558346
70
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/72
Pagina verder
Montage- en
servicehandleiding
voor de vakman
VIESMANN
Elektronische temperatuurverschilregeling
Vitosolic 100
type SD1
Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina
VITOSOLIC 100
5442 250 NL 10/2009
Bewaren a.u.b.!
2
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha-
melijk letsel en materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschrif-
ten
Gevaar
Dit teken waarschuwt voor per-
soonlijk letsel.
!
Opgelet
Dit teken waarschuwt voor mate-
riële schade en schade aan het
milieu.
Opmerking
Gegevens met het woord "Opmerking"
bevatten aanvullende informatie.
Doelgroep
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld
voor erkende installateurs.
Elektrische werkzaamheden mogen
alleen door bevoegde elektromon-
teurs worden uitgevoerd.
De eerste inbedrijfstelling moet door
de installateur van de installatie of een
door hem aangewezen vakman
plaatsvinden.
Voorschriften
Respecteer bij de werkzaamheden
de ARBO voorschriften,
de wettelijke voorschriften inzake
milieubescherming,
EN, NEN, VEWIN voorschriften, het
bouwbesluit en eventuele lokale voor-
schriften
Werkzaamheden aan de installatie
Installatie spanningsvrij schakelen
(bijv. met de afzonderlijke zekering of
een hoofdschakelaar) en op aanwe-
zige spanning controleren.
Installatie tegen opnieuw inschakelen
beveiligen.
!
Opgelet
Door elektrostatische ontlading
kunnen elektronische modules
beschadigd worden.
Voor de werkzaamheden
geaarde objecten, bijv. verwar-
mings- of waterleidingen, aanra-
ken om de statische lading af te
leiden.
Reparatiewerkzaamheden
!
Opgelet
De reparatie van onderdelen met
een veiligheidstechnische functie
brengt de veilige werking van de
installatie in gevaar.
Defecte onderdelen moeten
door originele onderdelen van
Viessmann worden vervangen.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
5442 250 NL
3
Bijkomende componenten, reser-
veonderdelen en slijtende onderde-
len
!
Opgelet
Reserveonderdelen en slijtende
onderdelen die niet met de instal-
latie werden getest, kunnen de
werking nadelig beïnvloeden. De
montage van componenten die
niet zijn toegestaan evenals de
wijziging en ombouw zonder toe-
stemming kan de veilige werking
nadelig beïnvloeden en de
garantie beperken.
Bij vervanging uitsluitend origi-
nele onderdelen van Viessmann
of door Viessmann goedge-
keurde onderdelen gebruiken.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
(vervolg)
5442 250 NL
4
Montagehandleiding
Montagehandleiding
Montagehandleidingen......................................................................................... 6
Installatievoorbeeld 1........................................................................................... 6
Installatievoorbeeld 2........................................................................................... 11
Installatievoorbeeld 3........................................................................................... 18
Installatievoorbeeld 4........................................................................................... 25
Montageverloop
Solarregeling monteren........................................................................................ 32
Overzicht van de elektrische aansluitingen.......................................................... 33
Zonnecircuitpomp................................................................................................. 33
Pomp/klep aan uitgang R2................................................................................... 35
Veiligheidstemperatuurbegrenzer........................................................................ 36
Collectortemperatuursensor................................................................................. 37
Boilertemperatuursensor...................................................................................... 38
Temperatuursensor.............................................................................................. 38
Netaansluiting....................................................................................................... 39
Servicehandleiding
Inbedrijfstelling
Netspanning inschakelen..................................................................................... 41
Navigeren door het menu..................................................................................... 41
Installatieschema instellen................................................................................... 43
Installatieparameters instellen.............................................................................. 43
Installatieparameters terugzetten......................................................................... 43
Relaistest uitvoeren.............................................................................................. 43
Servicecontrole
Temperaturen en bedrijfstoestanden opvragen................................................... 45
Storingen oplossen
Storingsmeldingen................................................................................................ 46
Sensoren controleren........................................................................................... 46
Zekering vervangen.............................................................................................. 47
Functiebeschrijving
Overzicht van de parameters............................................................................... 48
Installatieschema.................................................................................................. 51
Collector-grenstemperatuur.................................................................................. 61
Collectorkoelfunctie.............................................................................................. 61
Minimale collectortemperatuurbegrenzing........................................................... 61
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5442 250 NL
5
Vorstbeschermingsfunctie.................................................................................... 62
Terugkoelfunctie................................................................................................... 62
Intervalfunctie....................................................................................................... 63
Warmtebalancering.............................................................................................. 63
Toerentalregeling................................................................................................. 63
Onderdelenlijst................................................................................................... 65
Technische gegevens........................................................................................ 66
Appendix............................................................................................................. 67
Verklaringen
Conformiteitsverklaring......................................................................................... 68
Index.................................................................................................................... 69
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
(vervolg)
5442 250 NL
6
Gevaar
Afhankelijk van de installatiecon-
figuratie kunnen warmwatertem-
peraturen van meer dan 60 °C
voorkomen. Warmwater met
temperaturen boven 60 ºC ver-
oorzaakt brandwonden.
Om de temperatuur op 60 ºC te
begrenzen een menginrichting,
bijv. een thermostatische meng-
automaat (accessoire), installe-
ren. Als bescherming tegen
brandwonden op het tappunt een
mengarmatuur monteren.
Installatievoorbeeld 1
Tapwaterverwarming met bivalente warmwaterboiler
Hoofdcomponenten
Viessmann zonnecollectoren
Warmwaterboiler Vitocell 100-B of
Vitocell 300-B
Vitosolic 100, type SD1
Solar-Divicon
Olie-/gasketel of wandtoestel op olie/
gas
Functiebeschrijving
Tapwateropwarming met zonne-ener-
gie
Als het temperatuurverschil tussen col-
lectortemperatuursensor S1
eQ
en boi-
lertemperatuursensor S2
qQ
groter is
dan het inschakel-temperatuurverschil
DT E, wordt de solarcircuitpomp R1
eE
ingeschakeld en de warmwaterboi-
ler
qP
wordt verwarmd.
De solarcircuitpomp R1
eE
wordt vol-
gens de volgende criteria uitgescha-
keld:
Daling onder het uitschakel-tempera-
tuurverschil DT A
Overschrijden van de elektronische
temperatuurbegrenzing (max. bij
90 °C) van de regeling
eZ
Bereiken van de temperatuur die op de
veiligheidstemperatuurbegrenzer
qW
(indien aanwezig) is ingesteld
Extra functie voor de tapwaterverwar-
ming
De eisen voor de extra functie worden
door de circulatiepomp R2
qT
gereali-
seerd.
Montagehandleiding
Montagehandleidingen
5442 250 NL
7
Onderdrukking van de naverwarming
van de warmwaterboiler door de ver-
warmingsketel
In de ketelcircuitregeling
2
wordt via
codeeradres „67“ een 3e gewenste tap-
watertemperatuur ingesteld (instelbereik
10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder
de 1e gewenste tapwatertemperatuur
liggen. De warmwaterboiler
qP
wordt
pas door de verwarmingsketel
1
ver-
warmd (solarcircuitpomp R1
eE
loopt),
als deze gewenste waarde niet met de
solarinstallatie kan worden bereikt.
Tapwaterverwarming zonder zonne-
energie
Het bovenste gedeelte van de warmwa-
terboiler
qP
wordt door de verwarmings-
ketel
1
verwarmd. De boilertempera-
tuurregeling met boilertemperatuursen-
sor
3
van de ketelcircuitregeling
2
regelt de boilerverwarming
4
.
Vereiste instellingen op de solarregeling
Para-
meter
Toestand
levering
Beschrijving Instelling
ANL 1 Zonder extra functie voor de tapwaterverwar-
ming
1
Met extra functie voor de tapwateropwarming (zie
pagina 55)
4
DT E 8° C Inschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuit-
pomp aan R1
DT A 4 °C Uitschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuit-
pomp aan R1
S SL 60 °C Gewenste boilertemperatuur (zie pagina 52)
Overige functies zie hoofdstuk ”Functiebeschrijving” vanaf pagina 48.
Opmerking
”DT E” kan min. 0,5 K boven ”DT A” en
max. 0,5 K onder ”DT S” (zie
pagina 50) worden ingesteld.
”DT A” kan max. 0,5 K onder ”DT E”
worden ingesteld.
Opmerking voor toerentalregeling
van de zonnecircuitpomp
Hoofdstuk ”Toerentalregeling ” in acht
nemen (zie pagina 63).
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 1
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
8
Hydraulisch installatieschema ID: 4605028_0906_02
qQ
qE
3
qP
qT
qR
qW
P
eP
eW
eQ
eE
1
2
M
4
2
11
S2S1
eZ
R1R2
KM-BUS
230 V/50 Hz
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 1
(vervolg)
5442 250 NL
9
Benodigde apparaten
ID: 4605028_0906_02
Pos. Omschrijving
1
Wandtoestel of cv-ketel op olie/gas
met
2
Ketel- en verwarmingscircuitregeling
3
Boilertemperatuursensor
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming
(bij wandtoestel op olie/gas ingebouwd)
qP
Warmwaterboiler, bivalent
qQ
Boilertemperatuursensor S2
qW
Veiligheidstemperatuurbegrenzer (accessoires)
qE
Tapwatercirculatiepomp (installateur)
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting evt. interne/externe uitbrei-
ding nodig)
qR
Thermostatische mengautomaat (accessoires)
qT
Circulatiepomp R2 (omlading) (door installateur)
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1
eW
Solar-Divicon (accessoire)
met
eE
Solarcircuitpomp R1
eZ
Vitosolic 100, type SD1
eU
Verdeeldoos (van installateur)
eI
Netschakelaar (van de installateur)
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 1
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
10
Elektrisch installatieschema
eQ
qQ
qW
eE
eZ
230 V / 50 Hz
?
21
20
15
19
18
14
?
M
1~
R1
17
16
13
?
12
11
145
10
9
4
3
2
1
6
5
eU
SOL
COL
STB
230 V / 50 HzLaagspanning
R2
M
1~
qT
KM-BUS
2
eI
ID: 4605028_0906_02
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 1
(vervolg)
5442 250 NL
11
Vitodens tapwaterverwarming en ondersteuning van de ruim-
teverwarming met multivalente verwarmingswaterbuffer
Hoofdcomponenten
Viessmann zonnecollectoren
Multivalente verwarmingswaterbuffer
Vitocell 340-M of Vitocell 360-M met
geïntegreerde tapwaterverwarming,
met of zonder laagladingsysteem
Vitosolic 100, type SD1
Solar-Divicon
Wandtoestel op gas vanaf type
Vitodens 200-W, type WB2B
Functiebeschrijving
Tapwateropwarming met zonne-ener-
gie
Als het temperatuurverschil tussen col-
lectortemperatuursensor S1
eQ
en boi-
lertemperatuursensor S2
qQ
groter is
dan het inschakel-temperatuurverschil
DT E, wordt de solarcircuitpomp R1
eE
ingeschakeld en de verwarmingswater-
buffer
qP
wordt verwarmd.
De solarcircuitpomp R1
eE
wordt vol-
gens de volgende criteria uitgescha-
keld:
Daling onder het uitschakel-tempera-
tuurverschil DT A
Overschrijden van de elektronische
temperatuurbegrenzing (max. bij
90 °C) van de regeling
eZ
Bereiken van de temperatuur die op de
veiligheidstemperatuurbegrenzer
qW
(indien aanwezig) is ingesteld
Als de zonne-energie voldoende is,
wordt de gehele verwarmingswaterbuf-
fer
qP
door de solarinstallatie ver-
warmd.
Naverwarming door de verwarmingske-
tel
1
van het bovenste gedeelte van de
verwarmingswaterbuffer
qP
vindt alleen
plaats als de temperatuur lager wordt
dan op ketelcircuitregeling
2
is inge-
steld.
Als de zonne-energie onvoldoende is,
wordt in het onderste gedeelte van de
verwarmingswaterbuffer
qP
het tapwa-
ter solair voorverwarmd. In het bovenste
gedeelte wordt het door de verwar-
mingsketel
1
op de gewenste tempe-
ratuur gebracht.
Via de boilertemperatuursensor
qZ
van
de ketelcircuitregeling wordt de brander
ingeschakeld en de 3-weg omschakel-
klep
rZ
in stand ”AB-A” geschakeld. Na
het bereiken van de gewenste tapwater-
temperatuur wordt de brander uitge-
schakeld en de 3-weg omschakel-
klep
rZ
in stand ”AB-B” geschakeld.
Onderdrukking van de naverwarming
van de warmwaterboiler door de ver-
warmingsketel
In de ketelcircuitregeling
2
wordt via
codeeradres „67“ een 3e gewenste tap-
watertemperatuur ingesteld (instelbereik
10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder
de 1e gewenste tapwatertemperatuur
liggen. De verwarmingswaterbuffer
qP
wordt pas door de verwarmingske-
tel
1
verwarmd (solarcircuitpomp R1
eE
loopt), als deze gewenste waarde
niet door de solarinstallatie kan worden
bereikt.
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2
5442 250 NL
Montage
12
Tapwateropwarming zonder zonne-
energie
Het bovenste gedeelte van de verwar-
mingswaterbuffer
qP
wordt door de ver-
warmingsketel
1
verwarmd. De geïn-
tegreerde tapwaterwisselaar/spiraal
wordt door het omgevende bufferwater
verwarmd.
De boilertemperatuurregeling met boi-
lertemperatuursensor
qZ
van de ketel-
circuitregeling
2
schakelt de
3-weg omschakelklep
rZ
.
Ruimteverwarming met zonne-ener-
gie
Wanneer de temperatuur op de sen-
sor
qT
voldoende is, vindt ruimteverwar-
ming plaats.
Ruimteverwarming zonder zonne-
energie
Wanneer de temperatuur op de sen-
sor
qT
onvoldoende is, worden de bran-
der en de circulatiepomp in de Vitodens
ingeschakeld. Het gedeelte tussen
HV2/HR1 en HR2 in de verwarmingswa-
terbuffer
qP
wordt tot de gewenste
waarde voor de weersafhankelijke wer-
king van het verwarmingscircuit ver-
warmd. Bij overschrijding van deze
gewenste waarde wordt de brander en
met vertraging de circulatiepomp in de
Vitodens uitgeschakeld.
Vereiste instellingen op de solarregeling
Para-
meter
Toestand
levering
Beschrijving Instelling
ANL 1 Zonder extra functie voor de tapwaterverwar-
ming
1
DT E 8° C Inschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuit-
pomp aan R1
DT A 4 °C Uitschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuit-
pomp aan R1
S SL 60 °C Gewenste boilertemperatuur (zie pagina 52)
Overige functies zie hoofdstuk ”Functiebeschrijving” vanaf pagina 48.
Opmerking
”DT E” kan min. 0,5 K boven ”DT A” en
max. 0,5 K onder ”DT S” (zie
pagina 50) worden ingesteld.
”DT A” kan max. 0,5 K onder ”DT E”
worden ingesteld.
Opmerking voor toerentalregeling
van de zonnecircuitpomp
Hoofdstuk ”Toerentalregeling ” in acht
nemen (zie pagina 63).
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2
(vervolg)
5442 250 NL
13
Vereiste coderingen op de ketel- en verwarmingscircuitregeling
Codering Functie
51:1 De interne circulatiepomp wordt alleen ingeschakeld als de bran-
der in bedrijf is (met vertraging uit)
53:3 Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
De 3-weg omschakelklep
rZ
is op uitgang
sK
van de interne uit-
breiding H1 of H2 aangesloten
5b:1 Interne omschakelklep zonder functie
(warmwaterboiler achter de 3-weg-omschakelklep
rZ
aangeslo-
ten)
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
14
Hydraulisch installatieschema ID: 4605029_0906_02
P
eP
eW
eQ
eE
M
1
rZ
M
qZ
wW
2
qQ
5/28
5/21
HV2/HR1
HR2
HV1
HR3
qW
qR
qE
qP
qT
S2S1
eZ
R1R2
KM-BUS
230 V/50 Hz
5
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2
(vervolg)
5442 250 NL
15
Benodigde apparaten
ID: 4605029_0906_02
Pos. Omschrijving
1
Gaswandtoestel
met
2
Ketel- en verwarmingscircuitregeling
3
Interne uitbreiding H1
of
4
Interne uitbreiding H2 (accessoires)
of
Bij installatie met tapwatercirculatiepomp:
5
Externe uitbreiding H1 (accessoires)
6
KM-BUS-verdeler (accessoires)
qP
Warmwaterbuffer
met
wW
Inschroefcirculatie (accessoires)
qT
Temperatuursensor (aanvoertemperatuursensor voor open-verdeler, in dit
schema in de verwarmingswaterbuffer) (accessoires)
qZ
Boilertemperatuursensor (accessoires)
qQ
Boilertemperatuursensor S2
qW
Veiligheidstemperatuurbegrenzer (accessoires)
qE
Tapwatercirculatiepomp (installateur)
qR
Thermostatische mengautomaat (accessoires)
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1
eW
Solar-Divicon (accessoire)
met
eE
Solarcircuitpomp R1
eZ
Vitosolic 100, type SD1
eU
Verdeeldoos (van installateur)
eI
Netschakelaar (van de installateur)
rZ
3-weg-omschakelklep (accessoires)
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
16
Elektrisch installatieschema
Vitosolic 100
eQ
qQ
qW
eE
eZ
230 V / 50 Hz
?
21
20
15
19
18
14
?
M
1~
R1
17
16
13
?
12
11
145
10
9
4
3
2
1
6
5
eU
SOL
KOL
STB
230 V / 50 HzLaagspanning
A
eI
ID: 4605029_0906_02
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2
(vervolg)
5442 250 NL
17
Regeling gaswandtoestel
2
L
?
lH
?
1
230 V / 50 Hz
aBJ
sK
3 4
?
sA
?
sK
?
aVG
2
1
M
1~
M
1~
ZP
4
5
6
7
%
STS
230 V / 50 HzLaagspanning
qE
5
rZ
qZ
qT
2
1
2
aVG
1
2
aVG
6
1
2
aVG
1
2
aVG
6
?
?
1
2
aVG
1
2
aVG
?
gD
sK
lH lH
A
ID: 4605029_0906_02
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
18
Vitodens — tapwaterverwarming met verswatermodule en
ondersteuning van de ruimteverwarming met verwarmingswa-
terbuffer
Hoofdcomponenten
Viessmann zonnecollectoren
Verswatermodule
Verwarmingswaterbuffer Vitocell 140-
E of Vitocell 160-E
Vitosolic 100, type SD1
Solar-Divicon
Wandtoestel op gas vanaf type
Vitodens 200-W, type WB2B
Functiebeschrijving
De tapwaterverwarming vindt plaats bij
afname van warm water door de verswa-
termodule
qP
. De energievoorziening
van de verswatermodule
qP
vindt plaats
via de verwarmingswaterbuffer
rP
. De
verwarming van de verwarmingswater-
buffer
rP
vindt plaats door de solarin-
stallatie of in het bovenste gedeelte door
de verwarmingsketel
1
.
Het verwarmde tapwater wordt in de ver-
swatermodule
qP
in doorstroming ver-
warmd. Een interne pomp transporteert
verwarmingswater uit de verwarmings-
waterbuffer
rP
naar de verswatermo-
dule
qP
. Daardoor wordt volgens het
tegenstroomprincipe het tapwater in de
warmtewisselaar van de verswatermo-
dule
qP
verwarmd. De regeling vindt
plaats met de interne regeling van de
verswatermodule
qP
.
Bij gebruik van een verswatermodule
met geïntegreerde circulatiepomp kan
voor de optimale laagvorming van het
retourwater in de verwarmingswaterbuf-
fer
rP
de 3-weg-omschakelklep
qQ
in
combinatie met de sensoren S3
qE
en
S4
qW
van de verswatermodule
qP
door
hun regeling worden aangestuurd.
Tapwateropwarming met zonne-ener-
gie
Als het temperatuurverschil tussen col-
lectortemperatuursensor S1
eQ
en boi-
lertemperatuursensor S2
rQ
groter is
dan het inschakel-temperatuurverschil
DT E, wordt de solarcircuitpomp R1
eE
ingeschakeld en de verwarmingswater-
buffer
rP
wordt verwarmd.
De solarcircuitpomp R1
eE
wordt vol-
gens de volgende criteria uitgescha-
keld:
Daling onder het uitschakel-tempera-
tuurverschil DT A
Overschrijden van de elektronische
temperatuurbegrenzing (max. bij
90 °C) van de regeling
eZ
Bereiken van de temperatuur die op de
veiligheidstemperatuurbegrenzer
rR
(indien aanwezig) is ingesteld
Als de zonne-energie voldoende is,
wordt de gehele verwarmingswaterbuf-
fer
rP
door de solarinstallatie ver-
warmd.
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
5442 250 NL
19
Naverwarming door de verwarmingske-
tel
1
van het bovenste gedeelte van de
verwarmingswaterbuffer
rP
vindt alleen
plaats als de temperatuur lager wordt
dan op ketelcircuitregeling
2
is inge-
steld.
Via de boilertemperatuursensor
rW
van
de ketelcircuitregeling wordt de brander
ingeschakeld en de 3-weg omschakel-
klep
rZ
in stand ”AB-A” geschakeld. Na
het bereiken van de gewenste tapwater-
temperatuur wordt de brander uitge-
schakeld en de 3-weg omschakel-
klep
rZ
in stand ”AB-B” geschakeld.
Onderdrukking van de naverwarming
van de warmwaterboiler door de ver-
warmingsketel
In de ketelcircuitregeling
2
wordt via
codeeradres „67“ een 3e gewenste tap-
watertemperatuur ingesteld (instelbereik
10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder
de 1e gewenste tapwatertemperatuur
liggen. De verwarmingswaterbuffer
rP
wordt pas door de verwarmingsketel ver-
warmd (solarcircuitpomp R1
eE
loopt),
als deze gewenste waarde niet door de
solarinstallatie kan worden bereikt.
Tapwateropwarming zonder zonne-
energie
Het bovenste gedeelte van de verwar-
mingswaterbuffer
rP
wordt door de ver-
warmingsketel
1
verwarmd.
De boilertemperatuurregeling met boi-
lertemperatuursensor
rW
van de ketel-
circuitregeling
2
schakelt de
3-weg omschakelklep
rZ
.
Ruimteverwarming met zonne-ener-
gie
Wanneer de temperatuur op de sen-
sor
rE
voldoende is, vindt ruimteverwar-
ming plaats via de verwarmingswater-
buffer
rP
.
Ruimteverwarming zonder zonne-
energie
Wanneer de temperatuur op de sen-
sor
rE
onvoldoende is, worden de bran-
der en de circulatiepomp in de Vitodens
ingeschakeld. Het gedeelte tussen
HV3/HR1 en HR3 in de verwarmingswa-
terbuffer
rP
wordt tot de gewenste
waarde voor de weersafhankelijke wer-
king van het verwarmingscircuit ver-
warmd. Bij overschrijding van deze
gewenste waarde wordt de brander en
met vertraging de circulatiepomp in de
Vitodens uitgeschakeld.
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
20
Vereiste instellingen op de solarregeling
Para-
meter
Toestand
levering
Beschrijving Instelling
ANL 1 Zonder extra functie voor de tapwaterverwar-
ming
1
DT E 8° C Inschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuit-
pomp aan R1
DT A 4 °C Uitschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuit-
pomp aan R1
S SL 60 °C Gewenste boilertemperatuur (zie pagina 52)
Overige functies zie hoofdstuk ”Functiebeschrijving” vanaf pagina 48.
Opmerking
”DT E” kan min. 0,5 K boven ”DT A” en
max. 0,5 K onder ”DT S” (zie
pagina 50) worden ingesteld.
”DT A” kan max. 0,5 K onder ”DT E”
worden ingesteld.
Opmerking voor toerentalregeling
van de zonnecircuitpomp
Hoofdstuk ”Toerentalregeling ” in acht
nemen (zie pagina 63).
Vereiste coderingen op de ketel- en verwarmingscircuitregeling
Codering Functie
51:1 De interne circulatiepomp wordt alleen ingeschakeld als de bran-
der in bedrijf is (met vertraging uit)
53:3 Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
De 3-weg omschakelklep
rZ
is op uitgang
sK
van de interne
uitbreiding H1 of H2 aangesloten
5b:1 Interne omschakelklep zonder functie
(warmwaterboiler achter de 3-weg-omschakelklep
rZ
aange-
sloten)
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
(vervolg)
5442 250 NL
21
Hydraulisch installatieschema ID: 4605030_0906_2
P
eP
eW
eQ
rP
HV2
HV3/HR1
HR3
HR4
HV1
HR2
M
1
rZ
2
M
M
rQ
rR
rW
rE
qQ
eE
qP
qE
qW
S2S1
eZ
R1R2
KM-BUS
230 V/50 Hz
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
22
Benodigde apparaten
ID: 4605030_0906_2
Pos. Omschrijving
1
Gaswandtoestel
met
2
Ketel- en verwarmingscircuitregeling
rW
Boilertemperatuursensor STS
3
Interne uitbreiding H1
of
4
Interne uitbreiding H2 (accessoires)
qP
Verswatermodule
qQ 3-weg-omschakelklep R3 (accessoires bij qP)
qW Temperatuursensor S4 (accessoire bij qP)
qE Temperatuursensor S3 (accessoire bij qP)
qR
Netschakelaar (van de installateur)
rP
Verwarmingswaterbuffer
rQ
Boilertemperatuursensor S2
rR
Veiligheidstemperatuurbegrenzer (accessoires)
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1
eW
Solar-Divicon (accessoire)
met
eE
Solarcircuitpomp R1
eZ
Vitosolic 100, type SD1
eU
Verdeeldoos (van installateur)
eI
Netschakelaar (van de installateur)
rE
Temperatuursensor (aanvoertemperatuursensor voor open-verdeler)
(accessoires)
rZ
3-weg-omschakelklep (accessoires)
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
(vervolg)
5442 250 NL
23
Elektrisch installatieschema
Vitosolic 100
eQ
rQ
rR
eE
eZ
230 V / 50 Hz
?
21
20
15
19
18
14
?
M
1~
R1
17
16
13
?
12
11
145
10
9
4
3
2
1
6
5
eU
SOL
KOL
STB
230 V / 50 HzLaagspanning
A
eI
ID: 4605030_0906_2
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
24
Regeling gaswandtoestel
2
L
?
lH
?
1
230 V / 50 Hz
aBJ
sK
3 4
M
1~
4
5
6
7
%
STS
230 V / 50 HzLaagspanning
rZ
rW
rE
??
gD
sK
lH lH
A
ID: 4605030_0906_2
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
(vervolg)
5442 250 NL
25
Regeling verswatermodule
GND
S1
L
N
N
R1
R2
R3
R4
R5-R
R5-M
R5-A
S2
S3
S4
S5
S6
S7
?
230 V / 50 Hz
L
N
?
M
1~
qP
qE qW qQ
qR
ID: 4605030_0906_2
Installatievoorbeeld 4
Tapwateropwarming met updatesysteem voor zonne-energie
Voor dit installatievoorbeeld zijn er 2
regelingstechnische varianten:
Variant A:
Omlading met sensor S3 in de warm-
waterboiler 2 (bestand)
Verschiltemperatuurregeling
Variant B:
Omlading met sensor S3 in de warm-
waterboiler 1 (update)
Regeling via thermostaatfunctie
Indien de mogelijkheid bestaat de tem-
peratuursensor voor de circulatieom-
schakeling in de bestandboiler te positi-
oneren, adviseren wij variant
A
.
Hoofdcomponenten
Viessmann zonnecollectoren
Monovalente warmwaterboiler
(bestand)
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 3
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
26
Updatesysteem voor zonne-energie
met de volgende componenten:
Solar-Divicon SR
Vitosolic 100, type SD1
Warmwaterboiler Vitocell100-W,
type CUG
Wandtoestel of olie-/gasketel
Functiebeschrijving
Tapwateropwarming met zonne-ener-
gie
Als het temperatuurverschil tussen col-
lectortemperatuursensor S1
eQ
en boi-
lertemperatuursensor S2
qQ
groter is
dan het inschakel-temperatuurverschil
DT E, wordt de solarcircuitpomp R1
eE
ingeschakeld en de warmwaterboi-
ler
qP
wordt verwarmd.
De solarcircuitpomp R1
eE
wordt vol-
gens de volgende criteria uitgescha-
keld:
Daling onder het uitschakel-tempera-
tuurverschil DT A
Overschrijden van de elektronische
temperatuurbegrenzing (max. bij
90 °C) van de regeling
eZ
Bereiken van de temperatuur die op de
veiligheidstemperatuurbegrenzer
qW
(indien aanwezig) is ingesteld
Variant
A
Als het temperatuurverschil tussen sen-
sor S2
qQ
en sensor S3
qU
groter is dan
het inschakel-temperatuurverschil
DT 3E, wordt de omlaadpomp R2
qT
ingeschakeld. Het in de warmwaterboi-
ler
qP
verwarmde water wordt naar
warmwaterboiler 2
qI
gepompt.
De omlaadpomp R2qT wordt ook inge-
schakeld als de aanvraag door de extra
functie voor de tapwateropwarming
bestaat.
De omlaadpomp R2
qT
wordt volgens
de volgende criteria uitgeschakeld:
Daling onder het uitschakel-tempera-
tuurverschil DT 3A
Bij beëindigen van de extra functie
voor de tapwateropwarming
De circulatiepomp
qE
(indien aanwezig)
voor de warmwaterboiler 2
qI
wordt via
de ketelcircuitregeling
2
geschakeld.
Variant
B
Als de temperatuur aan sensor S3
qU
groter is dan de inschakel-temperatuur
NH E, wordt de omlaadpomp R2
qT
ingeschakeld.
Het in de warmwaterboiler
qP
ver-
warmde water wordt naar warmwater-
boiler 2
qI
gepompt.
De omlaadpomp R2
qT
wordt ook inge-
schakeld als de aanvraag door de extra
functie voor de tapwateropwarming
bestaat.
De omlaadpomp R2
qT
wordt volgens
de volgende criteria uitgeschakeld:
Lagere temperatuurwaarde dan de uit-
schakel-temperatuur N HA
Bij beëindigen van de extra functie
voor de tapwateropwarming
De circulatiepomp
qE
(indien aanwezig)
voor de warmwaterboiler 2
qI
wordt via
de ketelcircuitregeling
2
geschakeld.
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 4
(vervolg)
5442 250 NL
27
Onderdrukking van de naverwarming
van de warmwaterboiler door de ver-
warmingsketel
In de ketelcircuitregeling
2
wordt via
codeeradres „67“ een 3e gewenste tap-
watertemperatuur ingesteld (instelbereik
10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder
de 1e gewenste tapwatertemperatuur
liggen. De warmwaterboiler 2
qI
wordt
pas door de verwarmingsketel
1
ver-
warmd (solarcircuitpomp R1
eE
loopt),
als deze gewenste waarde niet door de
solarinstallatie kan worden bereikt.
Tapwateropwarming zonder zonne-
energie
De warmwaterboiler 2
qI
wordt door de
verwarmingsketel
1
verwarmd. De boi-
lertemperatuurregeling met boilertem-
peratuursensor
3
van de ketelcircuitre-
geling
2
regelt de boilerverwarming.
Vereiste instellingen op de solarregeling
Variant
A
Para-
meter
Toestand
levering
Beschrijving Instelling
ANL 1 Met extra functie voor de tapwateropwarming (zie
pagina 55)
8
DT E 8° C Inschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuit-
pomp aan R1
DT A 4 °C Uitschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuit-
pomp aan R1
DT 3E 8° C Inschakel-temperatuurverschil voor omlaadpomp
aan R2
DT 3A 4 °C Uitschakel-temperatuurverschil voor omlaad-
pomp aan R2
S SL 60 °C Gewenste boilertemperatuur (zie pagina 52)
Overige functies zie hoofdstuk ”Functiebeschrijving” vanaf pagina 48.
Variant
B
Para-
meter
Lev.-toe-
stand
Beschrijving Instelling
ANL 1 Met extra functie voor de tapwateropwarming
(zie pagina 55)
9
DT E 8° C Inschakel-temperatuurverschil voor zonnecir-
cuitpomp aan R1
DT A 4 °C Uitschakel-temperatuurverschil voor zonnecir-
cuitpomp aan R1
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 4
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
28
Para-
meter
Lev.-toe-
stand
Beschrijving Instelling
N HE 40° C Inschakel-temperatuur voor omlaadpomp aan
R2
WW
Gewl
+ 4 K
N HA 45 °C Uitschakel-temperatuur voor omlaadpomp aan
R2
WW
Gewl
+ 2 K
S Sl 60 °C Gewenste boilertemperatuur (zie pagina 52)
Overige functies zie hoofdstuk ”Functiebeschrijving” vanaf pagina 48.
Opmerking
”DT E” kan min. 0,5 K boven ”DT A”
en max. 0,5 K onder ”DT S” (zie
pagina 50) worden ingesteld.
”DT A” kan max. 0,5 K onder ”DT E”
worden ingesteld.
WW
Gew
is de gewenste tapwatertem-
peratuur van de warmwaterboiler 2
(bestand). Die waarde aan de ketelcir-
cuitregeling opvragen.
Bij de instelling van ”N HE” de
gewenste boilertemperatuur ”S SL” in
acht nemen. Evt. de gewenste tapwa-
tertemperatuur 2 aan de ketelcircuit-
regeling lager instellen.
Montage- en servicehandlei-
ding van de ketelregeling
Opmerking voor toerentalregeling
van de zonnecircuitpomp
Hoofdstuk ”Toerentalregeling ” in acht
nemen (zie pagina 63).
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 4
(vervolg)
5442 250 NL
29
Hydraulisch installatieschema ID: 4605031_0906_01
4
1
2
M
2
11
qE
qI
qR
qT
2
3
P
eP
eW
eQ
eE
qQ
qP
qU
1
qW
qU
B
A
S2S1
eZ
R1R2
KM-BUS
230 V/50 Hz
S3
A/B
Beschrijving van de varianten
zie pagina 26.
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 4
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
30
Benodigde apparaten
ID: 4605031_0906_01
Pos. Omschrijving
1
Wandtoestel of cv-ketel op olie/gas
met
2
Ketel- en verwarmingscircuitregeling
3
Boilertemperatuursensor
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming
(bij wandtoestel op olie/gas ingebouwd)
qI
Warmwaterboiler 2, monovalent (bestand)
qP
Warmwaterboiler 1, monovalent (updatesysteem voor zonne-energie)
qQ
Boilertemperatuursensor S2
qW
Veiligheidstemperatuurbegrenzer (accessoires)
qE
Tapwatercirculatiepomp (installateur)
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting evt. interne/externe uitbrei-
ding nodig)
qR
Thermostatische mengautomaat (accessoires)
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1
eW
Solar-Divicon SR (updatesysteem voor zonne-energie)
met
eE
Solarcircuitpomp R1
en
eZ
Vitosolic 100, type SD1
eU
Verdeeldoos (van installateur)
eI
Netschakelaar (van de installateur)
Circulatie-omschakeling
qT
Circulatiepomp R2 (omlading) (accessoires)
qU
Temperatuursensor S3
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 4
(vervolg)
5442 250 NL
31
Elektrisch installatieschema
eQ
qQ
qW
eE
eZ
230 V / 50 Hz
?
21
20
15
19
18
14
?
M
1~
R1
17
16
13
?
12
11
145
10
9
4
3
2
1
6
5
eU
SOL
COL
STB
230 V / 50 HzLaagspanning
R2
M
1~
qT
KM-BUS
2
qU
eI
ID: 4605031_0906_01
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 4
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
32
Montageplaats in de buurt van de warm-
waterboiler kiezen met inachtname van
de elektrische aansluitingen en de kabel-
lengtes.
Voor het sluiten van de regeling elektri-
sche aansluitingen maken en kabels van
trekontlasting voorzien.
Montageverloop
Solarregeling monteren
5442 250 NL
33
E
?
13 14 15 16 17 18 19 20 21
N R2
T 4 A
R1 N L
250 V
P = 2 VA
AC 250 V 0,8 A
AC 250 V 4(2) A
IP 20, l, T40
230 V
50 Hz
R1
R2
N
11 12
145
9 10
PWM
GND +
1 2
S1
3 4
S2
5 6
S3
A
B C D
A
Aansluitruimte van de solarregeling
B
Sensoringangen
C
PWM-signaal voor zonnecircuit-
pomp
D
KM-BUS
E
Zekering, T 4,0 A
R1 Halfgeleiderrelais (voor toerentalre-
geling geschikt)
R2 Elektromechanisch relais
Zonnecircuitpomp
Te gebruiken pompen
Standaard-solarpompen Hoogrendement-
pompen
Pompen met
PWM-ingang
Zonder eigen toe-
rentalregeling
(met ingebouwde
hulpcondensator)
Met eigen toeren-
talregeling
Opmerking
Alleen solarpom-
pen gebruiken,
geen CV-pompen.
”RPM” = 1 ”RPM” = 0
Toestand bij leve-
ring
”RPM” = 0 WILO-pompen:
”RPM” = 2
GRUNDFOSS-
pompen:
”RPM” = 3
Montageverloop
Overzicht van de elektrische aansluitingen
5442 250 NL
Montage
34
Montage
In het pompstation Solar-Divicon bevindt
zich de circulatiepomp met aansluitka-
bel.
Aparte montage- en service-
handleiding
Andere pompen moeten gekeurd zijn en
volgens de fabrikantgegevens worden
gemonteerd.
Aansluiting
3-aderige kabel met een kabeldoor-
snede van 0,75 mm
2
.
Nom. stroom: 0,8 A
Opmerking
Pompen met een opgenomen vermogen
van meer dan 190 W moeten via een
extra relais (koppelrelais) worden aan-
gesloten. De toerentalregeling voor deze
pomp moet worden gedeactiveerd (zie
hoofdstuk ”Toerentalregeling”).
Standaardpomp
A
M
~
1
A
Aansluitruimte van de solarregeling R1 Solarcircuitpomp
Montageverloop
Zonnecircuitpomp
(vervolg)
5442 250 NL
35
Pomp met PWM-ingang
A
M
~
1
A
Aansluitruimte van de solar-
regeling
R1/PWM Solarcircuitpomp
Pomp/klep aan uitgang R2
Montage
Pomp en klep moeten gekeurd zijn en
volgens de fabrikantgegevens worden
gemonteerd.
Aansluiting
3-aderige kabel met een kabeldoor-
snede van 0,75 mm
2
.
Nom. stroom: max 4(2) A
Montageverloop
Zonnecircuitpomp
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
36
A
M
~
1
B
A
Aansluitruimte van de solarregeling
B
Pomp of klep
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Een veiligheidstemperatuurbegrenzer in
de verbruiker is nodig als per m
2
absor-
beroppervlak minder dan 40 liter boiler-
volume beschikbaar is. Met de montage
worden temperaturen van meer dan
95 °C in de verbruiker veilig vermeden.
Opmerking
Bij Vitocell 100 het max. aansluitbare
collectoroppervlakte in acht nemen.
Montage
De voeler van de veiligheidstempera-
tuurbegrenzer in de boilerafsluitkap
(accessoire bij Vitocell 300) monteren.
Montagehandleiding boileraf-
sluitkap
Aansluiting
3-aderige kabel met een kabeldoor-
snede van 1,5 mm
2
.
Montageverloop
Pomp/klep aan uitgang R2
(vervolg)
5442 250 NL
37
M
~
1
C
B
D
A
A
Aansluitruimte van de solarregeling
B
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
C
Solarcircuitpomp
D
Verdeeldoos (van installateur)
Temperatuurinstelling
Toestand bij levering: 120 °C
Omzetting op 95 °C vereist
Montagehandleiding veiligheids-
temperatuurbegrenzer
Collectortemperatuursensor
Montage
Montagehandleiding collector
Aansluiting
Sensor op S1 (klemmen 1 en 2) aanslui-
ten.
Verlenging van de aansluitkabel:
2-aderige kabel met een kabeldoor-
snede van 1,5 mm
2
.
Opmerking
De kabel mag niet bij 230/400-volt-
kabels worden geïnstalleerd.
Montageverloop
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
38
Montage
Vindt plaats met de haakse sok. Montagehandleiding warmwater-
boiler
Aansluiting
Sensor op S2 (klemmen 3 en 4) aanslui-
ten.
Verlenging van de aansluitkabel:
2-aderige kabel met een kabeldoor-
snede van 1,5 mm
2
.
Opmerking
De kabel mag niet bij 230/400-volt-
kabels worden geïnstalleerd.
Temperatuursensor
Montage
1.
4.
3.
2.
Montageverloop
Boilertemperatuursensor
5442 250 NL
39
Opmerking
Sensor niet met isolatieband omwikke-
len.
Dompelhuls afdichten.
Aansluiting
Sensor op S3 (klemmen 5 en 6) aanslui-
ten.
Verlenging van de aansluitkabel:
2-aderige kabel met een kabeldoor-
snede van 1,5 mm
2
.
Opmerking
De kabel mag niet bij 230/400-volt-
kabels worden geïnstalleerd.
Netaansluiting
Voorschriften
De netaansluiting en veiligheidsmaatre-
gelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten
plaatsvinden conform NEN voorschrif-
ten, NEN 1010 en volgens de voorschrif-
ten van het plaatselijke energiebedrijf!
De voedingskabel naar de solarregeling
moet volgens de voorschriften beveiligd
zijn.
Montageverloop
Temperatuursensor
(vervolg)
5442 250 NL
Montage
40
L
N
?
C
B
A
A
Aansluitruimte solarregeling
B
Netschakelaar (van de installateur)
C
Netspanning 230 V/50 Hz
Netaansluiting (230 V~) maken via een
tweepolige netschakelaar van de instal-
lateur.
Deze vrijschakeling moet gebeuren met
een scheidingsinrichting die tegelijk alle
niet-geaarde geleiders met een min.
contactopening van 3 mm scheidt.
Gevaar
Verkeerde aansluiting van aders
kan tot ernstig letsel en materiële
schade aan het toestel leiden.
Aders ”L” en ”N” niet verwisse-
len:
L Klem 21
N Klem 20
Montageverloop
Netaansluiting
(vervolg)
5442 250 NL
41
1. Controleren of alle elektrische aan-
sluitingen goed zijn uitgevoerd.
2. Controleren of de veiligheidstempe-
ratuurbegrenzer (indien nodig) is
aangesloten.
3. Netspanning inschakelen, de solar-
regeling doorloopt een initialisatie-
fase.
De solarregeling staat op automati-
sche werking.
4. Controleren van welk type de aange-
sloten solarcircuitpomp is en para-
meter ”RPM” instellen (zie
pagina 33 en 43).
Navigeren door het menu
Bedieningselementen
KOL
°C
AB
A
OK-toets; bevestiging van de
keuze in het menu of instelling
B
Symboolregel
Annuleren van een begonnen
instelling (de waarde keert terug
naar de tot nu toe ingestelde
waarde)
Inbedrijfstelling
Netspanning inschakelen
5442 250 NL
Service
42
/ Cursor-toetsen
Navigatie in het menu
/ Cursor-toetsen
Voor waarde-instelling
Knipperend ”SET” betekent dat
waarden kunnen worden gewij-
zigd.
Oproepen van het menu
In de symboolregel van het dis-
play wordt aangegeven met welke
toetsen de instellingen en opvra-
gingen gebeuren.
Opmerking
De weergave gaat na ca. 4 min naar de
weergave van de collectortemperatuur
als verder geen instellingen worden aan-
gebracht.
Symbolen op de display
De symbolen verschijnen niet steeds,
maar afhankelijk van de werkingstoe-
stand van de installatie.
Symbool Continue weergave Knipperend
Installatie in werking
 Relais 1 aan
(Zonnecircuitpomp)
à Relais 2 aan
È Gewenste warmwatertempe-
ratuur bereikt
Collectorkoelfunctie, terug-
koelfunctie actief
Ç Bescherming tegen vorst
actief
Gedaald onder collector-mini-
mumtemperatuur
¨ Collectornooduitschakeling
(collector-grenstemperatuur is
bereikt) of boilernooduitscha-
keling actief
¨+Ä Sensorfout:
Ä ¨
¨+Æ Manuele werking:
Æ ¨
SET Parameters kunnen worden
veranderd
Parameter met / wijzigen
Inbedrijfstelling
Navigeren door het menu
(vervolg)
5442 250 NL
43
De volgende toetsen indrukken:
1. ”ANL 1” en het overeenkom-
stige schema verschijnen in het
display.
2. OK SET” knippert.
3. voor het gewenste schema.
4. OK ter bevestiging.
Installatieschema zie vanaf
pagina 51.
Installatieparameters instellen
De volgende toetsen indrukken:
1. ”ANL” en het overeenkom-
stige schema verschijnen in
het display.
2. tot de gewenste parameter
verschijnt (zie tabel op
pagina 48).
3. OK SET” knippert.
4. / voor de gewenste waarde.
5. OK ter bevestiging.
Installatieparameters terugzetten
Als er een ander installatieschema wordt
ingesteld, worden alle parameters auto-
matisch naar de toestand bij levering
teruggezet.
Relaistest uitvoeren
De volgende toetsen indrukken:
1. ”ANL” en het overeenkomstige
schema verschijnen in het dis-
play.
2. ”HND 1” resp. ”HND 2” kie-
zen.
HND 1 Relais 1
HND 2 Relais 2
3. OK SET” knippert.
Inbedrijfstelling
Installatieschema instellen
5442 250 NL
Service
44
4. / voor de gewenste instelling.
Auto Regelwerking
On in (100%)
Æ
en
Â
resp.
Ã
ver-
schijnt en ”
¨
” knippert.
OFF Uit
Æ
” verschijnt en ”
¨
knippert.
5. OK ter bevestiging.
6. Na beëindiging van de relais-
test ”Auto” instellen.
Inbedrijfstelling
Relaistest uitvoeren
(vervolg)
5442 250 NL
45
Afhankelijk van de installatieconfiguratie
en de instellingen kunnen met de toetsen
/ de volgende waarden worden opge-
vraagd:
Weergave op display Omschrijving
COL °C Collectortemperatuur
TSPU °C Tapwatertemperatuur
S3 °C Temperatuur aan een eventueel aange-
sloten sensor S3
n1 % Relatief toerental van de zonnecircuit-
pomp
n2 Status van het relais R2:
OFF: Relais uit
On: Relais aan
hP1 h Bedrijfsuren van het toestel aan uitgang
R1 (solarcircuitpomp)
hP2 h Bedrijfsuren van het toestel aan uitgang
R2
KWh Warmtehoeveelheid, indien warmtehoe-
veelheidmeter geactiveerd
Opmerking
De waarden voor MWh en kWh moeten
opgeteld worden.
MWh
Terugzetten van de bedrijfsuren en de
warmtehoeveelheid
De volgende toetsen indrukken gedu-
rende de weergave van de waarde:
1. OK ”SET” knippert; waarde 0 ver-
schijnt.
2. OK ter bevestiging.
Servicecontrole
Temperaturen en bedrijfstoestanden opvragen
5442 250 NL
Service
46
Storingen van de sensoren:
Displayverlichting knippert
Sensorsymbool in het installatie-
schema knippert snel
¨ knippert
Voorbeeld kortsluiting collectortem-
peratuursensor
KOL
°C
Mogelijke indicaties:
–88.8 Kortsluiting sensor
888.8 Onderbreking sensor
Opmerking
Met de toetsen / kunnen meer opvra-
gingen worden uitgevoerd.
Sensoren controleren
0,1
1
10
100
0 20 40 60 80 100 120 140
Temperatuur in °C
Weerstand in kΩ
A
B
25
A
Weerstand 20 kΩ (sensor S1, col-
lectortemperatuursensor)
B
Weerstand 10 kΩ (sensoren S2 en
S3)
1. Betreffende sensor afklemmen en
weerstand meten.
2. Meetresultaat vergelijken met werke-
lijke temperatuur (opvragen zie
pagina 45). Bij sterke afwijking mon-
tage controleren en evt. sensor ver-
vangen.
Storingen oplossen
Storingsmeldingen
5442 250 NL
47
Technische gegevens
Sensor NTC 10 kΩ bij 25 °C 20 kΩ bij 25 °C
Beschermingsgraad IP 53 IP 53
Toegest. omgevings-
temperatuur
tijdens werking
-20 tot +90 20 tot + 200 °C
bij opslag en transport
20 tot + 70 °C 20 tot + 70 °C
Zekering vervangen
B
A
A
Aansluitruimte solarregeling
B
Zekering, T4 A
Aansluitruimte van de solarregeling
openen.
Reservezekering bevindt zich in de
zekeringhouder.
Storingen oplossen
Sensoren controleren
(vervolg)
5442 250 NL
Service
48
Al naargelang de installatieconfiguratie kunnen de volgende parameters wor-
den ingesteld:
Weer-
gave
Parameter Toestand
levering
Instelbereik Installatie-
schema
ANL Installatieschema 1 1–10
DT E Inschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1
8 °C 1,5 – 20 °C
1 t/m 9
DT E < DT S
DT A Uitschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1
4 °C 1,0 – 19,5 °C
S SL Gewenste boilertempera-
tuur
(zie pagina 52)
60 °C 4 – 90 °C
DT 1E Inschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1 (verbruiker 1)
8 °C 1,5 – 20 °C
10
DT 1E < DT 1S
DT 1A Uitschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1 (verbruiker 1)
4 °C 1,0 – 19,5 °C
S 1SL Gewenste boilertempera-
tuur (verbruiker 1)
(zie pagina 52)
60 °C 4 – 90 °C
DT 2E Inschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1 en klep R2 (ver-
bruiker 2)
8 °C 1,5 – 20 °C
DT 2E < DT 2S
DT 2A Uitschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1 en klep R2 (ver-
bruiker 2)
4 °C 1,0 – 19,5 °C
S 2SL Gewenste boilertempera-
tuur (verbruiker 2)
(zie pagina 52)
60 °C 4 – 90 °C
Functiebeschrijving
Overzicht van de parameters
5442 250 NL
49
Weer-
gave
Parameter Toestand
levering
Instelbereik Installatie-
schema
NOT Collector-grenstemperatuur
(zie pagina 61)
130 °C 110 – 200 °C
1 t/m 10
OKX Collectorkoelfunctie (maxi-
male collectortemperatuur-
begrenzing)
(zie pagina 61)
OFF OFF/On
KMX 110 °C 90 – 190 °C
OKN Minimale collectortempera-
tuurbegrenzing
(zie pagina 61)
OFF OFF/On
KMN 10 °C 10 – 90 °C
OKF Vorstbeschermingsfunctie
(zie pagina 62)
OFF OFF/On
KFR 4 °C -10 – +10 °C
PRIO Volgorde waarin de verbrui-
kers worden beladen
1 0 – 2
10
ISP Onderbrekingsduur van de
pomploop, pendelpauzen-
tijd
2 min 1 – 30 min
tUMW Interval van de onderbre-
king
15 min 1 – 30 min
ORUE Terugkoelfunctie
(zie pagina 62)
OFF OFF/On
1 t/m 10
ORK Intervalfunctie
(zie pagina 63)
OFF OFF/On
DT 3E Inschakel-temperatuurver-
schil voor omlaadpomp R2
8 °C 0 – 20 °C
7
DT 3A Uitschakel-temperatuurver-
schil voor omlaadpomp R2
4 °C 0,5 – 19,5 °C
MX3E Maximale begrenzing S3
aan
58 °C 0 – 94,5 °C
MX3A Maximale begrenzing S3 uit 60 °C 0,5 – 95 °C
MN3E Minimale begrenzing S3
aan
10 °C 0,5 – 90 °C
MN3A Minimale begrenzing S3 uit 5 °C 0 – 89,5 °C
NH E Inschakeltemperatuur voor
thermostaatfunctie
40 °C 0 – 89,5 °C 3, 5, 9
NH A Uitschakeltemperatuur voor
thermostaatfunctie
45 °C 0,5 – 90 °C 3, 5, 9
Functiebeschrijving
Overzicht van de parameters
(vervolg)
5442 250 NL
Service
50
Weer-
gave
Parameter Toestand
levering
Instelbereik Installatie-
schema
OWMZ Warmtebalancering
(zie pagina 63)
OFF OFF/On
1 t/m 10
VMAX
bij 100%
pomp-
toerental
5,0 l/min 0,1 – 20 l/min
MEDT 3 0 – 3
MED% 40 20 – 70
RPM Toerentalregeling
(zie pagina 63)
0 0 – 3
n1MN
*1
Min. toerental
(zie pagina 63)
30 % 30/20 – 100 %
DT S
*1
Verschiltemperatuur voor
start van de toerentalrege-
ling
(zie pagina 63)
10 K 0,5 – 30 K
1 t/m 9
ANS
*1
Stijging
(zie pagina 63)
2 K 1 – 20 K
DT 1S
*1
Verschiltemperatuur voor
start van de toerentalrege-
ling (verbruiker 1).
(zie pagina 63)
10 K 0,5 – 30 K
10
ANS1
*1
Verhoging (verbruiker 1)
(zie pagina 63)
2 K 1 – 20 K
DT 2S
*1
Verschiltemperatuur voor
start van de toerentalrege-
ling (verbruiker 2).
(zie pagina 63)
10 K 0,5 – 30K
ANS2
*1
Verhoging (verbruiker 2)
(zie pagina 63)
2 K 1 – 20 K
HND1 Handbediening relais 1
(zie pagina 43)
AUTO OFF/On
1 t/m 10
HND2 Handbediening relais 2
(zie pagina 43)
AUTO OFF/On
PROG Softwarestand van de solar-
regeling
VERS Hardware-versie
*1
Alleen bij instelling RPM > 0 in te stellen.
Functiebeschrijving
Overzicht van de parameters
(vervolg)
5442 250 NL
51
Met de solarregeling kunnen 10 installa-
tieschema's worden gerealiseerd. De
keuze gebeurt via de parameter ”ANL
(zie pagina 43). Alle installatieschema's
bevatten de functies van ”ANL 1”
(installatieschema 1):
Bivalente tapwateropwarming
Onderdrukking van de naverwarming
door de verwarmingsketel in combina-
tie met regelingen met KM-BUS
Maximale boilertemperatuurbegren-
zing
Bij elk schema kunnen extra functies
worden geactiveerd:
Collector-grenstemperatuur (zie
pagina 61)
Collectorkoelfunctie (zie pagina 61)
Minimale collectortemperatuurbe-
grenzing (zie pagina 61)
Vorstbeschermingsfunctie (zie
pagina 62)
Terugkoelfunctie (zie pagina 62)
Intervalfunctie (zie pagina 63)
Warmtebalancering (zie pagina 63)
Toerentalregeling (zie pagina 63)
Functiebeschrijving
Installatieschema
5442 250 NL
Service
52
”ANL” = 1— basisschema
Bivalente tapwateropwarming, met onderdrukking van de naverwarming door
de verwarmingsketel in combinatie met regelingen met KM-BUS
Weergave op display Temperatuurverschil-regeling
Registratie van het temperatuurverschil tussen collector-
temperatuursensor S1 en boilertemperatuursensor S2.
Zonnecircuitpomp R1 aan:
Overschrijden van ”DT E”
Zonnecircuitpomp R1 uit:
waarde komt onder het uitschakel-temperatuurver-
schil ”DT A”
Boilertemperatuurbegrenzing
Zonnecircuitpomp R1 uit:
Bij bereiken van de gewenste boilertemperatuur ”S SL”.
Het symbool ”
È
” verschijnt.
Onderdrukking van de naverwarming door de verwar-
mingsketel in combinatie met regelingen met KM-
BUS
Functie actief:
De warmwaterboiler wordt door de solarinstallatie ver-
warmd.
Aansluiting van de KM-BUS aan klemmen 11 en 12 in
de solarregeling.
In de ketelregeling via codeeradres ”67” een 3e
gewenste tapwatertemperatuur instellen
(Waarde moet onder de 1e gewenste tapwatertempera-
tuur liggen).
Zie montage- en servicehandleiding ketelregeling.
De warmwaterboiler wordt pas door de verwarmingsketel
verwarmd als deze gewenste waarde niet met het zon-
nesysteem wordt bereikt.
Opmerking
In enkele ketelcircuitregelingen moet de elektronische
printplaat worden vervangen (zie pagina 67).
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
53
”ANL” = 2
Bivalente tapwateropwarming met onderdrukking van de naverwarming door
de verwarmingsketel in combinatie met regelingen zonder KM-BUS en/of aan-
sturing van de secundaire pomp van een externe warmtewisselaar
Weergave op display Onderdrukking van de naverwarming door de verwar-
mingsketel in combinatie met regelingen zonder KM-
BUS
Het relais R2 wordt parallel met de zonnecircuitpomp
ingeschakeld.
Functie actief:
De warmwaterboiler wordt door de solarinstallatie ver-
warmd.
Via een weerstand wordt een ca. 10 K hogere, wer-
kelijke tapwatertemperatuur gesimuleerd (aansluitin-
gen zie volgende tabel).
De warmwaterboiler wordt pas door de verwarmingske-
tel verwarmd als deze gewenste tapwatertemperatuur
niet met het zonnesysteem wordt bereikt.
Installatie met externe warmtewisselaar
S1
S2
R1
R2
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
Service
54
Boilertemperatuursensor als PTC Boilertemperatuursensor als NTC
B
C
D
E
?
13 14 15 16 17 18 19 20 21
N R2 R1 N LN
IP 20, l, T40
230 V
50 Hz
A
C
Weerstand 20 Ω, 0,25 W (van instal-
lateur)
?
13 14 15 16 17 18 19 20 21
N R2 R1 N LN
IP 20, l, T40
230 V
50 Hz
C
B
E
D
A
C
Weerstand 10 kΩ, 0,25 W (van
installateur)
A
Aansluitruimte solarregeling
B
Hulprelais
E
Naar de ketelcircuitregeling, aansluiting voor boilertemperatuursensor
D
Boilertemperatuursensor van de ketelcircuitregeling
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
55
”ANL” = 3
Bivalente tapwateropwarming en thermostaatfunctie
Weergave op display Thermostaatfunctie
Voor deze functie wordt uitgang R2 gebruikt.
Het relais R2 schakelt afhankelijk van de temperatuur aan
S3 (zie volgende tabel).
Door het vastleggen van de inschakel- en uitschakeltemperatuur kunnen ver-
schillende werkwijzen worden bereikt:
”NH E” < ”NH A” ”NH E” > ”NH A”
Bijv. voor naverwarming Bijv. voor het gebruik van overschotwarmte
Thuit
Thaan
R2uit
R2aan
Thaan
Thuit
R2uit
R2aan
”ANL” = 4
Bivalente tapwateropwarming en bijkomende functie
Weergave op display Extra functie voor de tapwaterverwarming
Aansluiting van de omlaadpomp aan R2.
Signaal voor het inschakelen van de omlaadpomp R2 via
de KM-BUS van de ketelcircuitregeling. Daarmee wordt
ook het onderste gedeelte van de warmwaterboiler tot
de gewenste temperatuur verwarmd.
Opmerking
In enkele ketelcircuitregelingen moet de elektronische
printplaat worden vervangen (zie pagina 67).
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
Service
56
1. KM-BUS op klemmen 11 en 12 in de
solarregeling aansluiten.
2. Op de ketelregeling de 2e gewenste
tapwatertemperatuur coderen.
Montage- en servicehandlei-
ding ketelcircuitregeling
3. Op de ketelcircuitregeling de
4. warmwaterfase instellen.
Bedieningshandleiding ketel-
circuitregeling
Gevaar
Warmwater met temperaturen
boven 60 ºC veroorzaakt brand-
wonden.
Om de temperatuur op 60 ºC te
begrenzen een menginrichting,
bijv. een thermostatische meng-
automaat (accessoire), installe-
ren. Als bescherming tegen
brandwonden op het tappunt een
mengarmatuur monteren.
”ANL” = 5
Bivalente tapwateropwarming, thermostaatfunctie en bijkomende functie
Weergave op display Via uitgang R2 worden de thermostaatfunctie (zie
pagina 55) en bijkomende functie (zie pagina 55) gereali-
seerd.
”ANL” = 6
Bivalente tapwateropwarming en maximale boilertemperatuurregeling
Weergave op display Bij het overschrijden van de gewenste boilertempera-
tuur ”S SL” (zie pagina 52) wordt de circulatiepomp R2
ingeschakeld.
Overtollige warmte wordt afgevoerd, bijv. naar een voor-
verwarmtrap.
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
57
”ANL” = 7
Bivalente tapwateropwarming en omlading
Weergave op display Registratie van het temperatuurverschil tussen collector-
temperatuursensor S2 en boilertemperatuursensor S3.
Omlaadpomp R2 aan:
Overschrijden van ”DT 3E”
Omlaadpomp R2 uit:
waarde komt onder het uitschakel-temperatuurver-
schil ”DT 3A”
”ANL” = 8
Bivalente tapwateropwarming, extra functie en omlading met sensor S3 in de
warmwaterboiler 2 (bestand)
Weergave op display De circulatiepomp R2 neemt de omlading (zie pagina 57)
en de extra functie (zie pagina 55) over.
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
Service
58
”ANL” = 9
Bivalente tapwateropwarming, extra functie en omlading met sensor S3 in de
warmwaterboiler 1 (update)
Weergave op display De circulatiepomp R2 neemt de omlading (zie pagina 57)
en de extra functie (zie pagina 55) over.
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
59
”ANL” = 10
Bivalente tapwateropwarming, verwarming van een 2de verbruiker via 3-weg-
omschakelklep
Weergave op display Temperatuurverschil-regeling
Registratie van het temperatuurverschil tussen collector-
temperatuursensor S1 en boilertemperatuursensor S2.
Zonnecircuitpomp R1 aan:
Overschrijden van ”DT 1E”
Verbruiker 1 wordt verwarmd.
Zonnecircuitpomp R1 uit:
waarde komt onder het uitschakel-temperatuurver-
schil ”DT 1A”
Registratie van het temperatuurverschil tussen collector-
temperatuursensor S1 en boilertemperatuursensor S3.
Zonnecircuitpomp R1 en 3-weg-omschakelklep R2 aan:
Overschrijden van ”DT 2E”.
Verbruiker 2 wordt verwarmd.
Zonnecircuitpomp R1 en 3-weg-omschakelklep R2 uit:
waarde komt onder het uitschakel-temperatuurver-
schil ”DT 2A”
Pendellading
Als de warmwaterboiler met voorrang (”PRIO” 1) niet
kan worden verwarmd, wordt de secundaire verbruiker
voor een instelbare pendeloplaadtijd ”tUMW” ver-
warmd.
Na afloop van die tijd controleert de solarregeling tijdens
de pendelpauzentijd ”tSP” de temperatuurverhoging
aan de collector.
Van zodra de inschakelvoorwaarden voor de verbruiker
met voorrang (”PRIO” 1) bereikt zijn, wordt hij opnieuw
verwarmd. In het andere geval wordt de verwarming van
de secundaire verbruiker verder gezet.
Als de verbruiker met voorrang de gewenste tempera-
tuur ”S SL” bereikt, wordt geen pendeloplading uitge-
voerd.
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
Service
60
Verbruiker 1
Parameter Toestand bij levering Instelbereik
DT 1E 8,0 K 1,5 – 20,0 K
DT 1A 4,0 K 1,0 – 19,5 K
S1 SL 60 °C 4 – 90 °C
Opmerking
”DT 1E” kan min. 0,5 K
boven ”DT 1A” en max. 0,5 K
onder ”DT 1S” (zie pagina 50) worden
ingesteld.
”DT 1A/” kan max. 0,5 K
onder ”DT 1E” worden ingesteld.
Verbruiker 2
Parameter Toestand bij levering Instelbereik
DT 2E 8,0 K 1,5 – 20,0 K
DT 2A 4,0 K 1,0 – 19,5 K
S2 SL 60 °C 4 – 90 °C
Opmerking
”DT 2E” kan min. 0,5 K
boven ”DT 2A” en max. 0,5 K
onder ”DT 2S” (zie pagina 50) worden
ingesteld.
”DT 2A” kan max. 0,5 K
onder ”DT 2E” worden ingesteld.
Parameter Toestand bij levering Instelbereik
PRIO 1 0 – 2
tSP 2 min 1 – 30 min
tUMW 15 1 – 30 min
0 Voorrang verbruiker 1, geen pendel-
lading
1 Voorrang verbruiker 1, met pendella-
ding
2 Voorrang verbruiker 2, met pendella-
ding
Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
5442 250 NL
61
Bij overschrijden van de tempera-
tuur ”NOT” wordt de zonnecircuitpomp
ter bescherming van de installatiecom-
ponenten uitgeschakeld; het sym-
bool ”
¨
” knippert.
Waarde voor ”NOT” instellen. (zie
pagina 43).
Instelparameter Toestand bij levering Instelbereik
NOT 130 °C 110 – 200 °C
Opmerking
Bij de instelling 200 ºC is de functie niet
actief.
Collectorkoelfunctie
Bij het bereiken van de ingestelde
gewenste temperatuur van de boi-
ler ”S SL” wordt de zonnecircuitpomp
uitgeschakeld.
Als de collectortemperatuur tot de inge-
stelde maximumtemperatuur van de col-
lector ”KMX” stijgt, wordt de pomp
zolang ingeschakeld tot de temperatuur
5 K lager is (het symbool ”
È
” knippert).
Daarbij kan de boilertemperatuur verder
stijgen, maar slechts tot 90 °C; daarna
wordt de zonnecircuitpomp uitgescha-
keld (het symbool ”
¨
” knippert).
1. ”OKX” op ”On” zetten (zie
pagina 43).
2. Waarde voor ”KMX” instellen.
Instelparameter Toestand bij levering Instelbereik
KMX 110 °C 90 – 190 °C
Minimale collectortemperatuurbegrenzing
Minimum-inschakeltemperatuur ”KMN”
die overschreden moet worden zodat de
zonnecircuitpomp wordt ingeschakeld.
Daarmee wordt veelvuldig inschakelen
van de pomp voorkomen.
Als de temperatuur met 5 K wordt onder-
schreden wordt de pomp uitgeschakeld;
het symbool ”
e
” knippert.
Functiebeschrijving
Collector-grenstemperatuur
5442 250 NL
Service
62
1. ”OKN” op ”On” zetten (zie
pagina 43).
2. Waarde voor ”KMN” instellen.
Instelparameter Toestand bij levering Instelbereik
KMN 10 °C 10 – 90 °C
Vorstbeschermingsfunctie
Deze functie uitsluitend activeren bij
gebruik van water als warmte-over-
drachtsmedia.
Als de collectortemperatuur onder de
waarde ”KFR” daalt, wordt de zonnecir-
cuitpomp ingeschakeld om collector-
schade te vermijden.
Het symbool ”
e
” verschijnt bij geacti-
veerde functie en knippert als de zonne-
circuitpomp draait.
1. ”OKF” op ”On” zetten (zie
pagina 43).
2. Waarde voor ”KFR” instellen.
Instelparameter Toestand bij levering Instelbereik
KFR 4 °C -10 – +10 °C
Terugkoelfunctie
Uitsluitend activeren bij installaties met
vlakke collectoren.
De functie ”ORUE” heeft alleen zin als
de collectorkoelfunctie (zie pagina 61) is
geactiveerd.
Door de collectorkoelfunctie kan de
warmwaterboiler tot een hogere tempe-
ratuur dan ”S SL” (zie pagina 52) wor-
den verwarmd.
's Avonds draait de pomp dan zolang
door (het symbool ”
È
” knippert) tot de
warmwaterboiler via de collector en de
leidingen tot de ingestelde gewenste
temperatuur van de boiler ”S SL” wordt
teruggekoeld.
”ORUE” op ”On” zetten (zie
pagina 43).
Functiebeschrijving
Minimale collectortemperatuurbegrenzing
(vervolg)
5442 250 NL
63
Bij installaties met ongunstig geplaatste
collectortemperatuursensor deze inter-
valfunctie activeren om tijdsvertraging bij
het registreren van de collectortempera-
tuur te verhinderen.
Hiervoor wordt de zonnecircuitpomp bij
een stijging van de collectortemperatuur
met 2 K gedurende 30 s ingeschakeld.
”ORK” op ”On” zetten (zie pagina 43).
Warmtebalancering
De balancering vindt plaats met het tem-
peratuurverschil tussen collector- en boi-
lertemperatuur en het ingestelde debiet
(zie servicehandleiding ”Vitosol”).
1. ”OWMZ” op ”On” zetten (zie
pagina 43).
2. Waarde voor het debiet aflezen op de
Solar-Divicon bij een toerental van
100 % en voor ”VMAX” instellen.
3. Soort vorstbescherming van het
warmte-overdrachtsmedia ”MEDT”
instellen.
4. Evt. mengverhouding van het
warmte-overdrachtsmedia ”MED%”
instellen.
Instelling MEDT Warmte-overdrachtsmedia
0 Water
1 Propyleenglycol
2 Ethyleenglycol
3 Viessmann warmte-overdrachtsmedia
Instelparameter Toestand bij levering Instelbereik
VMAX 5,0 l/min 0,1 – 20 l/min
MEDT 3 0 – 3
MED % 40 % 20 – 70 %
Toerentalregeling
De toerentalregeling is in de fabriek
gedeactiveerd (”RPM” is op 0 ingesteld,
zie pagina 33). Ze kan alleen voor de
relaisuitgang R1 (zonnecircuitpomp)
worden geactiveerd.
De zonnecircuitpomp mag geen eigen
toerentalregeling hebben. Getrapte
pompen op de benodigde trap instellen.
Functiebeschrijving
Intervalfunctie
5442 250 NL
Service
64
Opmerking
Bij gebruik van pompen met een eigen
toerentalregeling voor ”RPM” 0 instel-
len.
Bij overschrijden van ”DT E” wordt de
zonnecircuitpomp ingeschakeld.
Stijgt het temperatuurverschil
tot ”DT S” (temperatuurverschil voor
start van de toerentalregeling), wordt het
toerental bij elke verhoging van de
in ”ANS” (stijging) ingestelde waarde
met 10% verhoogd.
Instelparameter Toestand bij levering Instelbereik
n1MN 30 % 30 – 100 %
DT S 10 K 0,5 – 30 K
ANS 2 K 1 – 20 K
Voorbeeld
Temperatuurverschil in K
Toerental in %
0
0
2 6 10 12 144 8
10
20
30
40
50
60
DT E = 5 K
DT S = 10 K
ANS = 2 K
Toerentalregeling activeren
Voor ”RPM” de gewenste waarde instel-
len (zie pagina 33).
1 Standaard-solarpompen (met inge-
bouwde hulpcondensator)
2 WILO-pomp met PWM-ingang
3 GRUNDFOSS-pomp met PWM-
ingang
Functiebeschrijving
Toerentalregeling
(vervolg)
5442 250 NL
65
Aanwijzing voor bestelling van reser-
veonderdelen
Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie
typeplaatje) evenals het positienummer
van het onderdeel (van deze onderde-
lenlijst).
Courante onderdelen zijn in de plaatse-
lijke vakhandel verkrijgbaar.
Onderdelen
010 Collectortemperatuursensor
020 Boilertemperatuursensor
030 Meegeleverde trekbelemmering,
condensator en zekering
040 Zekering, T 4 A
050 Montage- en servicehandleiding
060 Bedieningshandleiding
Onderdelenlijst
Onderdelenlijst
5442 250 NL
Service
66
170 47
204
Nom. spanning
230 V
Nom. frequentie 50 Hz
Nominale stroomsterkte
4 A
Opg. vermogen 2 W
(in stand-by-werking 0,7 W)
Beschermingsklasse II
Beschermingsgraad IP 20 D volgens EN 60529, door opbouw/inbouw te
garanderen
Werkwijze Type 1 B volgens EN 60730-1
Toegest. omgevingstempera-
tuur
tijdens werking 0 tot +40 °C
Gebruik in woningen en verwarmde ruimtes (nor-
male omgevingsvoorwaarden)
bij opslag en transport -20 tot +65 °C
Nominale belasting van de relaisuitgan-
gen bij 230 V
:
R1
0,8 A
R2
4 (2) A
Technische gegevens
Technische gegevens
5442 250 NL
67
In combinatie met de volgende functies
moet in de aangegeven ketelcircuitrege-
lingen de elektronicaprintplaat worden
vervangen:
Onderdrukking van de naverwarming
door de verwarmingsketel
Extra functie voor de tapwaterverwar-
ming, gerealiseerd door de solarrege-
ling
Regeling Elektronicaprintplaat
Vitotronic 200, type KW1,
Bestelnr. 7450 351, 7450 740
Bestelnr. 7828 192
Vitotronic 200, type KW2,
Bestelnr. 7450 352, 7450 750
Vitotronic 300, type KW3,
Bestelnr. 7450 353, 7450 760
Vitotronic 200, type GW1,
Bestelnr. 7143 006
Bestelnr. 7828 193
Vitotronic 300, type GW2,
Bestelnr. 7143 156
Vitotronic 333, type MW1,
Bestelnr. 7143 421
Bestelnr. 7824 030
Appendix
Appendix
5442 250 NL
Service
68
Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen ver-
antwoordelijkheid dat het product Vitosolic 100 met de volgende normen overeen-
stemt:
EN 55 014-1
EN 60 730
Dit product wordt met
_
gekenmerkt volgens de bepalingen van de volgende richt-
lijnen:
2004/108/EG
2006/95/EG
Allendorf, 1 oktober 2009 Viessmann Werke GmbH&Co KG
vert. Manfred Sommer
Verklaringen
Conformiteitsverklaring
5442 250 NL
69
A
Automatische werking..................41, 43
B
Bescherming tegen brandwonden. 6, 56
Bijkomende functie voor de
tapwateropwarming............................55
Boilertemperatuurbegrenzing.............52
Boilertemperatuursensor....................38
C
Collector-grenstemperatuur...............61
Collectorkoelfunctie............................61
Collectortemperatuursensor...............37
Conformiteitverklaring........................68
E
Externe warmtewisselaar...................53
G
Geldigheidsverwijzing........................72
H
Handmatige werking..........................43
Hardware-versie.................................50
I
Inbedrijfstelling...................................41
Installatieparameters instellen...........43
Installatieschema instellen.................43
Instellingen wijzigen...........................43
Intervalfunctie.....................................63
K
Klep aan R2.......................................35
M
Maximale boilertemperatuurregeling..56
Maximale
collectortemperatuurbegrenzing........61
Minimale
collectortemperatuurbegrenzing........61
N
Naverwarmingsonderdrukking
Regelingen met KM-BUS...............52
Regelingen zonder KM-BUS..........53
Navigeren door het menu..................41
Netaansluiting....................................39
Netspanning inschakelen...................41
O
Omlading............................................57
Onderdelenlijst...................................65
Overzicht van de elektrische
aansluitingen......................................33
P
Pendellading......................................59
Pomp aan R2.....................................35
Pompen..............................................33
R
Relaistest...........................................43
Reservezekering................................47
S
Sensoren controleren.........................46
Softwarestand van de solarregeling...50
Solarregeling in bedrijf stellen............41
Solarregeling monteren......................32
Storingsmeldingen.............................46
T
Temperaturen opvragen....................45
Temperatuursensor............................38
Temperatuurverschil-regeling......52, 59
Terugkoelfunctie................................62
Thermostaatfunctie............................55
Toerentalregeling...............................63
Toestand bij levering tot stand
brengen..............................................43
V
Veiligheidstemperatuurbegrenzer......36
Vorstbeschermingsfunctie..................62
Index
Index
5442 250 NL
70
W
Waarden wijzigen...............................43
Warmtebalancering............................63
Werkwijze bij de bediening................41
Z
Zekering vervangen...........................47
Zonnecircuitpomp..............................33
Index
Index
(vervolg)
5442 250 NL
70

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Viessmann VITOSOLIC 100 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Viessmann VITOSOLIC 100 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,9 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Viessmann VITOSOLIC 100

Viessmann VITOSOLIC 100 Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 8 pagina's

Viessmann VITOSOLIC 100 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 12 pagina's

Viessmann VITOSOLIC 100 Gebruiksaanwijzing - English - 8 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info