38
Spelvariant „Grote en kleine dieren”
Als jullie nog meer verwarring in het spel willen brengen, schud
dan alle 48 kaarten en maak twee stapels met ieder 24 kaarten.
Iedere speler neemt een stapel en legt deze gedekt voor zich op
tafel.
Het spelverloop van het basisspel blijft hetzelfde. Er gelden echter
de volgende aanvullende regels:
• Bij twee dezelfde dieren wint nu het volwassen dier van het
dierenkind (bv. een grote ezel wint van een kleine ezel). Als
twee spelers hetzelfde dier hebben omgedraaid (bv. twee
grote ezels), mag niemand naar een van de rovers grijpen.
• Bij verschillende dieren wint nog steeds het dier volgens de
overzichtskaart. Maar wees voorzichtig: een kleine hond wint
bijvoorbeeld van een grote kat!!!
Het spel is afgelopen zodra een van de spelers als eerste twee
gouden munten heeft gewonnen.
Spelvariant „Dierenkinderenduel”
Het spelverloop van het basisspel blijft hetzelfde. Er wordt echter
met de 16 dierenkinderen gespeeld. De gouden munten worden
niet gebruikt. Iedere speler krijgt acht dierenkinderkaarten en
legt deze gedekt op een stapel voor zich neer. Als een van de
spelers een duel heeft gewonnen dan legt hij de kaarten niet
opzij, maar schuift ze onderop zijn stapel kaarten.
Degene die als eerste alle 16 kaarten in zijn stapel heeft, wint.