20
2.6. AFSLUITMECHANISMEN
Afzuiginstallaties moeten conform de vakregels voor ter plekke
gebouwde kachels van gebakken stenen/pleisterwerk (tegel/metsel-
werkovens) worden gemaakt.
Kachels mogen in het rookgastraject een afsluitmechanisme hebben. Deze
afsluiting mag test- en onderhoudswerkzaamheden aan het verbindingsstuk
niet belemmeren en mag niet automatisch sluiten. De positie van het afsluit-
mechanisme moet van buitenaf te herkennen zijn, bijv. aan de positie van de
bedieningsgreep. Afsluitmechanismen mogen alleen zijn ingebouwd in de rook-
gasverzamelaar, rookgaspijp of in het verbindingsstuk.
2.7. VERBINDINGSSTUKKEN
Verbindingsstukken: uw ambiente a1/a2/a3/a4/a4 H
2
O/a5/a7/a8 kachel wordt
met Ø150 of Ø160 mm verbindingsstukken van min. 2 mm dikke staalplaat (rvs)
met de schoorsteen verbonden. Deze moeten voldoen aan de norm DIN 1298
resp. NEN EN 1856-2 en conform DIN 18160 resp. de nationale voorschriften op
de schoorsteen worden aangesloten.
Er moet op worden gelet dat de afzuigpijp via de kortste weg opstijgend naar
de schoorsteen wordt gelegd. Hierbij moeten indien mogelijk geen bochten in
de afvoerpijp worden gemaakt. Verder moet de afvoerpijp met een ingemetselde
muurbekleding op de schoorsteen worden aangesloten en afgedicht. Eventueel
moet de pijp m.b.v. klemmen worden vastgemaakt om voor voldoende fixatie te
zorgen. Als de afvoerpijp door elementen met brandbare componenten voert, moet
de pijp overeenkomstig de voorschriften worden geïsoleerd.
De verbindingspijp moet altijd dusdanig worden gemonteerd, dat een reiniging
van de verbindingspijp altijd mogelijk is. Dit dient door een passend aantal onder-
houdsopeningen gegarandeerd te worden.
Als de ambiente a1/a2/a3/a4 RLA draaibaar gemonteerd wordt, moet de verbin-
dingspijp zo worden gemonteerd, dat er geen negatieve uitwerking op de fixatie
ontstaat. De afvoerpijp mag niet meedraaien.
De minimumafstand van het schoorsteenverbindingsstuk tot brandbare bouwele-
menten kan, afhankelijk van de informatie van de producent van de rookgaspijp,
de afstand van de kachel tot brandbare bouwelementen vergroten. De vermelde
minimumafstanden tot brandbare bouwelementen in deze handleiding hebben
betrekking op de kachel, deze moeten eventueel worden aangepast (zie ’2.5.
Brandpreventie’ op pagina 18).
Houd er a.u.b. rekening mee, dat bij een rookgasgeleiding naar boven een onder-
houdsopening boven het verbindingspijpstuk moet liggen.
2.8. DRAAIBARE VOET
De draaibare voet kan alleen bij de modellen ambiente a1/a2/a3/a4 RLA met de
rookgasaansluiting naar boven worden toegepast en moet bij de bestelling worden
vermeld. De kachel kan in dit geval 180° worden gedraaid, 90° naar links en naar
rechts (bediening van de draaifunctie zie ’3.3 Werking van de draaibare voet’ op
pagina 28).
2.9 INSTALLATIE VAN DE WATERVOERENDE
COMPONENTEN VAN DE ambiente a4 H
2
O
De montage van de watervoerende componenten, de noodzakelijke
veiligheidsmechanismen etc. moet altijd door een vakbedrijf worden
uitgevoerd. De ambiente a4 H
2
O moet dusdanig worden gemonteerd, dat
alle watervoerende componenten altijd bereikbaar zijn en gecontroleerd
kunnen worden.