Schroefverbinding wiel (4) losdraaien en verwijderen.
Wiel (3) volledig van de motoras (1) trekken.
De pen (2), die op de motoras ligt, kan klem komen te zitten in de velg.
WIELMONTAGE
Verwijder vuil dat zich op de schroefdraad en de as van de wielbevestiging op de motor
bevindt en ontvet de schroefdraad.
Plaats de pen in de uitsparing van de motoras (1).
Breng het wiel over de motoras (1) aan tot de aanslag (voorkom kanteling). Let er hierbij op
dat de uitsparing van de velgnaaf over de pen (2) past.
Draai de onderlegring en borgschroef handvast aan (voor borging kan schroefdraadlijm
worden gebruikt).
Voor het verwijderen van de buitenband laat u eerst alle lucht uit de binnenband lopen. Schuif een
bandenlichter tussen de buitenband en de velg en duw de bandenlichter langzaam en voorzichtig naar
onder. Daardoor wordt de buitenband over de velgrand getrokken. Wanneer u dan met de
bandenlichter langs de rand van de velg gaat, springt de buitenband uit de velg. De buitenband en de
binnenband kunnen nu gemakkelijk van de velg worden genomen.
L Voor u de band verwijdert, moet alle lucht uit de binnenband zijn.
L Bij onoordeelkundig onderhoud kan de velg worden beschadigd. Laat deze procedure alleen
door bevoegde personen uitvoeren.
Voor u een nieuwe band monteert, dient u rekening te houden met het volgende:
Controleer het velgbed en de binnenkant van de band op vreemde voorwerpen en reinig deze indien
nodig. Controleer de toestand van het velgbed, vooral in de buurt van de ventielopening. Gebruik
alleen originele reserveonderdelen. De garantie geldt niet voor schade die wordt veroorzaakt door
reserveonderdelen die geen originele reserveonderdelen zijn. Neem contact op met de vakhandelaar.
Montage:
Schuif het velglint over het ventiel en steek het ventiel vervolgens in de
velg. Nu kunt u het velglint zonder problemen aanbrengen. Controleer of
alle spaakkoppen zijn bedekt (bij kunststof velgen wordt geen velglint
gebruikt).
Neem de buitenband en druk deze – beginnend achter het ventiel – over de
velgrand. Pomp de binnenband lichtjes op tot hij een ronde vorm aanneemt
en leg deze in de band.
Wanneer de binnenband rondom zonder plooien in de buitenband ligt (als
er plooien zijn: een beetje lucht aflaten), dan monteert u de bovenkant van
de band – te beginnen tegenover het ventiel – voorzichtig met beide
handen op het ventiel.