& “Tekens invoeren” op pagina 19
Printerinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen
Instellingen papierbron:
Papierinstelling:
Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst. U kunt Favoriete
papierinstell. congureren in papierformaat en papiertype.
Autom.wisselen A4/Letter:
Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er
geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron,
ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.
Foutmelding:
Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of -
type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.
Autom. weerg. papierinstelling:
Selecteer Aan om het scherm Papierinstelling weer te geven wanneer u papier in de
papiercassette laadt.
Algem. afdrukinst.:
Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat zonder
gebruik te maken van het printerstuurprogramma.
Oset boven:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.
Oset links:
Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.
Oset boven achter:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Oset
links achter:
Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Controleer papierbreedte:
Selecteer Aan om voor het afdrukken de papierbreedte te controleren. Hierdoor voorkomt u
dat er over de randen van het papier wordt afgedrukt wanneer het papierformaat onjuist is
ingesteld. Het afdrukken kan hierdoor iets langer duren.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
39