9
N
• De eindschakelaar, “V” (10) geheel tegen de loopwagen (1) schuiven tot
u de schakelaar zacht hoort klikken, en de klemschroef vastdraaien.De
poort geheel openen.
• De eindschakelaar “H” (9) geheel tegen de loopwagen (1) schuiven tot u
de schakelaar zacht hoort klikken, en de klemschroef vastdraaien. Door
aan de noodontgrendeling (16) te trekken de loopwagen inkoppelen.
III. INBEDRIJFSTELLING
O
• Steek de stekker van de netkabel (6) in het stopcontact. De lamp moet
gaan knipperen. (Wanneer de lamp niet knippert, volg de richtlijnen
onder “het wissen van de krachtinstelling.”) Voor het opslaan van de
krachtinstelling in het geheugen moet de aandrijving twee keer een vol-
ledige heen- en weergaande beweging maken om de benodigde kracht
in beide richtingen te leren. De aandrijving kan zowel met de drukscha-
kelaar (8), als met de handzender (19) gestart worden. Tijdens het
“aanleren” van de kracht zal de ingebouwde lamp knipperen. Pas wan-
neer voor beide richtingen de benodigde kracht werd geleerd, blijft de
lamp permanent branden.
• Controleer de eindposities door de poort te openen en sluiten. Stel indien
nodig de eindschakelaars (9/10) bij tot de poort volledig opent en sluit.
Q
• Controleer of det aandrijving bij de open- en sluitbeweging kan worden
tegengehouden door een lichte druk met de hand tegen de poort, op
een hoogte van ten minste 1 m boven de vloer. Bij benedenwaartse be-
weging dient de aandrijving hierbij van richting te veranderen en de
poort ca 100 mm in tegenovergestelde richting te bewegen.
LET OP! Bij garages zonder tweede ingang moet een Bowden-
kabel/ontgrendelingsset gemonteerd worden voor noodont-
grendeling (van buitenaf) bij stroomuitval! Als zich een
loopdeur in de poort bevindt, moet een loopdeurbeveiliging
worden geïnstalleerd.
IV. BEDIENING
P
Het wissen van de krachtinstelling
• Nadat de aandrijving is gemonteerd en de stekker in het stopcontact is ge-
stoken, gaat de ingebouwde lamp knipperen om aan te geven dat de aan-
drijving nog geen krachtinstelling in het geheugen heeft. Als de lamp niet
knippert, omdat de aandrijving b.v. al een proef heeft gedaan zonder dat
de garagepoort is gemonteerd, moet eerst het geheugen gewist worden.
• Verwijder de lichtkap (17) met behulp van een schroevendraaier. Druk ge-
durende 5 seconden licht op de knop (20) (opdruk “T 1”). Zodra de kracht-
waarden zijn gewist, gaat het lampje uit. Om de nieuwe krachtwaarden
aan te leren, dienen nu de onder punt (O) beschreven aanwijzingen te
worden gevolgd. Vergeet niet om de lichtkap (17) weer te monteren.
P
Gloeilampen in de besturing vervangen
• Trek de netkabel (6) eruit en maak de lichtkap (17) los met een schroe-
vendraaier. Schroef de gloeilamp (21) naar links los en verwijder deze.
• Schroef de nieuwe gloeilamp (21) (32,5 V, 34 W, BA 15s) naar rechts vast.
• Oude gloeilampen op milieuvriendelijke wijze afvoeren.
R
Handzender aanleren
OPMERKING! Het tweede radiokanaal is alleen nodig om de poort
gedeeltelijk te openen of voor 2-kanaalsbedrijf.
Procedure:
• Druk de inleertoets (22) op de aandrijving/ontvanger in
- voor radiokanaal 1, zoveel keer drukken tot de LED (21) gaat bran-
den, daarna de toets loslaten
- voor radiokanaal 2, zoveel keer drukken tot de LED (23) gaat bran-
den, daarna de toets loslaten.
Indien binnen een periode van 10 seconden geen radiografisch com-
mando wordt verstuurd, schakelt de ontvanger weer over op normaal
bedrijf.
• Druk binnen het ontvangstbereik de gewenste knop van de handzender
in. De handzender zal het radiografische commando naar de aandrij-
ving/ontvanger versturen.
- al naar gelang het radiokanaal dat werd gekozen, zal LED (21) of
LED (23) uit gaan.
• Alle handzenders voor deze aandrijving/ontvanger moeten op boven-
staande wijze worden geprogrammeerd. De ontvanger kan maximaal
112 radiografische commando’s opslaan. Elk radiokanaal gebruikt één
geheugenplaats.
Voorbeeld:
- Indien van meerdere handzenders slechts één druktoets wordt ge-
programmeerd, kunnen maximaal 112 handzenders worden gepro-
grammeerd.
- Indien echter twee knoppen van de handzender worden geprogram-
meerd, is er in het geheugen maar plaats voor 56 handzenders.
• De leermodus kan worden afgebroken door de inleertoets (22) zo vaak
in te drukken tot er geen LED meer brandt.
R
Alle handzenders uit het geheugen van de ontvanger wissen
Indien één van de handzenders zoek raakt, moeten uit veiligheidsoverwe-
gingen alle handzenders uit het geheugen worden gewist en opnieuw wor-
den geprogrammeerd.
Procedure:
• Druk de inleertoets (22) in en houd deze ingedrukt.
• LED (21 of 23) brandt eerst 5 seconden, knippert daarna 10 seconden
en blijft daarna branden.
• Na nog eens 10 seconden (alles bij elkaar dus 25 seconden) gaan
beide LED’s branden – alle radiokanalen zijn verwijderd.
• Laat de inleertoets (22) los, beide LED’s gaan nu uit – het wissen is
beëindigd.
R
Een radiokanaal uit het geheugen van de ontvanger wissen
Voor radiokanaal 1
• Druk de inleertoets (22) in en houd deze ingedrukt.
• LED (21) brandt 5 seconden en knippert daarna 10 seconden.
• Zodra LED (21) opnieuw brandt, de inleertoets (22) loslaten – de LED
gaat uit – het wissen is beëindigd.
Voor radiokanaal 2
• Druk de inleertoets (22) in en houd deze ingedrukt.
• LED (23) brandt 5 seconden en knippert daarna 10 seconden.
• Zodra LED (23) opnieuw brandt, de inleertoets (22) loslaten – de LED
gaat uit – het wissen is beëindigd.
R
Een handzender wissen uit het geheugen van de ontvanger
Indien een gebruiker verhuist en de handzender wil meenemen, moeten
alle radiografische commando’s van deze handzender uit het geheugen
van de ontvanger worden gewist.
LET OP! Uit veiligheidsoverwegingen moet iedere knop en toet-
sencombinatie van de handzender worden gewist.
Procedure:
• Druk gedurende 5 seconden op de inleertoets (22) van de
aandrijving/ontvanger tot één van de LED’s (21 of 23) gaat knipperen
(het maakt niet uit welke). Druk op de knop of toetsencombinatie van de
handzender waarvan het radiografische commando uit het geheugen
van de aandrijving/ontvanger moet worden gewist.
De LED gaat uit - het wissen is beëindigd.
Deze procedure moet worden herhaald voor alle knoppen en toetsencom-
binaties die moeten worden gewist.
R
Batterijtje van handzender vervangen
Maak de handzender aan de kant van de sleutelring met een muntstuk
open. Klap het batterijdekseltje naar beneden. Verwijder het batterijtje en
zet er een nieuw batterijtje in (type CR 2032). Controleer of de polen van
de batterij goed liggen. Druk het dekseltje vast en controleer de werking
van de handzender met de zend-LED.
T
Deze besturing biedt u extra functies, zoals bijv. deelopening van de poort,
2-kanaalsbedrijf, een poortstandindicatie en een interface voor TorMinal
(32).
Klemmenstrook (24)
• toegestane kabeldoorsnede: max. 1,5 mm²
Fabrieksinstelling klemmenstrook:
1 + 2 trafo secundair (rood)
3 C-rail (groen)
4 ketting (rood)
5 + 6 aansluiting drukknop, er kunnen meerdere knoppen parallel
worden aangesloten.
Aansluitmogelijkheden
• Extra aansluitmogelijkheden op de stekkeraansluiting (26) van de be-
sturingseenheid.
Toegestane kabeldoorsnede: max. 0,75 mm²
LET OP! Klemmen 7 en 8 moeten verbonden worden wanneer er
geen veiligheidstoebehoren geïnstalleerd zijn. Wanneer een vei-
ligheidssysteem wordt geïnstalleerd, moet de verbinding tussen
klemmen 7 en 8 verwijderd worden.