STARTEN EN RIJDEN
275
N.B.
Om de motor te kunnen starten moet een van
de transpondersleutels met passieve start en
vergrendeling in de passagiers- of bagage-
ruimte aanwezig zijn.
WAARSCHUWING
Haal nooit de transpondersleutel uit de auto
tijdens rijden of slepen.
Gerelateerde informatie
•
Motor afzetten (p. 275)
Motor afzetten
U zet de motor af met de knop START/STOP
ENGINE.
Om de motor af te zetten:
•
Druk op START/STOP ENGINE – de motor
slaat af.
Als de keuzehendel niet in stand P staat of als de
auto rolt:
•
Druk twee maal op START/STOP ENGINE
of houd de knop ingedrukt, totdat de motor
afslaat.
Gerelateerde informatie
•
Sleutelstanden (p. 87)
Stuurslotfout
Het stuurslot bemoeilijkt de besturing zoals bij
gebruik van de auto door onbevoegden. Er is
mogelijk een mechanisch geluid waarneembaar
wanneer het stuurslot wordt opgeheven of inge-
schakeld.
Functie
•
Het stuurslot wordt geactiveerd, wanneer u
na het afzetten van de motor het bestuur-
dersportier opent.
•
Het stuurslot wordt ontgrendeld als de trans-
pondersleutel in het contactslot zit
2
en de
START/STOP ENGINE-knop wordt inge-
drukt.
Gerelateerde informatie
•
Motor starten (p. 274)
•
Sleutelstanden (p. 87)
•
Stuurwiel (p. 94)
2
Bij een auto met Keyless start en ontgrendeling/vergrendeling is de aanwezigheid van een transpondersleutel in de passagiersruimte voldoende.