STARTEN EN RIJDEN
}}
503
Overbelasting van de startaccu
De elektrische functies van de auto belasten
de startaccu in verschillende mate. Laat het
contactslot niet te lang achtereen in stand II
staan, wanneer de auto is uitgeschakeld.
Maak in plaats daarvan gebruik van contact-
slotstand I - het stroomverbruik is dan min-
der.
Let er tevens op dat de verschillende accessoi-
res het elektrisch systeem belasten. Schakel
onderdelen/systemen die veel stroom nemen
uit, wanneer de auto is uitgeschakeld. Voor-
beelden van dergelijke onderdelen/systemen
zijn:
•
interieurventilator
•
koplampen
•
ruitenwisser
•
audiosysteem (hoog volume).
Bij een lage startaccuspanning verschijnt een
melding op het bestuurdersdisplay. De ener-
giebesparingsfunctie schakelt vervolgens
bepaalde onderdelen/systemen uit of verlaagt
de belasting van de accu door bijvoorbeeld de
interieurventilator lager te zetten en/of het
audiosysteem uit te schakelen.
–
Laad de startaccu dan op door de auto te
starten en de motor minstens 15 minuten
te laten draaien – de startaccu wordt
beter opgeladen tijdens het rijden dan bij
stilstand met een stationair draaiende
motor.
Gerelateerde informatie
•
Startaccu (p. 641)
•
Contactslotstanden (p. 460)
Starthulp met andere accu
Als de startaccu uitgeput is, kunt u de auto
starten met stroom van een hulpaccu.
Laadpunt voor starthulp van eigen auto.
BELANGRIJK
Het laadpunt van de auto is alleen bestemd
voor starthulp van de eigen auto. Het laad-
punt is niet bestemd voor starthulp voor
een andere auto. Als het laadpunt wordt
gebruikt om een andere auto te starten,
kan dat ertoe leiden dat er een zekering
kapotgaat, wat inhoudt dat het laadpunt
niet meer werkt.
Wanneer een zekering kapot is, verschijnt de
melding
12V-accu Zekering defect Service
vereist op het bestuurdersdisplay. Volvo advi-