03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
89
Houd voor het rechtop zetten de omgekeerde
volgorde aan.
N.B.
Als de rugleuning is teruggeklapt, mag de
rode indicatie niet langer zichtbaar zijn. Als
deze toch zichtbaar is, is de rugleuning
niet vergrendeld.
WAARSCHUWING
Controleer of de rugleuningen en hoofd-
steunen van de achterbank na het rechtop
zetten goed vergrendeld zijn.
Buitenste hoofdsteunen achterbank
elektrisch omklappen*
1. De transpondersleutel moet in sleutel-
stand II staan.
2. Druk op de knop om de beide buitenste
hoofdsteunen op de achterbank om te
klappen en het zicht naar achteren te ver-
beteren.
WAARSCHUWING
Zet de buitenste hoofdsteunen niet naar
beneden als er passagiers op de buitenste
plaatsen zitten.
Zet de hoofdsteun na afloop handmatig
rechtop totdat deze hoorbaar vastklikt.
WAARSCHUWING
De hoofdsteunen moeten na het rechtop
zetten vergrendeld staan.
Gerelateerde informatie
•
Voorstoelen (p. 85)
•
Voorstoelen - elektrisch bediend* (p. 86)
Stuurwiel
Het stuurwiel heeft meerdere verstellingsmo-
gelijkheden en bedieningselementen voor de
claxon, cruisecontrol en het menu-, het audio-
en het telefoonsysteem.
Instellen
Stuurwiel afstellen.
Ontgrendelingshendel, stuurwielafstelling
Mogelijke stuurwielstanden
U kunt het stuurwiel zowel in de hoogte als in
de diepte verstellen:
1. Trek de hendel naar de bestuurder toe
om het stuur vrij te geven.
2. Zet het stuurwiel vervolgens in de gewen-
ste stand.