18
2.5. BRANDPREVENTIE
Algemene informatie m.b.t. brandpreventie
Kachels zijn verwarmingssystemen en daarom gelden hiervoor voorschriften en
vereiste maatregelen m.b.t. brandpreventie. Al bij de keuze van de plaats van
opstelling moeten de brandpreventieregels en de minimumafstanden van het
apparaat in acht worden genomen. Er moet altijd een afstand van de achter-
wand tot de wand van min. 5 cm worden aangehouden. Om veiligheids-
en brandpreventieredenen moeten bij te beschermen muren of brandbare
onderdelen grotere afstanden worden aangehouden.
In de volgende tabel worden de aan te houden afstanden afhankelijk van het soort
kachel en de soort plaatsing weergegeven. Kies met behulp van de tekeningen (afb.
9-11) uw situatie en let erop dat de aangegeven afstanden worden aangehouden.
Neem bij de plaatsing de brandpreventievoorschriften in acht en vraag
uw schoorsteenveger om advies.
• Niet-brandbare en niet te beschermen wanden zijn door hun constructie en
materiaalsoort geschikt om permanent te worden blootgesteld aan tempera-
turen boven 85 °C. Brandbare en te beschermen wanden (bijv. vakwerkmuren)
moeten worden beschermd tegen temperaturen boven 85 °C.
Voordat de kachel wordt geplaatst, moeten de wanden worden beoordeeld. Indien
het soort wand niet duidelijk kan worden vastgesteld, moet een vakman worden
geraadpleegd (eventueel ook de schoorsteenveger).
• Behang tegen de muur is conform DIN 4102-1 geen brandbare component;
hiervoor hoeven geen bijzondere maatregelen m.b.t. brandpreventie getroffen
te worden.
• Denk er a.u.b. aan dat de aangegeven minimumafstanden tot achter- en zij-
wanden bij draaibare apparaten moeten worden aangepast.
• Neem de minimumafstand van het schoorsteenverbindingsstuk tot brandbare
componenten in acht (’2.7. Verbindingsstukken’ op pagina 20).
• In een gebied van 50 cm boven de stookplaats mogen zich geen brandbare
voorwerpen bevinden!
Vloerbedekking in de buurt van de kachel
Vloerbedekking voor de opening van de stookkamer gemaakt van brandbaar
materiaal moet beschermd worden door een bedekking van niet-brandbare com-
ponenten. Deze bedekking moet naar voren minimaal 50 cm en aan de zijkant
minimaal 30 cm (afb. 9-11) (gemeten vanaf de opening van de stookkamer resp.
de ruit) afdekken!
In het stralingsgedeelte van 80 cm (afb. 9-11) voor de kacheldeur resp. ruit mogen
geen brandbare elementen, meubelen, gordijnen of decoratie worden geplaatst.
Deze afstand kan verminderd worden tot 40 cm indien tussen de stookplaats en
de brandbare onderdelen een aan beide zijden geventileerde stralingsbescher-
ming in de vorm van een plaat wordt geplaatst. Voor de ingebruikname moet uw
kachel door een erkende schoorsteenveger worden goedgekeurd. Hij kan/moet u
vooraf ook adviseren over de voorwaarden voor de plaatsing bij u en u informatie
geven over de correcte plaatsing van uw kachel.
Minimumafstanden t.o.v. aangrenzende bouwelementen
Afhankelijk van de plaats van de ruiten van uw kachel (zie de grafieken hierna)
en het soort wanden moeten de afstanden uit de volgende tabel worden aan-
gehouden. Wanneer bij de plaatsing van de kachel volgens afb. 9 maat B wordt
aangehouden en de ter plaatse gemeten maat E kleiner is dan de aangegeven
waarde, dan hoeft bij de zijwanden geen rekening te worden gehouden met het
stralingsbereik. Wanneer deze zijwand echter langer is dan maat E, dan moet ter