12 Inbedrijfsname
Hierbij staat de omschakelaar (14, afb. 5) op
stand „Z“.
In installaties waarbij het geleverde verwarmings-
vermogen overeenkomt met de warmtebehoefte is
het raadzaam om de schakelaar op propor-
tioneel-stand „A“ te zetten. Deze handeling is uit
te voeren met een balpen of stift.
12.2.2 Nachttemperatuur veranderen
Bij aflevering is de nachttemperatuur op 15 °C
ingesteld. M.b.v. de potentiometer (afb. 5.15)
kan deze op een door de gebruiker gewenste
waarde ingesteld worden.
12.2.3 Temperatuuraanwijzing calibreren
De Vaillant ruimtetemperatuurregelaar is vanaf de fabriek inge-
steld. Als de ruimtetemperatuurregelaar niet op de juiste plaats
gemonteerd is, kan het voorkomen dat de ruimtetemperatuur
(thermometeraanduiding) hoger is als de door u ingestelde
waarde.
Voorbeeld: U heeft een temperatuur van +20 °C ingesteld,
uw thermometer geeft na een tijdje een temperatuur aan van
+22 °C – de ruimtetemperatuur is stabiel.
Aanwijzing! Geopende deuren en ramen evenals zonnestra-
len mogen de ruimtetemperaturregelaar niet beïnvloeden.
De temperatuurkiezer (1) kan aan de laatst gemeten tempera-
tuur aangepast worden.
72
NL