STARTEN EN RIJDEN
}}
307
aanwezige brandstof in de tank de kritieke tem-
peratuur bereikt.
Ouderdom brandstof
De combinatie van oude dieselolie (met een
ouderdom van zo'n 5 maanden of meer) en con-
denswater kan in bepaalde omstandigheden aan-
leiding geven tot de groei van algen en bacteriën
in het brandstofsysteem en/of oxidatie van de
brandstof met motorpech als mogelijk gevolg.
Ter voorkoming van dergelijke problemen heeft
de auto een ingebouwde controlefunctie die de
ouderdom van de brandstof bijhoudt. In het kader
van deze functie verschijnt mogelijk een duide-
lijke displaymelding, bijvoorbeeld:
•
Verouderde brandstof Start
verbrandingsmotor voor
brandstofverbruik
•
Oude brandstof Motor draait om
brandstof te verbr.
•
Oude brandstof Vul brandstoftank
Neem in het gegeven geval de aanbevolen maat-
regel in acht.
Wanneer u de tank leegrijdt
Na motoruitval door brandstofgebrek heeft het
brandstofsysteem enige tijd nodig om een con-
trole uit te voeren. Doe in dat geval (ná bijtanken
met dieselolie) het volgende, voordat u de motor
start:
1. Plaats de transpondersleutel in het contact-
slot en duw deze tot aan de aanslag naar
binnen. Voor meer informatie, zie Sleutel-
standen (p. 87).
2.
Druk op de START-knop zonder rem- en/of
koppelingspedaal te bedienen.
3. Wacht ca. één minuut.
4. Om de motor te starten: Bedien rem- en/of
koppelingspedaal en druk nogmaals op de
START-knop.
N.B.
Alvorens brandstof te tanken bij een leegge-
reden tank:
•
Breng de auto tot stilstand op een zo
egaal/horizontaal mogelijke ondergrond
– als de auto overhelt, bestaat er gevaar
voor luchtbellen in de brandstoftoevoer.
Waar u op moet letten, wanneer u de
tank hebt leeggereden
Probeer te voorkomen dat u zonder brandstof
komt te staan. Wanneer u de tank hebt leeggere-
den, kunt u verder rijden op de resterende stroom
in de hybride-accu. Wanneer u vervolgens weer
brandstof hebt kunnen tanken, is het mogelijk dat
het iets langer duurt voordat de motor aanslaat
(tot 30 seconden). In sommige gevallen zijn
mogelijk meerdere startpogingen vereist.
Nadat de motor is aangeslagen wordt geadvi-
seerd om deze minstens 5 minuten te laten
draaien. Kies de rijmodus AWD of POWER voor
optimale brandstoftoevoer.
Als de melding
Verbrandingsmotor niet
beschikbaar Vermogen en actieradius
beperkt verschijnt op het bestuurdersdisplay –
zet de motor dan af en start deze opnieuw om de
maximale motorfunctie te herstellen.
Condenswater uit brandstoffilter
aftappen
14
Het brandstoffilter ontdoet de brandstof van con-
denswater. Condenswater kan anders aanleiding
geven tot motorstoringen.
Voor optimale prestaties is het belangrijk de ver-
vangingsintervallen voor het brandstoffilter aan te
houden en originele onderdelen te gebruiken.
Houd u voor het aftappen van het condenswater
aan de specificaties die in uw Service- en garan-
tieboekje staan aangegeven. Ook wanneer u ver-
moedt dat er verontreinigde brandstof is gebruikt,
moet u het brandstoffilter aftappen. Voor meer
informatie, zie Serviceprogramma van Volvo
(p. 366).
14
Geldt alleen voor vijfcilindermotoren.