03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
93
Stadslichten vóór en achterlichten
U schakelt de stadslichten vóór en achterlich-
ten in met de verlichtingsdraaiknop.
Verlichtingsdraaiknop in stand voor stadslichten
vóór en achterlichten.
Zet de draaiknop in de stand
(ook de
kentekenverlichting wordt ingeschakeld).
Als het elektrische systeem van de auto in
sleutelstand II staat of als de motor loopt,
gaat ook het dagrijlicht branden.
Wanneer het buiten donker is en de achter-
klep wordt geopend, gaan de achterlichten/
parkeerlichten achter branden om achterop-
komend verkeer te waarschuwen. Dit gebeurt
altijd, ongeacht de stand van de draaiknop of
de sleutelstand van het elektrische systeem
van de auto.
Gerelateerde informatie
•
Bedieningspaneel verlichting (p. 91)
Dagrijlicht
Wanneer de verlichtingsdraaiknop in stand
staat en het elektrische systeem van de
auto in sleutelstand II of als de motor loopt,
wordt bij daglicht automatisch het dagrijlicht
ingeschakeld.
Dagrijlicht DRL
Verlichtingsdraaiknop in stand AUTO.
Met de verlichtingsdraaiknop in stand
wordt het dagrijlicht (Daytime Running Lights
- DRL) automatisch ingeschakeld bij autorit-
ten overdag. Een lichtsensor boven op het
dashboard schakelt over van dagrijlicht op
dimlicht, wanneer het gaat schemeren of bij
donker weer. Overschakelen op dimlicht gaat
ook automatisch, als de ruitenwissers of de
mistachterlichten worden geactiveerd.
WAARSCHUWING
Dit is een stroombesparingsfunctie die niet
in alle gevallen kan bepalen wanneer de
omgevingsverlichting voldoende of onvol-
doende is bij mist en regen bijvoorbeeld.
Als bestuurder bent u verplicht om de ver-
lichting van de auto altijd af te stemmen op
de heersende omstandigheden en de gel-
dende verkeerswetgeving.