802115
10
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/10
Pagina verder
Webasto Thermo & Comfort SE
Postfach 1410
82199 Gilching
Germany
Company address:
Friedrichshafener Str. 9
82205 Gilching
Germany
Technical Extranet: https://dealers.webasto.com
www.webasto.com
Ident-Nr. 5110159C • 09/18 • Errors and omissions excepted • © Webasto Thermo & Comfort SE, 2018
These are the original instructions. The German language is binding. You can request your language if it is missing. The telephone number of each country can be found in the Webas-
to service centre leaflet or the website of the respective Webasto representative of your country.
Dies ist die Originalanweisung. Die deutsche Sprache ist verbindlich. Sollten Sprachen fehlen, können diese angefordert werden. Die Telefonnummer des jeweiligen Landes entnehmen
Sie bitte dem Webasto Servicestellen-Faltblatt oder der Webseite Ihrer jeweiligen Webasto Landesvertretung.
Dit is de originele handleiding. De Duitse taal is bindend. Als talen ontbreken, kunnen deze worden aangevraagd. Het telefoonnummer van het betreffende land kunt u vinden op het
Webasto Servicepuntenoverzicht of de website van de Webastovestiging in uw land.
Il s’agit de la notice d’utilisation originale. C’est la langue allemande qui fait foi. Si des langues devaient manquer, il est possible de les demander. Pour trouver le numéro de téléphone
du pays concerné, veuillez consulter le dépliant des points-service Webasto ou la page web de la représentation Webasto de votre pays.
Queste sono le istruzioni originali. La lingua tedesca è vincolante. Nel caso in cui mancassero alcune lingue, è possibile richiederle. I recapiti telefonici dei diversi Paesi sono riportati nel
pieghevole relativo ai centri di assistenza Webasto oppure nel sito web del proprio rappresentante di riferimento Webasto.
Dette er den originale vejledning. Det tyske sprog er gældende. Hvis der mangler sprog, kan de rekvireres hos Webasto. Du kan finde telefonnummeret på Webasto Danmark i Webas-
tos kontaktoversigt eller på Webastos danske hjemmeside.
Detta är originalbruksanvisningen. Det tyska språket har företräde. Om språk saknas kan dessa begäras. Telefonnumren i respektive land hittar du på Webasto serviceverkstads informa-
tionsblad eller på webbplatsen för respektive lands Webasto representant.
Tämä on alkuperäinen käyttöohje. Saksankielinen versio on sitova. Mahdollisesti puuttuvat kieliversiot ovat tilattavissa. Kunkin maan puhelinnumero löytyy Webasto huoltopiste-esit-
teestä tai kyseisen maan Webasto edustajan internetsivuilta.
Webasto Charging-Hotline: +800-CHARGING (00800-24274464).
T10
03 04
01 02
346 mm
174 mm
170 mm
1
A
A
A
A
2 3
Webasto Pure
Webasto Charging Solutions
TR
Operating and Installation Instructions ..............3
TR
Bedienungs- und Installationsanweisung ...........11
TR
Bedienings- en montagehandleiding ..................19
TR
Notice d’utilisation et de montage
........................27
TR
Istruzioni per l’uso e istruzioni di montaggio ....36
Betjenings- og monteringsvejledningen
............ 44
TR
SV
Bruks- och monteringsanvisningen
.........................51
TR
Käyttö- ja asennusohjeet
...................................... 59
00000011471903
60mm
8mm
8mm
A
A
A
A
A
Fischer UX R 8
4x
(2x)
6x70 mm
T25
T25
1
(2x)
6x90 mm
0 t[s]5
(N1)
(N2)
(N3)
(N4)
(N5)
(F1)
(F2)
(F3)
(F4)
(F5)
(F6)
OFF / Lock
ON / Unlock
23
447
1000
-
1200
225 85
1
Pure
1
3
4
5
2
6
Pure
ON WE
1234
PE
1
1
4
2
3
5
6
ON WE
1234
L1
N PE
L2
L3
05
06
07
08
09
10
11 12
13
14
Webasto Pure 19
1 Algemeen
1.1 Doel van het document
Deze bedienings- en installatiehandleiding maakt deel uit
van het product en bevat informatie voor de gebruiker om
het Webasto Pure laadstation veilig te kunnen bedienen en
voor de geautoriseerde elektricien om het veilig te kunnen
installeren.
1.2 Omgang met dit document
Lees de bedienings- en installatiehandleiding vóór de
installatie en inbedrijfname van de Webasto Pure.
Bewaar deze handleiding binnen handbereik.
Geef deze handleiding door aan een volgende eigenaar
of gebruiker van het laadstation.
1.3 Reglementair gebruik
Het Webasto Pure laadstation is geschikt voor het laden van
elektrische voertuigen conform IEC 61851-1, laadmodus 3.
In deze laadmodus zorgt het laadstation ervoor dat:
de spanning pas wordt ingeschakeld als het voertuig
correct is aangesloten;
de maximale stroomsterkte is afgesteld.
De AC/DC-omvormer bevindt zich in het voertuig.
1.4 Gebruik van symbolen en accentueringen
GEVAAR
Gevaar met een hoge risicograad dat, als het niet
wordt vermeden, de dood of ernstig letsel tot gevolg
heeft.
WAARSCHUWING
Gevaar met een gemiddelde risicograad dat, als
het niet wordt vermeden, gering of matig letsel tot
gevolg kan hebben.
VOORZICHTIG
Gevaar met een lage risicograad dat, als het niet
wordt vermeden, gering of matig letsel tot gevolg
heeft.
De aanwijzing duidt op een technische bijzonderheid
of mogelijke schade aan het product.
Verwijzing naar aparte documenten
Beschrijving van een voorwaarde
Beschrijving van een handeling
1.5 Garantie en aansprakelijkheid
Webasto is niet aansprakelijk voor gebreken en schade
die terug te leiden zijn naar de niet-inachtneming van de
bedienings- en installatiehandleiding. Deze aansprakelijk-
heidsuitsluiting geldt in het bijzonder voor:
Ondeskundig gebruik
Installatie en inbedrijfname door een niet-geautoriseerde
elektricien
Reparaties die niet zijn uitgevoerd door een Webasto
servicecenter
Gebruik van niet-originele reserveonderdelen
Verbouwing van het apparaat zonder toestemming van
Webasto
2 Veiligheid
2.1 Algemeen
Het laadstation mag uitsluitend worden gebruikt door
personen die ouder zijn dan 18 jaar.
Het Webasto Pure laadstation is conform de relevante
veiligheidsbepalingen en milieuvoorschriften ontwikkeld,
gefabriceerd, getest en gedocumenteerd. Gebruik het
apparaat uitsluitend in een technisch perfecte staat.
Storingen die een nadelige invloed hebben op de veiligheid
van personen of het apparaat moeten direct door een
geautoriseerde elektricien worden verholpen conform de
nationaal geldende regels.
Het kan voorkomen dat de signalering in het voertuig
afwijkt van deze beschrijving. Daarvoor moet altijd de
gebruiksaanwijzing van de betreffende voertuigfabri-
kant worden gelezen en in acht worden genomen.
2.2 Algemene veiligheidsaanwijzingen
Gevaarlijk hoge spanningen in het apparaat.
Controleer het laadstation voor gebruik op opti-
sche schade. Gebruik het laadstation niet als het
beschadigd is.
De installatie, elektrische aansluiting en inbedrijf-
name van het laadstation mogen uitsluitend door
een daarvoor geautoriseerde elektricien worden
uitgevoerd.
Verwijder de afdekking van het installatiegebied
niet tijdens het gebruik.
Verwijder markeringen, waarschuwingssymbolen
en typeplaatje niet van het laadstation.
De laadkabel mag uitsluitend door een geauto-
riseerde elektricien volgens de instructie worden
vervangen.
Het is ten strengste verboden om andere appara-
ten op het laadstation aan te sluiten.
Als de laadkabel niet wordt gebruikt, bewaar
deze dan in de daarvoor bestemde houder en zet
de laadkoppeling vast in het laadstation. Leg de
laadkabel losjes om de behuizing, zodat deze de
vloer niet raakt.
Let erop dat de laadkabel en laadkoppeling zijn
beschermd tegen overreden worden, ingeklemd
raken en andere mechanische risico's.
Als het laadstation, de laadkabel of de laadkoppe-
ling beschadigd is, stel dan direct het servicecenter
op de hoogte. Gebruik het laadstation niet meer.
Tijdens het laadproces mogen zich geen personen
in het voertuig bevinden.
Bescherm de laadkabel en -koppeling tegen
contact met externe warmtebronnen, water, vuil
en chemicaliën.
Verleng de laadkabel niet met een verlengkabel of
adapter om deze met het voertuig te verbinden.
Verwijder de laadkabel uitsluitend door aan de
laadkoppeling te trekken.
Reinig het laadstation nooit met een hogedrukrei-
niger of een vergelijkbaar apparaat.
Schakel de elektrische externe voeding uit voor
het reinigen van de bussen in de laadkoppeling.
20 Webasto Pure
Zorg ervoor dat uitsluitend personen die deze
bedieningshandleiding hebben gelezen, toegang
hebben tot het laadstation.
2.3 Veiligheidsaanwijzingen voor de installatie
De installatie en de aansluiting van het laadstation
mogen uitsluitend door een daarvoor geautorise-
erde elektricien worden uitgevoerd.
Gebruik uitsluitend het meegeleverde montage-
materiaal.
Het Webasto Pure veiligheidsconcept is gebaseerd
op een aardingssysteem dat altijd gewaarborgd
moet zijn. De geautoriseerde elektricien moet hier
bij de installatie voor zorgen.
Installeer het laadstation niet in een explosieve
omgeving (Ex-zone).
Installeer het laadstation dusdanig dat de laadka-
bel geen doorgang blokkeert.
Installeer het laadstation niet in omgevingen met
ammoniak of ammoniakhoudende lucht.
Monteer het laadstation niet op een plek waar
het kan worden beschadigd door vallende voor-
werpen (bijv. kabeltrommels of banden).
Het laadstation is geschikt voor het gebruik in
binnenruimtes, bijvoorbeeld garages, en voor
het gebruik in beschermde buitenruimtes, bij-
voorbeeld carports. Installeer het laadstation niet
in de buurt van installaties die water sproeien,
bijvoorbeeld autowasstraten, hogedrukreinigers
of tuinslangen.
Bescherm het laadstation tegen directe regen om
te voorkomen dat het beschadigd wordt door
bevriezing, hagel e.d.
Bescherm het laadstation tegen direct zonlicht.
Door te hoge temperaturen kan de laadstroom
worden verminderd en onder bepaalde omstan-
digheden kan het laadproces worden afgebroken.
Stel het laadstation zodanig op dat wordt voorko-
men dat voertuigen er onbedoeld tegenaan rijden
en het beschadigen. Als beschadigingen niet
kunnen worden uitgesloten, moeten er bescher-
mende maatregelen worden getroffen.
Als het laadstation tijdens de installatie be-
schadigt raakt, moet het buiten bedrijf worden
gesteld. Het moet worden vervangen.
2.4 Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
U dient rekening te houden met de plaatselijke
wettelijke eisen die worden gesteld aan elekt-
rische installaties, brandbeveiliging, veiligheids-
bepalingen en vluchtwegen op de geplande
installatielocatie.
Elk laadstation moet een eigen aardlekschakelaar
hebben. De aardlekschakelaar moet minstens
typeA zijn (30mAAC uitschakelstroom, zie ook
hoofdstuk 8.1).
Zorg ervoor dat de elektrische aansluitingen
spanningsvrij zijn voordat het laadstation op de
elektriciteit wordt aangesloten.
Sluit bij de eerste inbedrijfname van het laadstati-
on nog geen voertuig aan.
Zorg ervoor dat de juiste aansluitkabel voor de
aansluiting op het elektriciteitsnet wordt gebruikt.
Laat het laadstation niet zonder toezicht als de
installatieafdekking is geopend.
Installeer het laadstation niet zonder installatie-
frame.
Wijzig de instelling van de DIP-schakelaars alleen
als het apparaat is uitgeschakeld.
Neem eventuele aanmeldingen bij de netbeheer-
der in acht.
2.5 Veiligheidsaanwijzingen voor de inbedrijfname
De inbedrijfname van het laadstation mag uitslui-
tend door een daarvoor geautoriseerde elektricien
worden uitgevoerd.
De correcte aansluiting van het laadstation moet
vóór de inbedrijfname door de geautoriseerde
elektricien worden gecontroleerd.
Controleer de laadkabel, laadkoppeling en het
laadstation vóór de inbedrijfname van het laad-
station op optische beschadigingen. Het is niet
toegestaan om een beschadigd laadstation of een
laadstation met beschadigde laadkabel/laadkoppe-
ling in gebruik te nemen.
3 Apparaatbeschrijving
Bij het in deze bedienings- en installatiehandleiding
beschreven laadstation gaat het om de Webasto Pure. De
precieze apparaatbeschrijving is op het typeplaatje van het
laadstation (zie voorbeeld afb. 01) vermeld.
4 Bediening
4.1 Overzicht van de Webasto Pure
Zie afb. 11
Legenda:
1. Led-indicatie
2. Touch Control-schakelaar
3. Houder voor de laadkabel
4. Houder van de laadkoppeling
5. Sleutelschakelaar, toegankelijk vanaf de onderkant
6. Installatieafdekking
Webasto Pure 21
4.2 Led-indicaties
Led-kleuren algemeen
Led-
kleuren Beschrijving
Blauw Stand-by
Groen Laden
Rood Fout
Geel Temperatuurbegrenzing
Paars Laadstroombegrenzing geactiveerd (20 A bij
1-fasig laden)
Licht-
blauw
Laadstroombegrenzing gedeactiveerd
Wit Programmering
Bedrijfsindicaties - zie afb. 05
Bedrijfs-
indicaties Beschrijving
N1 De led knippert telkens een seconde rood-
groen-blauw:
het laadstation start.
N2 De led brandt continu blauw:
het laadstation staat in stand-by, het laadstati-
on kan worden gebruikt.
N3 De led brandt continu groen:
het laadstation wordt gebruikt, het voertuig
laadt op.
N4 De led knippert telkens 1 sec blauw:
laadkoppeling op het voertuig aangesloten,
laadproces beëindigd of tijdelijk onderbroken.
N5 De led knippert om de 5sec. gedurende een
halveseconde blauw:
het laadstation is in bedrijf maar is via de
sleutelschakelaar geblokkeerd.
Foutmeldingen en het oplossen van fouten - zie afb.
05
Fout-
meldin-
gen
Beschrijving
F1 De led brandt 1sec. geel en 2sec. groen:
het laadstation is erg warm geworden en
laadt het voertuig met verminderd vermogen
op. Na een afkoelfase wordt het voertuig met
maximaal vermogen geladen.
F2 De led brandt continu geel:
te hoge temperatuur. Het laadproces wordt
vanwege een te hoge temperatuur beëindigd.
Na een afkoelfase zet het laadstation het
normale laadproces voort.
F3 De led brandt continu rood en er klinkt een
akoestisch signaal gedurende 28sec. Daarna
om de 10minuten gedurende 2sec.:
er is een probleem met de spanningsbewaking
of systeembewaking.
GEVAAR
Gevaar voor dodelijke elektrische
schokken
Schakel de elektrische externe
voeding naar het laadstation uit
Neem contact op met de Webasto
Charging Hotline op +800-CHARGING
(00800-24274464)
F4 De led knippert 1sec. rood en 2sec. groen:
er is een installatiefout in de aansluiting van
het laadstation, de fasebewaking is actief, het
laadstation laadt met verminderd vermogen.
Controle van het draaiveld door een
geautoriseerde elektricien
Fout-
meldin-
gen
Beschrijving
F5 De led knippert om de 2sec. gedurende
1sec. rood en er klinkt een akoestisch signaal
gedurende 28sec. Daarna om de 10minuten
gedurende 2sec.:
het voertuig veroorzaakt een fout.
Sluit het voertuig opnieuw aan
Als de waarschuwing blijft bestaan, neem
dan contact op met de Webasto Charging
Hotline op +800-CHARGING (00800-
24274464)
F6 De led knippert in een interval van 0,5sec. en
3sec. gedurende 0,5sec. rood:
de voedingsspanning is buiten het geldige
bereik van 180V tot 270V.
Controle door een geautoriseerde
elektricien
4.3 Touch Control-schakelaar (reset)
Druk de Touch Control-schakelaar niet in, raak deze
alleen aan en draag geen handschoenen bij de
bediening.
De Touch Control-schakelaar dient om eerdere fouten te
bevestigen.
Maatregel Beschrijving
Raak de schakelaar
minimaal 10sec. aan
en houd dit vast.
Het systeem start een zelftest
en reset de fout. Als de fout
verholpen is, gaat het laad-
station weer naar de modus
"Gebruiksklaar".
4.4 Sleutelschakelaar
De sleutelschakelaar dient voor de autorisatie en kan 90°
worden gedraaid. Draai rechtsom om het laadstation te
ontgrendelen. Draai linksom om het laadstation te blokke-
ren. Zie afb. 07.
De sleutel kan er in beide posities uit gehaald
worden.
22 Webasto Pure
4.5 Laadproces starten
Houd altijd rekening met de voertuigeisen voordat u
met het laden van een voertuig begint.
Parkeer het voertuig zodanig bij het laadstation dat
de laadkabel niet gespannen staat. Zie afb. 06.
Maatregel Beschrijving
Sluit de laadkoppeling
op het voertuig aan.
Het laadstation voert systeem-
en verbindingstesten uit.
Led: brandt continu blauw,
gaat na aansluiten van het
voertuig gedurende ca. 2
seconden in rood over en
vervolgens in groen (voertuig
wordt geladen) of in blauw
knipperend (voertuig nog niet
gereed voor laden)
4.6 Laadproces beëindigen
Maatregel Beschrijving
Het voertuig heeft de
laadcyclus automatisch
beëindigd:
Maak eventueel
de borging op het
voertuig los.
Haal de laadkoppeling
los van het voertuig.
Zet de laadkoppeling
vast in de houder van
het laadstation.
Led: knippert om de seconde
blauw. Het voertuig is verbon-
den, maar laadt niet.
Maatregel Beschrijving
Als het laadproces niet
automatisch door het
voertuig wordt beëindigd:
Maatregel Beschrijving
Zet de sleutelschakelaar
op de positie "Off".
De laadcyclus wordt onder-
broken.
De led wordt blauw en knip-
pert om de 5 sec.
Zie afb. „05“ - bedrijfsstatus
N5.
Of:
Beëindig de laadcyclus
op het voertuig.
De laadcyclus wordt onder-
broken.
De led wordt blauw en knip-
pert om de seconde.
Zie afb. „05“ - bedrijfsstatus N4.
5 Transport en opslag
Acclimatisatie:
Open de leveromvang niet als het temperatuurver-
schil tussen de transport- en installatielocatie groter
is dan 15°C. Laat het laadstation minstens 2 uur
ongeopend staan om te kunnen acclimatiseren, zodat
er zich geen condenswater in het apparaat vormt.
Let bij het transport op het temperatuurbereik voor opslag.
Zie hoofdstuk „13.1 Technische gegevens“.
Voer het transport uitsluitend uit in een geschikte verpak-
king.
6 Leveromvang
Afb. Beschrijving
11 Laadstation met voorgemonteerde laadkabel
04 Installatieframe
2 sleutels
De installatieset voor de wandbevestiging bestaat
uit:
4 pluggen (8 x 50 mm, Fischer UXR8)
2 schroeven (6 x 70, T25)
2 schroeven (6 x 90, T25)
4 ringen (ISO 7089-8,4)
Documentatie
Haal het laadstation en het installatieframe uit de
verpakking.
Controleer of de levering compleet is.
Controleer of de gehele levering onbeschadigd is.
7 Benodigde gereedschappen
Beschrijving gereedschap Aantal
Sleufschroevendraaier 0,5 x 3,5mm 1
Torx-schroevendraaier Tx25 1
Torx-schroevendraaier Tx10 1
Boormachine met boortje van 8mm 1
Montagegereedschap voor 8mm pluggen
en schroeven
1
Hamer 1
Montagegereedschap voor elektrische
kabels en adereindhulzen
1
Multimeter 1
EV-simulator met draaiveldindicatie 1
Bij het vervangen van de laadkabel vereist:
Montagegereedschap voor kabeldoorvo-
eren M16 (sleutelgrootte 20mm) en M32
(sleutelgrootte 36mm)
1
8 Installatie en elektrische aansluiting
Neem de in hoofdstuk 2 genoemde veiligheidsaanwijzingen
in acht.
Houd u niet alleen aan deze installatie-instructies, maar
ook aan de lokale bepalingen met betrekking tot gebruik,
installatie en milieu.
Het Webasto Pure veiligheidsconcept is gebaseerd
op een aardingssysteem dat altijd bij de installatie
door een geautoriseerde elektricien gewaarborgd
moet zijn.
8.1 Eisen aan het installatiegebied
Het laadstation moet worden beschermd door een instal-
latieautomaat en aardlekschakelaar. In het laadstation be-
vindt zich een bewakingsinrichting voor gelijkstroomfouten
(RDC-MD), die het laadstation bij de laaduitgang spannings-
vrij schakelt bij vlakke gelijkstroomfouten >6mA.
Webasto Pure 23
Ter bescherming tegen wisselstroomfouten en pulserende
gelijkstromen moet een aardlekschakelaar (RCD) type A
conform IEC 61008 of IEC 61009, of een aardlekschakelaar
type F conform IEC 62423 worden voorgeschakeld. De
uitschakelstroom mag niet groter zijn dan 30 mA. De instal-
latieautomaat moet voldoen aan IEC 60898.
Alle genoemde beveiligingsschakelaars moeten dusdanig
zijn ontworpen dat het laadstation in geval van een fout
met alle polen wordt losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
Houd bij de keuze van de installatielocatie van de
Webasto Pure rekening met de volgende punten:
De normale parkeerpositie van het voertuig
De positie van de oplaadstekker op het voertuig
Een zo kort mogelijke kabelverbinding van het laadstati-
on naar het voertuig
Geen risico is dat de laadkabel wordt overreden.
Mogelijke elektrische aansluitingen
Als er meerdere laadstations naast elkaar moeten worden
gemonteerd, moet de afstand tussen de afzonderlijke
stations minstens 200mm bedragen.
Het montagevlak moet geheel vlak zijn (max. 1mm verschil
tussen de afzonderlijke montagepunten).
De behuizing van het laadstation mag niet doorbuigen of
verdraaien.
8.2 Criteria voor de elektrische aansluiting
De af fabriek geparametreerde, maximale laadstroom
is vermeld op het typeplaatje van het laadstation. Met
DIP-schakelaars kan de maximale laadstroom worden
aangepast aan de waarde van de ingebouwde beveiligings-
schakelaar.
Laat een geautoriseerde elektricien de voorwaarden
daarvoor voor aanvang van de aansluitwerkzaamheden
controleren.
Neem ook de nationale regelgeving van de autoriteiten
en netbeheerders in acht, bijvoorbeeld de meldplicht bij
installatie van een laadstation.
Op basis van de toepassingsregel E VDE-AR-N 4100
(ontwerp) is in Duitsland het met 1 fase laden van
voertuigen begrensd tot 20A.
In andere Europese landen is het toegestaan om met
32A laadstroom en 1 fase te laden. De begrenzing
tot 20A kan door de gebruiker met inachtneming
van landspecifieke voorschriften en normen op eigen
verantwoordelijkheid worden gedeactiveerd.
Dimensionering van de installatieautomaat voor de
aansluitkabel
De stroomwaarde van de gekozen beveiligingsschakelaar
mag in geen geval lager zijn dan de op het typeplaatje van
het laadstation aangegeven of met de DIP-switch ingestel-
de stroomwaarde. Zie hoofdstuk 8.5.
Bij de keuze van de installatieautomaat zijn de landspecifie-
ke installatievoorschriften en normen van toepassing.
Apparaat voor loskoppeling van het elektriciteitsnet
Het laadstation heeft geen eigen netschakelaar. De beveili-
gingsinrichtingen die in het elektriciteitsnet zijn geïnstal-
leerd, dienen daarom ook voor de loskoppeling van het
elektriciteitsnet.
8.3 Installatie (zie afb. 14)
Het meegeleverde montagemateriaal is bestemd voor
installatie van het laadstation aan een betonnen wand of
op een externe standaard.
Monteer het installatieframe uitsluitend met het meegele-
verde montagemateriaal.
Zie afb. 04 voor een beschrijving van het installatieframe.
Legenda afb. 04
1. Installatieframe
2. Waterpas
3. Haak om het laadstation op te hangen
A Zwakke plekken voor kabeldoorvoeren bij opbouw-
montage van de aansluitkabel.
Markeer met behulp van het installatieframe en de
waterpas vier gaten.
Zorg ervoor dat de boorgaten ten opzichte van het
midden zijn uitgelijnd.
Boor vier boorgaten in de wand.
Zet de pluggen in de boorgaten.
Bereid het installatieframe voor op het leggen van de
kabel:
Aansluitkabel vanaf de achterkant:
leid de kabel door het onderste deel van het frame.
Aansluitkabel van bovenaf/links/rechts/onderaf:
verwijder de voorbereide zwakke plekken uit het
frame.
Zorg ervoor dat het installatieframe waterpas is.
Bevestig het installatieframe met twee korte schroeven
en ringen in de bovenste gaten.
Verwijder de beide schroeven (zie afb. 03) in het
bevestigingspunt en verwijder de onderste afdekking.
Leid de aansluitkabel door de opening in het
onderste deel van de behuizing en fixeer deze met de
meegeleverde rubberbus (zie afb. „14“, 1).
Zet het laadstation op de beide haken aan het bovenste
deel van het frame.
Bevestig het onderste deel van het laadstation met de
beide lange schroeven en ringen.
8.4 Elektrische aansluitingen
De aansluitklemmen zijn als verbindingsklemmen
uitgevoerd.
De minimale doorsnede voor een standaardinstallatie
bedraagt - afhankelijk van de kabel en het soort installa-
tie - 6mm² (voor 16A) en 10mm² (voor 32A).
Gebruik adereindhulzen in het geval van een flexibele
aansluitkabel.
Leid de aansluitkabel in het midden, recht en zonder
spanning door de rubberbus in de behuizing van het
laadstation (zie afb. 14,1).
Leg de aansluitkabel in de juiste radius
(ca. kabeldiameter x 10) ten opzichte van de
aansluitklemmen.
Snijd de aders op de juiste lengte af. Houd de
verbindingen zo kort mogelijk. De aardedraad moet
langer zijn dan alle andere aders.
Strip de aders op een lengte van 12mm. Gebruik
adereindhulzen in het geval van flexibele aders.
24 Webasto Pure
Controleer of er een externe voeding met 1 of 3 fasen is.
1 fase: gebruik alleen L1, N en PE.
3 fasen: gebruik L1, L2, L3, N en PE. Voer vervolgens
een draaiveldmeting uit. Er is een rechtsdraaiend veld
nodig.
Bevestig de aders conform het opschrift aan de
aansluitklemmen. (zie afb. 09)
Controleer of de verbindingen goed vastzitten en de
aansluitkabel geborgd is.
8.5 Instelling DIP-schakelaars
WAARSCHUWING
Hoge spanningen
Gevaar voor een dodelijke elektrische schok.
Controleer of er geen spanning aanwezig is
De elektriciteitsinstellingen van het laadstation worden met
DIP-schakelaars (zie afb. 08) geconfigureerd.
DIP-schakelaar boven/on = 1
DIP-schakelaar onder/off = 0
Fabrieksinstelling: 1100
Wijzigingen in de instellingen van de DIP-schakelaars
worden pas actief nadat het laadstation opnieuw is
opgestart.
De DIP-schakelaars 3 en 4 zijn in de fabriek gedefinie-
erd. De schakelaars 3 en 4 moeten op positie 0 staan.
Instellingen DIP-schakelaars
Schakelaar Vermo-
gen
1 2 3 4
Beschrij-
ving
1 of 3
fasen
16 of
32A per
fase
In de fabriek
gedefinieerd
16A 1
fase 0 0 0 0 3,7 kW
32A
1 fase* 0 1 0 0 7,4 kW
16A
3 fasen 1 0 0 0 11 kW
Instellingen DIP-schakelaars
Schakelaar Vermo-
gen
1 2 3 4
32A
3 fasen
fabrieksin-
stelling**
1 1 0 0 22 kW
* De laadstroom is bij een 22kW-variant af fabriek bij laden
met 1 fase begrensd tot 20A. Zie hoofdstuk 9.3 op pagina
25 "Laadstroombegrenzing deactiveren".
Bij een 11kW-variant is de laadstroom al af fabriek be-
grensd tot 16A per fase.
** Een af fabriek op 11kW geconfigureerde Webasto Pure kan
met de DIP-schakelaars niet op 22kW worden ingesteld.
8.6 Eerste inbedrijfname
Veiligheidstest
Documenteer de test- en meetresultaten van de eerste
inbedrijfname overeenkomstig de geldende installatieregels
en normen.
Geldig zijn de lokale bepalingen met betrekking tot gebruik,
installatie en milieu.
Startprocedure
Verwijder materiaalresten uit het aansluitgedeelte.
Controleer vóór het starten of alle schroef- en
klemverbindingen goed vastzitten.
Monteer de onderste afdekking.
Plaats de montageschroeven van de onderste afdekking
en draai deze vast. (zie afb. 03)
Schakel de netspanning in.
Startsequentie wordt geactiveerd (duur maximaal 60
seconden)
De led-indicatie knippert om de seconde in de kleuren
rood/groen/blauw. Zie afb. „05“ - bedrijfsstatus N1.
Ontgrendel evt. het laadstation met de sleutelschakelaar.
Voer de controle van de eerste inbedrijfname uit
en leg de meetwaarden vast in het testrapport. De
laadkoppeling dient als meetpunt en een EV-simulator
dient als meethulpmiddel.
Simuleer en test de afzonderlijke bedrijfs- en
beveiligingsfuncties met de EV-simulator.
Sluit de laadkabel op een voertuig aan.
De led verandert van blauw in groen.
9 Instellingen
Bij de volgende beschrijvingen is het belangrijk dat de
stappen binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd.
Lees alle stappen daarom door voordat u met de
procedure begint.
De led-kleuren blauw en groen kunnen gedimd worden.
De helderheid van de waarschuwingskleur rood kan niet
worden gewijzigd.
9.1 Activering programmeermodus
3Het laadstation is gestart.
3De led-indicatie brandt continu blauw.
3De sleutelschakelaar staat op ON.
3Er is geen voertuig aangekoppeld.
Zet de sleutelschakelaar van ON op OFF (afb. 07); wacht
tot de led-indicatie drie keer blauw knippert.
Zet de sleutelschakelaar van OFF op ON (max. 3 sec. op ON).
Zet de sleutelschakelaar van ON op OFF; wacht tot de
led-indicatie één keer blauw knippert.
Zet de sleutelschakelaar van OFF op ON (max. 3 sec. op ON).
Zet de sleutelschakelaar van ON op OFF; wacht tot de
led-indicatie drie keer blauw knippert.
Bij de vierde keer knipperen gaat het laadstation
naar de led-kleur wit en komt het automatisch in de
programmeermodus.
Programmeermodus geactiveerd
Het laadstation doorloopt twee opties 10 keer. Als er na
de 10e keer geen optie door de sleutelschakelaar is gese-
lecteerd, wordt de programmeermodus zonder wijzigingen
automatisch gedeactiveerd.
9.2 Led-indicatie dimmen (optie 1)
3Programmeermodus geactiveerd
De led-indicatie knippert eenmalig wit in de volgende sequentie:
0,5sec. OFF;
0,5sec. ON.
Webasto Pure 25
Na vier seconden pauze verandert de led-indicatie een
seconde lang in de kleur geel:
Zet de sleutelschakelaar van OFF op ON:
De functie "Led-indicatie dimmen" is geactiveerd.
De led-indicatie verandert in de kleur blauw en dimt
trapsgewijs van maximum tot minimum in een interval van
3 seconden. Na de laagste dimstand springt de led-indicatie
weer naar het maximum.
Als de sleutelschakelaar binnen 180 seconden niet
van ON op OFF wordt gezet, blijft de oorspronkelijke
dimstand ongewijzigd en wordt de programmeermo-
dus gedeactiveerd.
Zet de sleutelschakelaar van ON op OFF:
De dimstand wordt geselecteerd.
Na 60 seconden zonder verdere wijziging op de sleutel-
schakelaar wordt de geselecteerde dimstand opgeslagen en
wordt de programmeermodus gedeactiveerd.
Zet de sleutelschakelaar weer van OFF op ON om naar
stand-by te gaan.
9.3 Laadstroombegrenzing deactiveren (optie 2)
De laadstroombegrenzing is alleen bij een 22kW-
variant af fabriek geactiveerd.
De laadstroom is alleen bij laden met 1 fase begrensd
tot 20A.
De laadstroombegrenzing mag alleen met inacht-
neming van landspecifieke voorschriften en normen
worden gedeactiveerd.
3Programmeermodus geactiveerd
De led-indicatie knippert eenmalig wit in de volgende
sequentie: 0,5sec. OFF;
0,5sec. ON.
0,5sec. OFF;
0,5sec. ON.
Na drie seconden pauze verandert de led-indicatie een
seconde lang in de kleur geel:
Zet de sleutelschakelaar van OFF op ON:
Functie "Laadstroombegrenzing deactiveren" geac-
tiveerd.
De huidige instelling wordt in de led-indicatie met een kleur
weergegeven:
Laadstroombegrenzing geactiveerd = paars
Laadstroombegrenzing gedeactiveerd = lichtblauw
Als de sleutelschakelaar binnen 60 seconden niet
van ON op OFF wordt gezet, blijft de oorspronkelijke
instelling ongewijzigd en wordt de programmeermo-
dus gedeactiveerd.
Zet de sleutelschakelaar van ON op OFF:
3Laadstroombegrenzing geactiveerd:
De 20A-begrenzing wordt gedeactiveerd en het
laadstation wordt op de maximale stroomwaarde (zie
typeplaatje) geconfigureerd. De led-indicatie verandert
in de kleur lichtblauw.
3Laadstroombegrenzing gedeactiveerd:
De 20A-begrenzing wordt geactiveerd. De led-
indicatie verandert in de kleur paars.
Na 60 seconden zonder verdere wijziging op de sleutel-
schakelaar wordt de geselecteerde instelling opgeslagen en
wordt de programmeermodus gedeactiveerd.
Zet de sleutelschakelaar weer van OFF op ON om naar
stand-by te gaan.
10 Buitenbedrijfstelling van het product
Laat de buitenbedrijfstelling uitsluitend door een geautori-
seerde elektricien uitvoeren.
Koppel het laadstation los van het elektriciteitsnet.
Elektrische demontage van het laadstation.
Verwijdering: zie hoofdstuk 12.
11 Onderhoud, reiniging en reparatie
11.1 Onderhoud
Laat het onderhoud uitsluitend door een geautoriseerde
elektricien uitvoeren overeenkomstig de lokale bepalingen.
11.2 Reiniging
GEVAAR
Hoge spanningen
Gevaar voor een dodelijke elektrische schok.
Reinig het laadstation niet met een hogedrukreiniger
of een vergelijkbaar apparaat.
Maak de installatie alleen met een droge doek schoon.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, was of
oplosmiddelen.
11.3 Reparatie
Het is verboden het laadstation zelf te repareren. Als het
laadstation uitvalt, moet het geheel worden vervangen.
Webasto Thermo & Comfort SE behoudt zich het exclusieve
recht voor om reparaties aan het laadstation uit te voeren.
De enige toegestane reparatie aan het laadstation is het
vervangen van de laadkabel door een geautoriseerde
elektricien.
11.4 Vervangen van de laadkabel
GEVAAR
Hoge spanningen in het apparaat
Gevaar voor een dodelijke elektrische schok.
De laadkabel van de Webasto Pure mag uitsluitend
door een geautoriseerde elektricien worden
vervangen.
Schakel vóór werkzaamheden aan het laadstation
de externe voeding naar het laadstation uit en
beveilig deze tegen opnieuw inschakelen.
Zorg ervoor dat de elektrische aansluitingen
spanningsvrij zijn.
Laat het laadstation niet zonder toezicht als de
afdekking is geopend.
Er mogen alleen originele onderdelen van Webasto
worden gebruikt.
De onderdeelnummers vindt u in de Webasto Online
Shop.
www.webasto-charging.com
26 Webasto Pure
Schakel de elektrische externe voeding naar het
laadstation uit en beveilig deze.
Verwijder de afdekking van de aansluitklemmen (afb. 03).
Maak de elektrische aansluitkabel los.
Verwijder de onderste schroeven met de ringen.
Haal het laadstation uit het installatieframe.
Verwijder de kabelklem van de laadkabel (afb. 12; 1).
Maak de aardedraad los (afb. 12; PE).
Open de onderhoudsklep aan de achterkant van het
laadstation. (afb. 13; 6) De afdekking is verzegeld.
Maak de overige aders van de laadkabel los (afb. 13; 1-5).
Vervang de laadkabel.
Zet het laadstation in omgekeerde volgorde weer in
elkaar en monteer het. Let erop dat de O-ring voor
de afdichting goed wordt geplaatst om een IP 54
beschermingsklasse te behouden.
Schakel de elektrische externe voeding naar het
laadstation in.
Zorg ervoor dat het laadstation de zelftest succesvol
doorloopt, zodat de functionaliteit van het laadstation is
gewaarborgd.
12 Verwijdering
Het symbool van een vuilnisbak met een kruis erdoor
betekent dat dit elektrische resp. elektronische ap-
paraat aan het einde van de levensduur niet met het
huisvuil mag worden weggegooid. Om het apparaat
in te leveren, zijn er in de buurt gratis inzamelpunten
voor elektrische en elektronische apparaten beschik-
baar. De adressen kunt u verkrijgen via uw gemeente.
Door elektrische en elektronische apparaten apart in
te zamelen, moeten hergebruik, recycling en andere
vormen van nuttige toepassing van afgedankte
apparaten mogelijk worden gemaakt. Ook kunnen zo
negatieve gevolgen worden voorkomen van gevaarli-
jke stoffen die zich mogelijk in de apparaten bevinden
en een bedreiging kunnen vormen voor het milieu en
de menselijke gezondheid.
WEEE-reg-nr: DE 17725267
Deponeer de verpakking overeenkomstig de geldende
nationale wetgeving in de daarvoor bestemde
recyclingcontainer.
13 Bijlage
13.1 Technische gegevens
Gegevens
Nominale spanning 230/400VAC
Nominale stroom 16 of 32A AC
Netfrequentie 50Hz
Overspanningscategorie III conform EN 60664
Beschermingsklasse I
IP-beschermingsklasse IP 54 conform DIN EN 60529
(VDE 0470-1) (De IP-code
beschrijft de mate van be-
scherming van een behuizing
voor wat betreft aanraking en
vreemde voorwerpen alsmede
vocht resp. water.)
Mechanische bescher-
mingsklasse
IK 08 (de IK-code beschrijft de
beschermingsgraad van een
behuizing tegen schadelijke
mechanische belastingen)
Bewakingsinrichting
voor gelijkstroomfouten
(geïntegreerd)
6 mA RDC-MD
RDC ter bescherming van de
RCD van de installatie tegen
gelijkstroomfouten.
Aansluitdoorsnede De minimale doorsnede voor
een standaardinstallatie be-
draagt afhankelijk van de kabel
en het soort installatie:
6 mm² (voor 16 A)
10 mm² (voor 32 A)
Laadkabel met laadkop-
peling
Conform EN 62196-1 en
EN62196-2
Netaansluitklem Aansluitkabel:
star (min.-max.) 2,5-10mm²
flexibel (min.-max.) 2,5-10mm²
flexibel (min.-max.) met
adereindhuls 2,5-10mm²
Gegevens
Uitgangsspanning 230/400VAC
Max. laadvermogen 11 kW of 22 kW (afhankelijk
van fabrieksconfiguratie)
Bedrijfstemperatuurbereik -25 tot +55°C
Opslagtemperatuurbereik -25 tot +80°C
Indicatie Led-element
Vergrendeling Sleutelschakelaar voor laad-
vrijgave
Hoogte Max. 3000m boven de
zeespiegel
Toegestane relatieve
luchtvochtigheid
5 tot 95% niet-condenserend
Gewicht (alle meegelever-
de onderdelen)
11kW-variant: 4,6kg
22kW-variant: 5,6kg
Afmetingen Zie afb. 10
13.2 Conformiteitsverklaring met de productnormen
De Webasto Pure is conform de relevante richtlijnen, veror-
deningen en normen voor veiligheid, EMC en milieuvriende-
lijkheid ontwikkeld, geproduceerd, getest en geleverd.
Webasto verklaart dat het product Webasto Pure conform
de hierna genoemde richtlijnen en verordeningen wordt
gefabriceerd en geleverd:
2014/35/EU Laagspanningsrichtlijn
2014/30/EU EMC-richtlijn
2011/65/EU RoHS-richtlijn
2001/95/EG Algemene productveiligheid
2012/19/EU Richtlijn betreffende afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur
1907/2006 REACH-verordening
De volledige CE-conformiteitsverklaring kunt u op
https://webasto-charging.com/ downloaden.
Zie afb. 02 QR-code voor de documentatie.
10

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Webasto Pure bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Webasto Pure in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3.66 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Webasto Pure

Webasto Pure Gebruiksaanwijzing - Nederlands, Deutsch, English, Français - 75 pagina's

Webasto Pure Gebruiksaanwijzing - Italiano, Português, Espanõl - 75 pagina's

Webasto Pure Gebruiksaanwijzing - Dansk, Svenska, Norsk, Suomi - 71 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info