WERKING MET AFSTANDSBEDIENING
75
CORRECT GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
• Richt de afstandsbediening op de ontvanger (M) van de air-
conditioner.
• Maximum afstand: circa 7 meter (zonder obstakels tussen
afstandsbediening en ontvanger).
• De afstandsbediening moet met extreme voorzichtigheid
behandeld worden: laat hem niet vallen, stel hem niet aan
rechtstreeks zonlicht bloot en leg hem niet in de buurt van
warmtebronnen.
BESCHRIJVING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
16) Drukknop “FAN”
17) Drukknop “ON/OFF”
18) Drukknop “MODE”
19) Drukknop “TIMER”
20) Display
Inbrengen of vervanging van de batterijen
•Verwijder het dekseltje aan de achterkant van de afstandsbe-
diening;
•Verwijder eventuele lege batterijen die reeds aanwezig zijn.
•Breng twee batterijen R03 “AAA” 1,5V in de juiste stand in (zie aan-
wijzingen in batterijvak);
•Breng het dekseltje weer aan.
Als de afstandsbediening vervangen of weggegooid wordt,
moeten de batterijen verwijderd worden en volgens de van
kracht zijnde bepalingen verwerkt worden, aangezien ze
schadelijk zijn voor het milieu.
20
16
17
19
18
HET APPARAAT AANZETTEN
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de knop ON/OFF (17) van de afstandsbediening (bij
inschakeling start de airconditioner met de laatste functie die
vóór uitschakeling ingesteld was).
Druk op de toets MODE (18) om de gewenste functie te selecte-
ren:
KOELING (COOL)
ONTVOCHTIGING (DRY)
ALLEEN VENTILATIE (FAN)
Een pijl op de display geeft de geselecteerde functie aan.
✔
MAX. 7 m.