciaalzaak of met de klanten-
service. Indien u het apparaat op moet sturen, geef dan het defect aan en voeg
een kopie van de kwitantie bij. Hierbij gelden de volgende garantievoorwaarden:
1. V oor de producten van MEDISANA geldt een garantietermijn van 3 jaar vanaf
de datum van aankoop. Deze kan door middel van de verkoopbon of factuur
worden aangetoond.
2. Alle klachten, die het gevolg zijn van materiaal- en/of fabricagefouten worden
binnen de garantietermijn kosteloos verholpen.
3. Een geval van garantie leidt niet tot automatische verlenging van de garantie-
termijn, noch voor het apparaat zelf noch voor de vervangbare onderdelen.
4. Uitgesloten van garantie zijn:
a. Alle schade die ontstaan is door ondeskundige behandeling, b.v . het niet op
de juiste wijze volgen van de gebruiksaanwijzing
b. Beschadigingen, die zijn ontstaan door reparaties door de koper of een
ander onbevoegd persoon.
c. T ransportschade, die is ontstaan op weg van de verkoper naar de verbruiker
of tijdens het opsturen naar de klantendienst.
d. T oebehoren, die onderhevig zijn aan slijtage.
5. De fabrikant neemt geen verantwoording voor directe of indirecte vervolgschade
die door het apparaat veroorzaakt wordt. Ook niet als de schade aan
het apparaat als garantiegeval erkend is.
51074 04/2019 V er. 1.3
30 A/m 30 A/m
De kwaliteit van de
voedingsspaning moet met
deze van een typische
bedrijfs- of ziekenhuisogeving
overeenkomen.
1/2
d=[3,5/V ] x P
1
1/2
d=1.2 x P 80 MHz - 800 MHz
1/2
d=2.3 x P 800 MHz - 2,7 GHz
3 V
rms
150 kHz -
80 MHz
6 V
rms in
ISM bands
10 V/m
80 MHz -
2,7 GHz
niet van
toepassing
niet van
toepassing
10 V/m
80 MHz -
2,7 GHz
385MHz-5785MHz
testspecificatie
voor huisvesting verbinding
Immuniteit voor HF
draadloze transmissie
uitrusting (zie
T abel 9 / IEC 60601-
1-2: 2014)