Vóór een nieuwe instelling van een model kunnen het beste alle Offset-geheugens gewist worden. Daarvoor de
stuurknuppels en trimhevels in de neutrale positie brengen. Na indrukken van de toets
CLEAR
wordt
automatisch de inhoud van het geheugen gewist. Wanneer nu de toets
INC
of
DEC
wordt bediend, kan het
voorkomen, dat in de verschillende geheugens van 0 verschillende waarden terug te vinden zijn. Dit is verder
niet van betekenis, een verder afstellen van de trim-potmeters in de zenderbehuizing om de mechanische nul-
positie optimaal aan te passen, is niet nodig.
2. Opslaan vande trim-offset:
De trimhevel-posities worden aangepast aan de eisen van het model. Deze instelling moet bij een geinitialiseerde
standaard-instelling van D/R =100%, EXPO = LN en DIFF = 0% worden doorgevoerd. Is er een voor het
model geschikte positie gevonden, alleen de toets
INC
of
DEC
indrukken; wél bij het opslaan de stuurknuppels
in de middenpositie laten staan. Iedere keer wanneer de trimhevels versteld worden, moeten de nieuwe posities
weer opgeslagen worden. Via de toets CH kan de geheugeninhoud worden opgevraagd en op het display worden
bekeken.
Met CLEAR op 0 zetten, trimhevel 2, 3
en 4 verstellen afhankelijk van de situatie.
INC of DEC slaat alle drie Trim-offset-waarden op, met CH kunnen de gegevens worden opgevraagd.
Terugvinden van trimhevel-posities
Opgeslagen trimhevelposities kunnen makkelijk teruggevonden worden, wanneer b.v. de posities per ongeluk of
na het wisselen van een model veranderd werden.
De trimhevel-posities worden bij de normale- resp. stopwatchaanduiding van de radiobesturingsinstallatie op het
display door symbolen gekarakteriseerd. Wanneer de Instel-rotatie nog actief is, drukt u op
ENTER
, om naar de
normale aanduiding terug te keren. Aansluitend bedient u de wip-toets
MODE
:
normale aanduiding stopwatch
stuurfuncie:
2
3
4
De symbolen in de bovenste display-regel geven aan, naar welke kant u de trimhevels bij neutraalstelling van de
stuurknuppels moet schuiven, om de opgeslagen positie in te stellen. Deze wordt door de volgende display-
aanduiding aangegeven:
“juiste” trimhevel-positie
Werd het “TRIMOFFSET-GEHEUGEN” gewist resp. niet benut, dan verschijnen deze symbolen ongeveer bij
de mechanische neutraalpositie van de desbetreffende trimhevels en stuurknuppels.
De trimhevels moeten dus, wanneer de stuurkuppels neutraal staan, zolang verschoven worden tot de
bovenstaande symbool-volgorde verschijnt.
De symbolen betekenen:
a) voor de stuurfuncties 2 (rolroer resp. rollen) en 4 (richtingsroer resp. hekrotor)
symbool verschuiven trimhevel
naar links
juiste positie
naar rechts
b) voor de stuurfunctie 3 (hoogteroer resp. nicken)
symbool verschuiven trimhevel
naar boven
juiste positie
naar beneden
Aanwijzing:
Een wisselen van de stopwatch- naar de trimhevel-positieaanduiding via MODE zet de stopwatch terug naar de
startwaarde.
Gebruiksvoorbeeld bij de EXPO-functie
Voor één van de stuurfuncties 2, 3 of 4 werd in externe-schakelaarpositie “UIT” de waarde “LN” en voor
schakelaarpositie “AAN” de exponential-waarde “100%” geprogrammeerd. Wordt nu de desbetreffende