19
Naverwarming door de verwarmingske-
tel
1
van het bovenste gedeelte van de
verwarmingswaterbuffer
rP
vindt alleen
plaats als de temperatuur lager wordt
dan op ketelcircuitregeling
2
is inge-
steld.
Via de boilertemperatuursensor
rW
van
de ketelcircuitregeling wordt de brander
ingeschakeld en de 3-weg omschakel-
klep
rZ
in stand ”AB-A” geschakeld. Na
het bereiken van de gewenste tapwater-
temperatuur wordt de brander uitge-
schakeld en de 3-weg omschakel-
klep
rZ
in stand ”AB-B” geschakeld.
Onderdrukking van de naverwarming
van de warmwaterboiler door de ver-
warmingsketel
In de ketelcircuitregeling
2
wordt via
codeeradres „67“ een 3e gewenste tap-
watertemperatuur ingesteld (instelbereik
10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder
de 1e gewenste tapwatertemperatuur
liggen. De verwarmingswaterbuffer
rP
wordt pas door de verwarmingsketel ver-
warmd (solarcircuitpomp R1
eE
loopt),
als deze gewenste waarde niet door de
solarinstallatie kan worden bereikt.
Tapwateropwarming zonder zonne-
energie
Het bovenste gedeelte van de verwar-
mingswaterbuffer
rP
wordt door de ver-
warmingsketel
1
verwarmd.
De boilertemperatuurregeling met boi-
lertemperatuursensor
rW
van de ketel-
circuitregeling
2
schakelt de
3-weg omschakelklep
rZ
.
Ruimteverwarming met zonne-ener-
gie
Wanneer de temperatuur op de sen-
sor
rE
voldoende is, vindt ruimteverwar-
ming plaats via de verwarmingswater-
buffer
rP
.
Ruimteverwarming zonder zonne-
energie
Wanneer de temperatuur op de sen-
sor
rE
onvoldoende is, worden de bran-
der en de circulatiepomp in de Vitodens
ingeschakeld. Het gedeelte tussen
HV3/HR1 en HR3 in de verwarmingswa-
terbuffer
rP
wordt tot de gewenste
waarde voor de weersafhankelijke wer-
king van het verwarmingscircuit ver-
warmd. Bij overschrijding van deze
gewenste waarde wordt de brander en
met vertraging de circulatiepomp in de
Vitodens uitgeschakeld.
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
(vervolg)
5442 250 NL
Montage