15
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Systeem inschakelen fig. 16
Het systeem schakelt in de volgende
gevallen op alle portieren automatisch
in:
❒
als u twee keer op de knop
Á
op de
sleutel met de afstandsbediening
drukt.
fig. 16
F0L0100m
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende
gevallen automatisch op alle portieren
uit:
❒
als de portieren op afstand worden
ontgrendeld;
❒
als alleen het bestuurdersportier op
afstand wordt ontgrendeld;
❒
als de start-/contactsleutel in stand
ON wordt gedraaid.
Als het systeem is ingeschakeld, knippe-
ren de richtingaanwijzers 3 keer en
knippert het lampje op het portierpa-
neel aan bestuurderszijde (zie de tabel
op de volgende pagina).
Het systeem schakelt niet in als een of
meerdere portieren niet goed gesloten
zijn: zo wordt voorkomen dat een per-
soon via het geopende portier het inte-
rieur van de auto kan betreden en, als
het portier vervolgens wordt gesloten,
de auto niet meer kan verlaten.