||
STARTEN EN RIJDEN
306
Aanduiding
De aanduiding
11
zit aan de binnenkant van de
tankvulklep en binnenkort (binnen twee jaar) ook
op de desbetreffende brandstofpompen en vul-
pistolen op tankstations in heel Europa.
Dit is de aanduiding die geldt voor de huidige
standaardbrandstof in Europa. In een auto met
een dieselmotor is het toegestaan dieselolie te
gebruiken met de volgende aanduiding:
B7 is een dieselsoort met
maximaal 7 vol-% FAME (Fatty
Acid Methyl Ester).
Bij lage temperaturen (lager dan 0 °C) kan de
paraffine in de dieselolie uitvlokken. Dit kan tot
startproblemen leiden. De verkrijgbare brandstof-
kwaliteiten moeten zich lenen voor gebruik in het
actuele jaargetijde en klimaatgebied, maar in
extreme weersomstandigheden, bij gebruik van
verouderde brandstof of bij ritten door verschil-
lende klimaatgebieden kan desondanks uitvlok-
king optreden.
Het risico van condensatie in de brandstoftank
neemt af, als u de tank altijd goed gevuld houdt.
Houd tijdens het tanken het gebied rond de vul-
pijp goed schoon. Voorkom morsen op gelakte
oppervlakken. Maak als u gemorst hebt het
gebied met water en zeep schoon.
BELANGRIJK
De dieselolie:
•
moet voldoen aan de norm EN 590 en/of
SS 155435;
•
moet een zwavelgehalte hebben van
maximaal 10 mg/kg;
•
mag maximaal 7 vol% FAME
12
(B7)
bevatten.
BELANGRIJK
Maak geen gebruik van de volgende diesel-
olieachtige brandstoffen:
•
speciale toevoegingen (dopes)
•
scheepsolie
•
stookolie
•
FAME
13
of plantaardige olie.
Dergelijke brandstoffen voldoen niet aan de
kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan-
leiding tot verhoogde vormen van slijtage en
motorschade die niet worden gedekt door de
garanties van Volvo.
Beperkingen door lage
buitentemperaturen
Om te voorkomen dat paraffinen (zie voorgaande
paragraaf) uitvlokken bij gebruik van een diesel-
oliesoort met een geringe koudebestendigheid is
de auto (afhankelijk van de markt) voorzien van
een functie die bij lage temperaturen automa-
tisch beperkingen instelt voor het gebruik van de
elektrische aandrijving in de rijmodus PURE of
HYBRID. In een dergelijke situatie blijft de die-
selmotor continu draaien.
De koudebestendigheid van de dieselolie geeft
aan hoe geschikt deze brandstof is voor gebruik
bij lage temperaturen. Normaal is de koudebe-
stendigheid van de dieselolie afgestemd op de
klimaatzone en het seizoen waarin de brandstof
gedistribueerd en verkocht wordt.
Naarmate de brandstof in de tank ouder wordt
vinden er bij lage temperaturen meer automati-
sche beperkingen plaats. Voor een auto die net
getankt is gelden geen beperkingen, maar naar-
mate de brandstof in de tank ouder wordt (ouder-
dom in maanden) nemen eventuele beperkingen
toe.
De functie past bij lage buitentemperaturen het
brandstofverbruik van de auto dusdanig aan dat
er verse brandstof (met de juiste koudebesten-
digheid) kan/moet worden bijgetankt, voordat de
11
CEN-norm prEN16942.
12
Fatty Acid Methyl Ester
13
Dieselolie met maximaal 7 vol% FAME (B7) is toegestaan.