22
WEERGAVEWAARDES
Veld Weergave Bereik Stappen
INCLINE (%) XX 0 - 12 1
SPEED (km/h) XX.X 0.8 – 16.0 0.1
SPEED (mph) XX.X 0.5 – 10.0 0.1
CALORIES (kcal)XXXX 1-9999 1
PULSE (bpm) XXX 50-240 1
TIME (min:sec) XX:XX 0:01 – 99:59 00:01
DISTANCE (km) XX.X 0.01 – 99.99 0.01
DISTANCE (mile)XX.X 0.01 – 99.99 0.01
HELLINGSHOEKINSTELLING
Met de INCLINE toets (+) wordt de hellingshoek met 1 % verhoogd.
Met de INCLINE toets (-) wordt de hellingshoek met 1 % verlaagd.
Langer indrukken van deze toetsen leidt tot een automatische
waardedoorloop.
Als toevoeging aan de hellingshoektoetsen op de computer is er
een INCLINE toets (+) en een INCLINE toets (-) aan de linker
handrail. (im Originaltext steht 2x + Taste)
Om veiligheidsredenen kan de hellingshoek uitsluitend manueel
ingesteld worden. Een uitzondering zijn de volgende vier pro-
gramma’s: P3, P4, P5 = (hellingshoekprogramma) en P9 = HRC
(hartfrequentiecontroleprogramma) door snelheid en hellings-
hoek. In deze programma’s wordt de hellingshoek automatisch
versteld. Het is alleen mogelijk de hellingshoek in de runmodus
te verstellen. De hellingshoek gaat na gebruik van de START
toets automatisch naar de basisinstelling.
PROGRAMMAKEUZE
Is de loopband gereed voor training (knippert het hart in de
DOT Matrix), kunt u met de PROGRAM toets verschillende pro-
gramma’s kiezen.
SCAN-FUNCTIE
De SCAN functie maakt het de gebruiker mogelijk, afwisselend
de waardes voor calorieën en tijd of polsslag en afstand te
laten weergeven. Na de start worden de waardes voor calorie-
ën of polsslag in het CALORIES / PULSE veld en tijd of afstand
in het TIME / DISTANCE veld automatisch afwisselend weerge-
geven. Er brandt steeds het betreffende LED voor de actuele
weergave. Na kort indrukken van de SCAN toets worden de
weergaven permanent getoond.
Opnieuw indrukken van de SCAN toets wisselt naar de andere
weergavemogelijkheid.
Langer indrukken van de SCAN toets leidt weer naar de auto-
matische wisseling.
RECOVERY-FUNCTIE
Als tijdens de training een polsslagsignaal gemeten wordt, start
u met deze toets de RECOVERY functie. De loopband wordt tot
stilstand gebracht. In de DOT Matrix wordt “REC.“ weergege-
ven. Er worden de belastings- en een minuut later de herstel-
polsslag gemeten en een conditiecijfer berekend. Bij gelijke trai-
ning is de verbetering van dit cijfer een indicatie voor uw condi-
tieverbetering.
In het TIME veld loopt een 60 seconden durende countdown. In
het INCLINE veld wordt de belastingspolsslag opgeslagen, in
het SPEED veld de herstelpolsslag getoond en in het TIME veld
het conditiecijfer berekend. Na ca. 16 seconden schakelt de
computer in een pauzemodus.
Berekening van het conditiecijfer:
Cijfer = 6 -
(
10 x (P1 – P2)
)
2
P1
P1 = belastingpolsslag, P2 = herstelpolsslag
F 1,0 = uitstekend
F 6,0 = onvoldoende
STOP-PAUZE-FUNCTIE
Als de STOP toets tijdens de training ingedrukt wordt, wordt het
programma onderbroken en de pauzemodus geactiveerd. In de
Dot Matrix wordt “STOP“ weergegeven. De velden tonen de
trainingstijd, de trainingsafstand en de trainingscalorieën. Als
tijdens de pauzemodus binnen twee minuten de START toets
ingedrukt wordt, start de loopband weer en neemt de snelheid
aan die voor de pauzefunctie geactiveerd was. De trainings-
waarden tellen verder vanaf het punt waar het onderbroken
werd. Als tijdens de pauzemodus de STOP toets 3 seconden
ingedrukt wordt, wordt het programma beëindigd. Als binnen
twee minuten geen STOP of START toets ingedrukt wordt, beëin-
digd de loopband het trainingsprogramma automatisch.
CALORIEËNBEREKENING
De calorieënberekening is een indicatiewaarde. De berekende
waarde is niet medisch gebaseerd.
POLSSLAGMETING
De loopband is met een handpolsmeting uitgerust. Om een
goede handpolsmeting te waarborgen, dienen beide handsen-
soren licht en volledig met de handen vastgepakt te worden,
zonder dat de handen bewogen worden. Bewegingen van de
handen kunnen tot storingen leiden. Het PULSE veld heeft ca. 5
tot 15 seconden nodig om uw actuele polsslag te tonen.
De loopband beschikt ook over een ingebouwde polar-compati-
bele hartfrequentieontvanger. Om het kabelloze polsslagsysteem
te kunnen gebruiken, dient u een borstgordel voor het meten
van de hartfrequentie te dragen. De borstgordel voor het meten
van de hartfrequentie is niet bij deze loopband inbegrepen.
Wij adviseren de POLAR borstgordel T34. Deze is als accessoi-
re bij de vakhandelaar verkrijgbaar.
Denk eraan, dat sommige materialen die in uw kleding ver-
werkt zijn (bijv. polyester, polyamide), statische ladingen
opwekken en mogelijk een betrouwbare hartfrequentiemeting
verhinderen. Denk er ook aan, dat mobiele telefoons, televisies
en andere elektrische apparaten die een elektromagnetisch veld
om zich heen vormen, mogelijk ook problemen bij de hartfre-
quentiemeting kunnen veroorzaken.
SYSTEEMOMSTELLING
Om het apparaat van het metrische systeem naar het engelse
systeem om te stellen (en omgekeerd), moet u nadat de loop-
band gereed voor training is, de ENTER toets 10 seconden
indrukken. De Dot Matrix toont “MLS“ voor het engelse systeem
of “KMS“ voor het metrische systeem. Met de (+) en (-) toetsen
kunt u tussen engels “MLS“ of metrisch “KMS“ wisselen. Druk
op ENTER om te bevestigen.
GELUIDSIGNAAL AAN / UIT
Om het GELUIDSIGNAAL in of uit te schakelen, dient u nadat
de loopband gereed voor de training is, de RECOVERY toets
10 seconden in te drukken. De Dot Matrix toont “ON“ of
Functies en bediening van de trainingscomputer
NL