FOUTOPSPORING
Symptoom Te controleren Zie pag.
ł Staat de hoofdschakelaar uit?
ł Is er een stroomonderbreking geweest?
ł Is er een zekering gesprongen?
-
ł Is het aanzuigrooster goed gesloten?
ł Werkt de timer? 25
Toestel werkt niet:
ł In het geval van een multisplit: is het toestel met de
afstandsbediening ingesteld op “LOW NOISE”?
ł Is de filter vuil?
ł Is de aanzuig of de uitblaas geblokkeerd?
ł Staat de thermostaat correct ingesteld?
ł Staat er een deur of raam open?
ł In de koelingmodus: schijnt de zon volop binnen door een
raam? (Sluit de gordijnen.)
ł In de koelingmodus: staan er verwarmingstoestellen en
computers in de ruimte of zijn er te veel mensen aanwezig?
-
ł Staat het toestel in de OUTDOOR UNIT LOW NOISE functie? 15
Zwakke koeling (of
verwarming):
ł Staat het toestel in de SUPER QUIET functie?
Controleer
nogmaals
Het toestel werkt niet
volgens de
instellingen van de
afstandsbediening:
ł Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
ł Zitten de batterijen correct in de afstandsbediening?
8
Als de problemen aanhouden nadat u bovenstaande punten gecontroleerd heeft, als u een
brandgeur ruikt, of als het OPERATION controlelampje (Fig. 3-5) en het TIMER controlelampje (Fig.
3-6) knipperen, en het ECONOMY controlelampje (Fig.3-7) snel knippert, zet het toestel dan
onmiddellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en contacteer een erkend servicetechnicus.
WERKINGSTIPS
Werking en rendement
Verwarmingsrendement
ł Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe: warmte wordt uit de buitenlucht
opgenomen en naar de binnenunit overgebracht. Daardoor vermindert het rendement als de
buitentemperatuur daalt. Als u vindt dat het verwarmingsrendement te laag is, plaats dan een
extra verwarmingstoestel.
ł Warmtepompen verwarmen uw ruimte door de lucht te laten circuleren door de kamer. Daardoor
kan het even duren vooraleer de kamer opgewarmd is.
Microcomputergestuurde automatische ontdooiing
ł In de verwarmingsmodus, bij lage buitentemperaturen en een hoge vochtigheidsgraad, kan er
vorst gevormd worden op de buitenunit waardoor het rendement verlaagt.
Om dit te vermijden, is de airconditioner uitgerust met een microcomputergestuurde automatische
ontdooifunctie. Als er vorst gevormd wordt, zal de airconditioner tijdelijk stoppen met draaien.
Daarop start het ontdooiproces (max. 15 minuten).
Tijdens de automatische ontdooiing knippert het OPERATION controlelampje (groen).
ł Wanneer de verwarmingsmodus gestopt is en er heeft zich vorst gevormd op de buitenunit, dan
start de automatische ontdooicyclus. De buitenunit zal dan automatisch na enkele minuten stoppen
met draaien.
Automatische herstart
Bij een stroomonderbreking
ł Bij een stroomonderbreking krijgt de airconditioner geen voeding meer. Wanneer het toestel
terug stroom krijgt, start het automatisch terug op in de voorgaande werkingsmodus.
ł Bij een stroomonderbreking terwijl de TIMER in werking is, wordt de timer gereset en de
binnenunit begint (of stopt) bij de nieuwe timerinstelling. Bij dit soort fout knippert het TIMER
controlelampje.
ł Het gebruik van andere elektrische toestellen (scheerapparaat, enz.) of een draadloze
radiozender kan storingen veroorzaken in de werking van de airconditioner. Trek in dit geval even
de stekker uit, steek terug in en zet het toestel weer aan met de afstandsbediening.