16
NL
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
5.1 VEILIGHEIDSADVIEZEN
Gebruik de machine alléén voor het doel waarvoor zij
gemaakt is (het maaien en opvangen van gras).
Kom niet aan de veiligheidsmechanismen en verwijder deze nooit. DENK
ERAAN DAT DE GEBRUIKER ALTIJD AANSPRAKELIJK IS VOOR SCHADE DIE
AAN ANDEREN BEROKKEND WORDT. Alvorens de machine te gebruiken:
– lees de algemene veiligheidsvoorschriften (
☛
1.2), en besteed speciale aan-
dacht aan het rijden en het maaien op hellende terreinen;
–lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig door, raak vertrouwd met de bedie-
ning en leer hoe de messen en de motor snel tot stilstand gebracht kunnen
worden.
–breng handen en voeten niet in de nabijheid van, of onder ronddraaiende
delen en blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening.
Gebruik de machine niet met een slechte lichamelijke conditie, of onder invloed
van medicijnen of middelen die de reflexen en de aandacht kunnen verminde-
ren. Het valt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de risico’s die
het terrein waar hij op moet werken met zich kan brengen te beoordelen en om
alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen, met het oog op zijn eigen veilig-
heid en die van anderen, met name op hellingen, hobbelige, gladde of instabie-
le terreinen. De machine niet in hoog gras laten staan met een draaiende
motor, teneinde geen risico op brand te veroorzaken.
Deze machine mag niet gebruikt worden op hellingen met
een hellingspercentage van meer dan 10° (17%) (
☛
5.5). Als er verwacht wordt
de machine voornamelijk op hellende terreinen (max. 10%) te gebruiken dan is
het verstandig tegengewichten (op aanvraag leverbaar (
☛
8,1) onder het
dwarsprofiel van de voorwielen te monteren, waardoor de stabiliteit aan de
voorkant verhoogd wordt en de mogelijkheid dat de machine gaat steigeren
zich beperkt.
Alle verwijzingen met betrekking tot de bedieningsposities worden
weergegeven in hoofdstuk 4.
5.2 FUNCTIES VAN DE VEILIGHEIDSMECHANISMEN
De veiligheidsmechanismen hebben twee functies:
– ze voorkomen de start van de motor als de veiligheidsmaatregelen niet in acht zijn
genomen;
– ze stoppen de motor als er ook maar één veiligheidsconditie wegvalt.
a) Om de motor te starten is het in ieder geval nodig dat:
– de koppeling in de “vrije” stand staat;
BELANGRIJK
̆
!
LET OP!
̆
!
GEVAAR!
5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN