11
Waarde veranderen
Om schade aan de installatie te vermijden,
gelieve niet meer dan 2 ontgrendelingen door te
voeren.
Gaat de brander een 3
de
keer in storing:
1. Melding noteren.
2. Klantendienst verwittigen.
Mogelijke storingsmeldingen:
Melding Betekenis Oplossing
F11 Keteltemperatuur • Ketelwater bijvullen
≥ 105°C • Geen keteldoorstroming
voorhanden
F12 Keteltemperatuur • Ketelwater bijvullen
≥ 95°C • Geen keteldoorstroming
voorhanden
F13 Rookgastemperatuur • Warmtewisselaar sterk
≥ 120°C vervuild
F14 Gradiënt vertrek- • Geen keteldoorstroming
temperatuur te groot • te lage installatiedruk
F15 Temperatuurverschil • Geen keteldoorstroming
tussen keteltemp.
en rookgastemperatuur
te groot
F16 Rookgastemperatuur • Warmtewisselaar sterk
≥ 115°C vervuild
Melding/input Bereik Aanwijzingen
S = zomerbedrijf S Geen buitenvoeler op
W = winterbedrijf W B1 aangesloten
Act. / Omschakel- Buitenvoeler op B1
buitentemp. temperatuur 10°C – 30°C aangesloten
zomer/winter
Ingest. waarde warm water 30°C – 65°C
(– – – = WW-bedrijf uit)
Servicebedrijf min. vermogen Montage- & bedienings-
traploze vermogen- - handleiding voor vaklui
instelling max. vermogen hfst. 5.5.2 en 10.3
CODE-input Montage- & bedienings-
Toegang tot het niveau 0 – 254 handleiding voor vaklui
verwarmingsinstallateur hfst. 6.3.1