6.0 Weergave bij trainingsonderbreking of -einde
ndien u niet sneller fietst als 20 pedaalomwentelingen per minuut, dan her-
kent de elektronica een trainingsonderbreking en worden de trainingsgege-
vens weergegeven en niet de teruggetelde vastgelegde waarden. Bij snel-
heid (km/h), pedaalomwentelingen (RPM) en polsfrequentie (Pulse) worden
de gemiddelde waarden d.m.v. het Ø -symbool (a) weergegeven (Afbeel-
ding 31).
Blijven de programmasymbolen staan, kunt u herkennen dat er nog voorpro-
grammeerwaardes aanwezig zijn. Wisselt het programmasymbool naar
countup, kunt u herkennen dat de voorprogrammeerwaardes terugtellen resp.
niet ingegeven werden.
Alleen bij het HRC-programma kunnen de waardes op- of teruggeteld zijn.
n het grafiekenveld wordt “polsslag” en de actuele polsslag (of “P” bij niet
actieve polsslagmeting) getoond.
De trainingsgegevens worden 4 minuten lang weergegeven. Drukt u in deze
ijd niet op een toets en trapt u niet, schakelt de computer in de standby-mo-
dus met kamertemperatuurweergave (afbeelding 1). Daarbij worden de kilo-
meters opgeslagen. Alle andere waardes niet. De SET of +/- toetsen wisselt
n de trainingswaarde-weergave.
7.0 Weergave bij voortzetten van de training
Begint u met trappen. De waardes tellen verder.
8.0 Herstelpolsmeting
De trainingscomputer is met een herstelpols-functie uitgerust. Deze maakt
het mogelijk uw herstelpolsslag te meten. Druk bij trainingeinde op de
recovery-toets (8). De actuele polsslagwaarde wordt onder km/h (4)
overgenomen (afbeelding 32).
De computer meet 60 seconden teruglopend uw polsslag.
Daarna wordt de actuele polsslagwaarde onder KM (5) overgenomen
en onder WATT (6) wordt het verschil van de polsslagwaardes tijdens
het terugtellen getoond.
Onder rec wordt een conditiecijfer met (f) weergegeven. (afbeelding 33).
Afbeelding 32 Afbeelding 33
Weergave tijdens het teruglopen Weergave na het teruglopen
van de tijd van 60 seconden van de tijdvan 60 seconden.
De berekening wordt onder punt 9 fitnesscijferberekening uitgelegd.
Wordt de polsslagmeting onderbroken of gestoord, wordt in plaats van
een waarde “error” weergegeven (afbeelding 34). Wordt bij begin van
recovery geen polsslagsignaal gemeten, start de herstelpolsmeting niet.
Aanwijzing
Om het zware vliegwiel te stoppen, wordt tijdens de recovery-functie de
remwerking geleidelijk opgevoerd tot stilstand. Is er geen polsslagsignaal,
wordt er toch geremd. De recovery-weergave verdwijnt automatisch na 10
seconden. Daarna verschijnt de weergave van de bereikte trainingswaar-
des en gemiddelde waardes (afbeelding 31). Evenals de “error”-weergave,
echter alleen bij stilstand van het vliegwiel. Verlaat u de recovery-functie,
wordt de eerder ingegeven prestatie weer ingesteld.
9 Algemeen
Remgedrag
De elektromagnetische wervelstroomrem genereert de remwerking onaf-
hankelijk van het toerental, zodat het remvermogen onafhankelijk van het
aantal pedaalomwentelingen (RPM) constant gehouden wordt.
Pijlen ▲▼:
Vermogensbereik van de ergometer
Indien het ingestelde vermogen door het momentele aantal pedaalom-
wentelingen niet instelbaar (bijv.: 400 W bij 50 RPM - buiten het grijze
bereik), dan wordt een overeenkomstige richtingspijl (a) naast het actue-
le aantal pedaalomwentelingen (2) weergegeven.
Het hierboven afgebeelde diagram dient alleen ter verduidelijking van
een vermogensbereik. Indien een vermogen niet met het actuele aantal
pedaalomwentelingen bereikt kan worden, verschijnt een naar boven ▲
of naar beneden ▼ gerichte pijl voor vergroting of vermindering van het
aantal pedaalomwentelingen.
Snelheidsberekening
60 pedaalomwentelingen resulteren in een snelheid van 21,3 km/h.
Kilojouleberekening
Het vermogen wordt in Watt (momentele vermogen) en de tijd in secon-
den ingegeven. De factor 4 resulteert uit de effectiviteit van de mens van
circa 25%.
Fitnesscijferberekening
De computer berekent en beoordeelt het verschil tussen de polsfrequentie
bij belasting en de polsfrequentie bij herstelling en uw hieruit resulteren-
de "fitnesscijfer" volgens de volgende formule:
Cijfer ( F ) = 6 —
(
10 x ( P1 — P2 )
)
2
P1
P1 = polsfrequentie bij belasting
P2 = polsfrequentie bij herstelling
Cijfer 1 = zeer goed cijfer 6 = onvoldoende
De vergelijking van polsfrequentie bij belasting en herstelling is een een-
voudige en snelle mogelijkheid, de fysieke fitness te controleren. Het fitn-
esscijfer is een oriëntatiewaarde voor uw herstellingsvermogen na fysieke
belastingen. Voordat u de polsfrequentie-herstellings-toets (8) bedient en
uw fitnesscijfer berekent, dient u gedurende een langere periode, d.w.z.
ten minste 10 minuten, in uw belastingsbereik te trainen. Bij deze regel-
matige conditie-training zult u vaststellen, dat uw "fitnesscijfer" beter
wordt.
Berekening gemiddelde waarden
Voor de berekening van de gemiddelde waarden van het aantal pedaa-
lomwentelingen, de snelheid, het vermogen en de polsfreuentie wordt met
alle trainingsintervallen rekening gehouden, totdat het display Temperatuur