éÔËÒ‡ÌËÂ
êËÒ. 1
1. äÓÎÔ‡˜ÓÍ ÚÓÔÎË‚ÌÓ„Ó ·‡Í‡
2. à̉Ë͇ÚÓ ÛÓ‚Ìfl ÚÓÔÎË‚‡
3. ã‡ÏÔӘ͇ ÍÓÌÚÓÎfl χÒ·
4. èÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ‰‚Ë„‡ÚÂÎfl
5. ÇÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È Ò‚ÂÚÓ‚ÓÈ Ë̉Ë͇ÚÓ
6. èÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÔÂÂÏÂÌÌÓ„Ó ÚÓ͇
7. ÇÂÌÚËθ ‰Â̇ʇ χÒ·
8. íÓÔÎË‚Ì˚È ·‡Í
9. á‡ÁÂÏÎfl˛˘ËÈ Á‡ÊËÏ
10. ᇢËÚÌ˚È ˝Í‡Ì ‚˚ıÎÓÔÌÓÈ ÒËÒÚÂÏ˚
11. ÉÌÂÁ‰‡ ÔÂÂÏÂÌÌÓ„Ó ÚÓ͇
12. äÓÎÔ‡˜ÓÍ Ì‡ÔÓÎÌËÚÂÎfl χÒ·
13. Ç˚ıÎÓÔ̇fl ÒËÒÚÂχ
14. 나‡ Á‡ÊË„‡ÌËfl
15. ê˚˜‡„ Á‡ÒÎÓÌÍË
16. èÛÒÍÓ‚ÓÂ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó
17. íÓÔÎË‚Ì˚È ‚ÂÌÚËθ
18. ä˚¯Í‡ ‚ÓÁ‰Û¯ÌÓ„Ó ÙËθڇ
2. àçëíêìäñàü èé íÖïçàäÖ
ÅÖáéèÄëçéëíà
è˜Â̸ Ó·ÓÁ̇˜ÂÌËÈ
Ç ˝ÚÓÈ ËÌÒÚÛ͈ËË Ë/ËÎË Ì‡ Ò‡ÏÓÏ ËÌÒÚÛÏÂÌÚÂ
ÔËÏÂÌfl˛ÚÒfl ÒÎÂ‰Û˛˘Ë ӷÓÁ̇˜ÂÌËfl:
ÒÓÓÚ‚ÂÚÒÚ‚ËË Ò ÓÒÌÓ‚Ì˚ÏË ‰ÂÈÒÚ‚Û˛˘ËÏË
Òڇ̉‡Ú‡ÏË Â‚ÓÔÂÈÒÍËı ‰ËÂÍÚË‚ ÔÓ
·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË
ëÛ˘ÂÒÚ‚ÛÂÚ ÓÔ‡ÒÌÓÒÚ¸ ÔÓÎÛ˜ÂÌËfl
χÚ¡θÌÓ„Ó Û˘Â·‡ Ë/ËÎË ÚÂÎÂÒÌ˚ı
ÔÓ‚ÂʉÂÌËÈ
ÇÂÓflÚÌÓÒÚ¸ ÔÓ‡ÊÂÌËfl ˝ÎÂÍÚ˘ÂÒÍËÏ
ÚÓÍÓÏ
èÓ˜ËÚ‡ÈÚ ËÌÒÚÛ͈ËË
ç ÔÓÁ‚ÓÎflÈÚ ÔË·ÎËʇڸÒfl ÔÓÒÚÓÓÌÌËÏ
ç ÓÒÚ‡‚ÎflÈÚ ÔÓ‰ ‰ÓʉfiÏ.
òÛÏ Ò̇ÛÊË
êËÒÍ ‚˚ÒÓÍËı ÚÂÏÔ‡ÚÛ
è‰ÛÔÂʉÂÌËÂ: ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÒÓÒÚÓËÚ ËÁ
‰ÂÚ‡ÎÂÈ, ÌÂÍÓÚÓ˚ ËÁ ÍÓÚÓ˚ı ÏÓ„ÛÚ
̇„‚‡Ú¸Òfl ‰Ó ͇ÈÌ ‚˚ÒÓÍÓÈ
ÚÂÏÔ‡ÚÛ˚
àÌÒÚÛ͈Ëfl ÔÓ ÚÂıÌËÍ ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË
ã˛‰Ë
• çË ‚ ÍÓÂÏ ÒÎÛ˜‡Â Ì ‰ÓÔÛÒ͇ÈÚ ˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆË˛
‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ‰ÂÚ¸ÏË ËÎË Îˈ‡ÏË, ÌÂ
ÓÁ̇ÍÓÏÎÂÌÌ˚ÏË Ò ‰‡ÌÌ˚ÏË ËÌÒÚÛ͈ËflÏË.
åÂÒÚÌ˚ Á‡ÍÓÌ˚ ÏÓ„ÛÚ Ó„‡Ì˘˂‡Ú¸ ‚ÓÁ‡ÒÚ
ÓÔ‡ÚÓ‡ ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡.
• àÒÔÓθÁÛÈÚ ÚÓθÍÓ Ì‡ ÛÎˈ ‚ ÛÒÎÓ‚Ëflı ıÓÓ¯ÂÈ
‚ÂÌÚËÎflˆËË. Ç˚ıÎÓÔÌÓÈ „‡Á ÒÓ‰ÂÊËÚ
ÓÚ‡‚Îfl˛˘ËÈ Û„‡Ì˚È „‡Á.
• é·flÁ‡ÚÂθÌÓ ‚˚Íβ˜‡ÈÚ ‰‚Ë„‡ÚÂθ Ô‰ ÚÂÏ,
Í‡Í Á‡ÔÓÎÌËÚ¸ ÚÓÔÎË‚Ì˚È ·‡Í ËÎË Ó˜ËÒÚËÚ¸
ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÔÓÒΠÁ‡ÔÓÎÌÂÌËfl ÚÓÔÎË‚ÌÓ„Ó ·‡Í‡.
• ç ‚‰˚ı‡ÈÚ ·ÂÌÁËÌÓ‚˚ ԇ˚.
ùÎÂÍÚ˘ÂÒÚ‚Ó
• ç ÔËÚ‡„Ë‚‡ÈÚÂÒ¸ Í „Â̇ÚÓÛ ‚·ÊÌ˚ÏË
Û͇ÏË.
• ç ˝ÍÒÔÎÛ‡ÚËÛÈÚ „Â̇ÚÓ ‚Ó ‚·ÊÌ˚ı
ÛÒÎÓ‚Ëflı.
• ç ˝ÍÒÔÎÛ‡ÚËÛÈÚ „Â̇ÚÓ ‚ÓÁΠ‚Ó‰˚.
•çË ‚ ÍÓÂÏ ÒÎÛ˜‡Â Ì ÒÓ‰ËÌflÈÚ ‰‚‡ „Â̇ÚÓ‡
‚ÏÂÒÚÂ.
• çË ‚ ÍÓÂÏ ÒÎÛ˜‡Â Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ „Â̇ÚÓ Í
͇ÍÓÏÛ-ÎË·Ó ÍÓÏϘÂÒÍÓÏÛ ËÒÚÓ˜ÌËÍÛ ˝Ì„ËË.
• ì·Â‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ Û‰ÎËÌËÚÂÎË ËÒÔÓθÁÛ˛ÚÒfl ‚
·ÂÁÓÔ‡ÒÌ˚ı ÛÒÎÓ‚Ëflı Ë ËÏÂ˛Ú ‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÛ˛
ÂÏÍÓÒÚ¸ ‰Îfl ‚˚ÔÓÎÌflÂÏÓÈ Á‡‰‡˜Ë.
Ñ‚Ë„‡ÚÂθ íËÔ | óÂÚ˚ÂıÚ‡ÍÚÌ˚È
·ÂÌÁËÌÓ‚˚È Ò ‚ÓÁ‰Û¯Ì˚Ï | Óı·ʉÂÌËÂÏ
äÓÏÔÓÌӂ͇ ˆËÎË̉‡ |
ç‡ÍÎÓÌÌ˚È, 1 ˆËÎË̉
é·˙ÂÏ ˆËÎË̉‡ | 171 ÒÏ
3
ÑˇÏÂÚ ‚ Ò‚ÂÚÛ ı ÔÓ‰˙ÂÏ | 66.0 x 50.0 ÏÏ
åÓ˘ÌÓÒÚ¸ | 2 kW
å‡ÍÒ. ÏÓ˘ÌÓÒÚ¸ | 2,2 kW
ÇÂÏfl ‡·ÓÚ˚ | 10.6
íÓÔÎË‚Ó | ç½ÚËÎËÓ‚‡ÌÌ˚È
·ÂÌÁËÌ |
ÖÏÍÓÒÚ¸ ÚÓÔÎË‚ÌÓ„Ó ·‡Í‡ | 12 Î
ÖÏÍÓÒÚ¸ χÒ· ‰Îfl ‰‚Ë„‡ÚÂÎfl | 0,6 Î
ëËÒÚÂχ Á‡ÊË„‡ÌËfl | TCI
íËÔ Ò‚Â˜Ë Á‡ÊË„‡ÌËfl | BPR4ES (NGK)
ê‡ÒÒÚÓflÌË ÏÂÊ‰Û |
ÍÓÌÚ‡ÍÚ‡ÏË | 0,7 – 0,8 ÏÏ
Ferm 61
3. GEBRUIK
VOORDAT U DE GENERATOR START
Vul olie bij en controleer het peil (tankinhoud is 0,6 L)
• Controleer altijd het oliepeil (bij machine in
horizontale positie) voordat u de motor start en
wanneer de motor onverwacht stopt (afb. 2).
• De generator beschikt over een sensor die
waarschuwt bij een te laag oliepeil. Stop onmiddellijk
de motor wanneer het oliewaarschuwingslampje (4)
aanspringt.
Voor algemeen gebruik kunt u een olie “voor alle
temperaturen” gebruiken (10W-40)
≤ 0ºC SAE#10
0ºC - 25 ºC SAE#20
25ºC - 35 ºC SAE#30
≥ 35ºC SAE#40
Vul benzine bij en controleer het peil
• Gebruik alleen ongelode benzine
• Koppel alle stroomdraden af
• Zet de aan-/uitschakelaars op “OFF”
• Gooi niet te veel benzine in de tank – zorg ervoor dat
er nog wat lucht onder de dop overblijft
• Schroef de benzinedop altijd goed vast
• Neem gemorste benzine direct op
• Tijdens het gebruik van de generator mag er niet
worden gerookt
Wees voorzichtig bij alles wat u doet!
Uitlaat
U kunt het meegeleverde roestvrij stalen filter (Fig.5)
monteren om de kans op rondvliegende vonken uit de
uitlaatpijp te verkleinen (kans op vuur).
• Plaats het filter wanneer de motor op 'OFF' staat en
is afgekoeld
• Plaats het roestvrij stalen filter op het uiteinde van de
uitlaatpijp. Het past net achter de rand.
Advies: plaats het filter niet bij normaal gebruik
(buitendeurs).
De generator starten
Afb. 1 en Afb. 4
1. Draai de benzinekraan open (17).
2. Zet de motorschakelaar aan (4).
3. Zet de choke (15) in de gesloten positie (om een
warme motor opnieuw te starten, zet u de choke
open of half open).
4. Trek langzaam aan de starterkabel tot u bij het
omslagpunt bent en geef dan een flinke ruk om de
motor te starten (16).
5. Laat de motor eerst goed lopen tot hij helemaal
opgewarmd is en zet de choke daarna open (15).
6. Plug de stroomkabel in en zet de AC-schakelaar op
“AAN” (6).
De generator stoppen
Afb. 1
1. Zet de AC-schakelaar op “UIT” (6)
2. Verwijder alle snoeren en kabels (11)
3. Zet de motorschakelaar op “UIT” (4)
4. Draai de benzinekraan dicht (17)
4. SERVICE & ONDERHOUD
PERIODIEK ONDERHOUD
Dagelijks (controles vóór gebruik)
• Controleer het motoroliepeil
• Controleer de brandstofslang op barsten, scheuren
of andere beschadigingen. Vervang defecte
onderdelen en accessoires.
• Controleer het uitlaatsysteem op lekken. Draai
zonodig de pakking aan of vervang hem.
• Controleer of de choke goed werkt
• Controleer of de terugloopstarter goed werkt
1e maand of 20 uur
• Ververs de motorolie
3 maanden of 50 uur
• Controleer de ontstekingsbougie. Herstel de
opening en maak schoon. Vervang indien nodig.
• Maak schoon, vervang indien nodig.
6 maanden of 100 uur
• Ververs de motorolie
• Maak de benzinekraan en benzinetankfilter schoon.
Vervang indien nodig.
• Controleer de fittings en sluitklemmen. Vervang
indien nodig.12 maanden of 300 uur
• Laat een gespecialiseerd servicecentrum de kleppen
controleren.
• Controleer de ventilator van het koelsysteem op
beschadigingen.
SERVICE – OPMERKINGEN OVER
ONDERHOUD
Afb.1
Verversen van de olie
• Zet de motor op een vlakke achtergrond en warm de
motor op
• Verwijder de vuldop (12)
• Open de aftapdop (7) en laat olie in een opvangbak
onder de motor lopen.
• Controleer de pakkingen, vervang indien nodig.
Draai de aftapdop weer vast en vul de motor met
schone olie.
• Draai de vuldop weer aan.
Inspectie ontstekingsbougie
Afb. 3
• Verwijder de dop van de ontstekingsbougie en maak
het gebied om de ontstekingsbougie goed schoon.
• Verwijder de ontstekingsbougie (14) met de
bijgeleverde steeksleutel.
• Inspecteer de ontstekingsbougie. Deze moet
geelbruin van kleur zijn.
• Meet de opening (afstand tussen contactpunten) met
een geschikt meetapparaat. De opening moet 0,7 -
0,8 mm zijn. Corrigeer zonodig de opening door de
zijelektrode voorzichtig om te buigen.
• Vervang de ontstekingsbougie als de elektroden
versleten zijn of als de isolator gescheurd of
gebarsten is .
12 Ferm