30
Gebruiksaanwijzing
Vóór inbedrijfstelling absoluut goed nota nemen van de
gebruiksaanwijzing en „Veiligheidsaanwijzingen“!
De voertuigeigenaar is verantwoordelijk voor de correcte
bediening van het apparaat.
Functiebeschrijving
De Mover is een rangeerhulpmiddel waarmee een caravan
zonder behulp van het trekvoertuig bewogen kan worden.
Deze bestaat uit twee aparte aandrijfeenheden, die elk over
een eigen 12 V-gelijkstroommotor beschikken. Deze eenheden
worden elk in directe nabijheid van de wielen op het voer-
tuigchassis gemonteerd en met behulp van dwarsstangen
verbonden.
Na aanleggen van de aandrijfrollen tegen de banden m.b.v. de
bijgevoegde wielsleutel is de Mover gereed voor gebruik. De
bediening geschiedt uitsluitend via de afstandsbediening. Deze
zendt radiografische signalen naar de relaisbesturing. Een apart
geïnstalleerde 12 V loodzuur-accu (of geschikte loodgel-accu)
voorziet de relaisbesturing van stroom.
Veiligheidsaanwijzingen
Voor het eerste gebruik van de Mover op vrij terrein oefe-
nen, om zich vertrouwd te maken met de functies van
de afstandsbediening resp. van de Mover.
Voor elk gebruik van de Mover banden en aandrijfrollen
controleren; eventueel scherpe stenen en dergelijke verwi-
jderen; versleten aandrijfrollen vervangen.
In het werkbereik van de Mover mogen geen personen
(met name kinderen) verblijven.
Bij het rangeren mag de afstand tussen draadloze afstands-
bediening en caravan max. 5 m bedragen!
Bij functiestoringen handrem aantrekken.
Om kantelen van de caravan te vermijden, bij het rangeren
op hellingen de dissel naar beneden (dalafwaarts) richten.
Na het rangeren altijd eerst de handrem aantrekken, dan de
aandrijfrollen van de band verwijderen en de wielen
(met name op hellende vlakken!) blokkeren. De Mover is
niet geschikt als parkeerrem voor de geparkeerde caravan.
De draadloze afstandsbediening absoluut goed opbergen,
zodat onbevoegden (daarbij vooral op kinderen letten!) er
geen gebruik van kunnen maken.
De caravan nooit met aangelegde aandrijfrollen trekken,
omdat dit kan resulteren in beschadiging van de banden
alsmede van het trekvoertuig.
Alle wielen en banden op de caravan moeten van dezelfde
maat en hetzelfde type zijn (max. bandbreedte 205 mm,
bredere banden kunnen door de rollen zwaar beschadigd
worden).
Om een correct functioneren van de mover te waarborgen,
moet de afstand tussen banden en losgemaakte aandrijfrol-
len 15 mm bedragen. Daarom moeten alle banden – con-
form informatie van de fabrikant – dezelfde bandendruk
hebben (regelmatige controle!). Bandslijtage of montage
van nieuwe banden maakt een nieuwe instelling noodzakelijk.
(zie montage van de aandrijfelementen punt 4 en volgende).
Bij het opbokken mag de Mover niet als steunpunt ge-
bruikt worden, omdat dit kan resulteren in beschadiging
van de aandrijfeenheid.
Gevoelige voorwerpen zoals camera‘s, geluidsapparatuur
(walkman) enz. mogen niet in het bedkastje in de buurt van
het relaiskastje of de motorkabel bewaard worden. De
sterke elektromagnetische velden zouden deze kunnen
beschadigen.
Het leeggewicht van het voertuig wordt verhoogd met het
gewicht van de Mover, daardoor wordt de nuttige last van
het voertuig minder.
Afstandsbediening
a = aan (toets binnen één
seconde twee keer
indrukken, LED brandt)
a = uit (toets één keer indrukken)
b = vooruit
c = achteruit
d = links vooruit
e = rechts vooruit
f = links achteruit
g = rechts achteruit
De afstandsbediening schakelt
na ca. 40 seconden uit, wanneer
geen toetsen ingedrukt worden.
Op de caravan zelf bevindt zich
geen „aan/uit“-schakelaar.
Rangeren van de caravan
Vóór gebruik van de Mover goed nota nemen van
de „Veiligheidsaanwijzingen“!
1. Bij afgekoppelde caravan (handrem aantrekken) de aandrijf-
rollen met de meegeleverde wielsleutel (19 mm), of de steun-
pootkruk, door een 1/2 slag tegen de banden leggen. Het me-
chanisme is tamelijk stroef en klikt vast. De wielsleutel draaien
tot deze niet meer gedraaid kan worden zonder overmatige
krachtsinspanning. Dit kan aan een willekeurige kant van de
caravan plaatsvinden en legt beide aandrijfrollen tegen de
banden.
Voor inbedrijfstelling van de Mover handrem losmaken.
2. De rode toets van de afstandsbediening binnen één seconde
twee keer indrukken. Hierdoor wordt de Mover ingeschakeld.
3. Met de zes richtingtoetsen is een beweging in zes richtingen
mogelijk – vooruit, achteruit, links vooruit, links achteruit,
rechts vooruit, rechts achteruit.
4. Bij het loslaten van de toetsen resp. wanneer het radiosig-
naal te zwak wordt, stopt de caravan. Zendontvangapparaten
of andere Mover afstandsbedieningen zetten uw Mover niet in
werking.
5. De Mover beweegt met één enkele snelheid. De snelheid
wordt iets hoger op een aflopend resp. wordt iets lager op een
oplopend vlak.
6. De rode toets nogmaals indrukken, om de afstandsbediening
en de Mover uit te schakelen.
De rode toets doet ook dienst als „Noodstop“-knop.
7. Na het rangeren eerst de handrem aantrekken en dan de
aandrijfrollen van de band halen.