29
1. Wasmiddelhouder
Symbolen
Vakje voor het voor-
wasmiddel.
Vakje voor het ho-
ofdwasmiddel.
Vakje voor een
(vloeibare)
2. Lampje “in bedrijf”
Het lampje brandt zodra u de machine inschakelt en
gaat uit aan het einde van het programma.
3. Toets “spoelstop”
Indien u deze toets indrukt zullen de
fijnwasprogramma’s eindigen met het laatste
spoelwater in de kuip. Om daarna het water af te
pompen en het wasgoed uit het apparaat te halen,
drukt u nogmaals op deze toets.
4. Toets “centrifugeren”
Door het voortijds indrukken van deze toets zal de
machine met 400 in plaats van 800/min centrifugeren.
5. Toets “klein wasje”
Door het voortijds indrukken van deze toets gebruikt
de machine minder spoelwater in de programma’s
voor katoen en linnen.Wij adviseren u deze toets in te
drukken indien de trommel voor minder dan de helft
met wasgoed gevuld is.
6. Temperatuurknop
Met deze draaiknop stelt u voortijds de gewenste
soptemperatuur in. In de programmatabel hebben wij
adviestemperaturen gegeven. U bepaalt echter zelf
de werkelijk door u gewenste temperatuur. U kunt
ook koud wassen, door de knop op het sterretje
te draaien.
7. Programmaknop
Met deze knop kiest u, rechtsom draaiend, het
gewenste programma. Zie de programmatabel.
Daarna start u de machine door de knop uit te
trekken. Door de knop in te drukken stopt u de
machine.