13
Het verborgen object zoeken of de positie ervan bepalen
De zoek- resp. plaatsbepalingsprocedu-
re is in alle 4 modi gelijk en wordt aan de
hand van de afbeeldingen verduidelijkt.
Het gevonden object moet steeds twee
maal met het apparaat worden over-
kruist. De overkruising gebeurt hierbij in
tegengestelde richtingen.
Na de ijking schuift u het apparaat lang-
zaam in horizontale richting langs de
wand (zie afbeelding). U mag het apparaat niet optillen of
kantelen.
a) Het display geeft alleen de modus aan = geen object in
de buurt.
Als u het gezochte object nadert, wordt de eerste balk in
het LCDscherm opgevuld. Bij een volledig staafdiagram,
zet u op dit punt een markering (zie afbeelding).