36
NL
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg
ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor
recycling.
Onderhoud
Ontdooien
De werking van het apparaat veroorzaakt dat een deel van
de vochtigheid in de binnenruimte in de vorm van dauw-
of respectievelijk ijslagen neerslaat. De dikke dauw- c.q.
ijslaag werkt isolerend en heeft een slechte invloed op de
vriesprestatie, dit leidt tot hogere binnentemperaturen,
een stijgend energieverbruik en bij een bepaalde dikte
van een dergelijke laag tot problemen bij het openen van
het vriesvak, dat kan leiden tot beschadigingen aan de
deur.
Bij geringe dauw- en ijsvorming is het wegkrabben resp.
verwijderen van de ontstane dauw- en ijslaag mogelijk met
de bij het apparaat geleverde krabber.
De op de afbeelding getoonde bak wordt niet bij het appa-
raat geleverd!
Als de dauw- en ijslaag zo dik is, dat hij niet meer verwi-
jderd kan worden met de krabber, dan is ontdooien
noodzakelijk. De frequentie hiervan is afhankelijk van het
gebruik.
Verloop van het ontdooien:
Zet de thermostaatknop op stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Haal alle ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en
leg ze, ingepakt in papier of doeken, in een korf en zet die
op een koele plaats of leg ze in het vriesvak c.q. de koel-
ruimte van een gewone koelkast.
Laat de deur open staan.
Veeg het dooiwater van tijd tot tijd met een doek of spons
in de richting van de zijkant van het apparaat weg, daar
kan het zich in een daarvoor bedoeld afvoerkaneel verza-
melen en vervolgens op de volgende manier verwijderd
worden:
Zet een geschikte opvangbak voor het apparaat.
Trek de smeltwaterafvoer, in het midden van het onderste
gedeelte van het apparaat, voorzichtig in de richting van
de pijl naar buiten, via deze opening loopt het smeltwater
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijs-
blokjesbakje onder stromend water te houden en het dan
iets te verdraaien.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste
naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte
hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op
reeds ingevroren producten.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer
kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur
nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge tempera-
turen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func-
tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het
apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch de
invriesmodus ingeschakeld.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook infor-
matie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor vol-
doende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet
in aanraking komen met reeds ingevroren levensmid-
delen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot kamertem-
peratuur afkoelen voordat u ze in het apparaat zet.
Houd de condensor schoon
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso-
latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan-
tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op