INHOUD
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................... 1
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES .................................................................................. 2
OVERZICHT ONDERDELEN ......................................................................................... 4
VOORBEREIDING ..................................................................................................... 8
BEDIENING ............................................................................................................ 10
REGELEN VAN DE UITBLAASRICHTING ...................................................................... 12
ZWAAIFUNCTIE (SWING) ......................................................................................... 13
BOOSTERFUNCTIE................................................................................................... 13
ECONOMY-FUNCTIE................................................................................................. 14
FUNCTIE ‘10°C VERWARMEN’ ................................................................................... 14
FUNCTIE ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’ ...................................................................... 15
AUTOMATISCHE HANDBEDIENING ............................................................................ 15
WERKING TIMER AAN/UIT ....................................................................................... 16
WERKING PROGRAMTIMER ....................................................................................... 17
WERKING SLEEPTIMER ........................................................................................... 18
WERKING WEEKTIMER............................................................................................. 20
REINIGING EN ONDERHOUD .................................................................................... 24
FOUTOPSPORING ................................................................................................... 28
WERKINGSTIPS ..................................................................................................... 29
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ł Lees voor gebruik deze “VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN” grondig door en volg ze steeds op.
ł Dit hoofdstuk bevat voorschriften die u stipt dient op te volgen om de unit veilig te kunnen
gebruiken.
ł “GEVAAR”, “WAARSCHUWING” en “OPGELET” staan voor:
GEVAAR! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding leidt tot de dood of tot
ernstig letsel voor de gebruiker of de servicetechnicus.
WAARSCHUWING! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding zou kunnen leiden
tot de dood of tot ernstig letsel voor de gebruiker of de servicetechnicus.
OPGELET! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding zou kunnen leiden tot
verwondingen bij de gebruiker of schade aan de apparatuur.
GEVAAR!
ł Probeer deze airco niet zelf te installeren.
ł De onderdelen in dit toestel kunnen niet door de gebruiker worden gerepareerd of vervangen.
Alle reparaties dienen te worden uitgevoerd door een erkend servicetechnicus.
ł Als u verhuist, vraag dan aan een erkend servicetechnicus de unit los te koppelen en opnieuw te
installeren.
ł Blijf niet te lang in de koude luchtstroom staan, gevaar voor onderkoeling dreigt.
ł Steek nooit vingers of voorwerpen in de uitlaatopening of aanzuigroosters.
ł Start en stop de airconditioner niet door de voedingskabel in te steken of uit te trekken.
ł Beschadig de voedingskabel niet.
ł Wanneer de voedingskabel beschadigd is, mag deze enkel vervangen worden door een erkend
servicetechnicus, aangezien deze beschikt over het gepaste materiaal.
ł Zet in geval van bedrijfsstoring (brandlucht enz.) de unit ogenblikkelijk uit, trek de voedingskabel
uit en raadpleeg een servicetechnicus
.
ł In geval van een koelvloeistoflek, dient u vuur en andere ontvlambare producten uit de buurt te
houden van het toestel. (Raadpleeg een erkend servicetechnicus).
OPGELET!
ł Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik.
ł Richt de luchtstroom niet op open haarden of verwarmingstoestellen.
ł Klim niet op de airconditioner of plaats er geen voorwerpen op.
ł Hang geen voorwerpen aan de binnenunit.
ł Zet geen bloemvazen of andere recipiënten gevuld met water boven op de airconditioners.
ł Breng de airconditioner nooit rechtstreeks in contact met water.
ł Bedien de airconditioner nooit met natte handen.
ł Trek niet aan de voedingskabel.
ł Zet de stroomtoevoer af wanneer u de unit een lange tijd niet gebruikt.
ł Controleer of de installatie in goede staat verkeert.