14
Gebruik computer
10
NL
MAX (maximum snelheid)
Vervolgens verschijnt met behulp van de MODE toets rechts-
boven MAX, de maximum snelheid (fig.14). Dit is de maximum
snelheid over de periode dat de computer niet wordt ge”reset”
of afgezet.
AVS (gemiddelde snelheid)
Door een laatste keer de MODE toets in te drukken verschijnt
rechtsboven AVS, de gemiddelde snelheid. De gemiddelde snel-
heid wordt berekend over de periode dat de computer niet
wordt ge”reset” of afgezet.
KLOK
Als u ervoor gekozen had om de klok wel te gebruiken, dan kunt
u na de AVS de MODE toets nog een keer indrukken waardoor
de klok in beeld verschijnt.
“Resetten” MODE functies
Wilt u tijdens een trainingsrit de gegevens die onder de noemer
ETM, TRP, MAX en AVS zijn opgeslagen “resetten” (weer op 0
zetten), houdt dan de benen stil, zorg er voor dat de snelheid 0
is en druk de SET en MODE toets 1 seconde tegelijkertijd in
(fig.15). De ODO is niet te "resetten", deze schakelt bij een
kilometerstand van 99.999 km vanzelf over op 0 km (of mijlen).
Functies onder de + en - knop
Zoals reeds eerder vermeld, registreert de Basic drie soorten
gegevens:
1 gegevens die te maken hebben met uw snelheid (KM/h of Mi/h).
2 gegevens die te maken hebben met het vermogen dat u levert
(WATT).
3 gegevens die te maken hebben met uw trapfrequentie (CAD).
Met de + en - toets kunt u de display laten switchen van snelheid
naar vermogen, en van vermogen naar cadans en weer terug
(zie blokschema).
WATT (vermogen)
Door de + toets in te drukken schakelt u rechtsonder over van
snelheid naar WATT, het actueel geleverde vermogen (fig.16).
CAD (trapfrequentie)
Door de + toets nog een keer in te drukken schakelt u rechts-
onder over van WATT naar CAD, de cadans oftewel de actuele
trapfrequentie (fig.17).