7
Toepassing
Let op, vernietiging van de aandrijving!
Alleen poorten die in evenwicht zijn gebracht (veren gespan-
nen), met de aandrijving openen of sluiten. Anders wordt de
motor (het drijfwerk) beschadigd of vernietigd.
Let op, levensgevaar!
Alle kabels of lussen die nodig zijn voor een handbediening
van de poort, demonteren.
• De aandrijving is uitsluitend bestemd voor het openen en sluiten van
garagepoorten. Een ander gebruik is niet in overeenstemming met de
bestemming ervan. Voor schade die ontstaat door een ander gebruik is
de producent niet aansprakelijk. Het risico draagt alleen de gebruiker.
De garantie vervalt daardoor.
• Poorten die met een aandrijving worden geautomatiseerd, dienen aan
de momenteel geldende normen en richtlijnen te voldoen: b.v. EN
12604, EN 12605.
• De aandrijving mag alleen in technisch goede toestand alsmede vol-
gens de bestemming, met besef van veiligheid en risico’s met inachtne-
ming van de montage- en gebruiksaanwijzing worden gebruikt.
• Storingen die de veiligheid kunnen belemmeren, dienen onmiddellijk te
worden verholpen.
• De poort moet stabiel en buigstijf zijn, d.w.z. deze mag bij het openen of
sluiten niet doorbuigen of scheef trekken.
• De aandrijving kan geen defecten of een verkeerde montage van de
poort compenseren.
• Aandrijving alleen gebruiken in een droge ruimte en niet op plaatsen
waar ontploffingsgevaar bestaat.
• Aandrijving niet gebruiken in ruimten met agressieve atmosfeer (b.v.
zouthoudende lucht).
• Garagepoortaandrijving is alleen toegelaten voor gebruik onder toezicht
in het particuliere bereik.
Veiligheidsinstructies
Algemene veiligheidsinstructies
LET OP ! Teneinde ernstig letsel te voorkomen dienen alle in-
structies zorgvuldig te worden gelezen en nageleefd.
• Deze montage- en gebruiksaanwijzing moet worden gelezen, begrepen
en in acht worden genomen door de persoon die de aandrijving mon-
teert, gebruikt of onderhoudt.
• De producent is niet aansprakelijk voor schade en storingen die het ge-
volg zijn van veronachtzaming van de montage- en gebruiksaanwijzing.
• Zorg ervoor dat deze montage- en gebruiksaanwijzing binnen handbe-
reik in de garage ligt. De verantwoordelijke persoon voor de inbouw van
de aandrijving moet volgens de aanwijzingen van Machinerichtlijn
98/37/EG een conformiteitsverklaring voor de deurinstallatie opstellen
en het CE-keurmerk en een typeplaatje aanbrengen.
Garagepoortaandrijving
• Laat de aandrijving nooit bedienen door kinderen en laat ze er nooit
mee spelen. Houd de afstandsbediening altijd buiten het bereik van kin-
deren.
• Voorschriften ter voorkoming van ongevallen en geldige EG-normen in
de verschillende landen opvolgen en naleven.
• Richtlijn ”mechanisch aangedreven ramen, deuren en poorten - BGR
232" van de ongevallenverzekering opvolgen en naleven. (in Duitsland
geldig voor de gebruiker)
• Aandrijving op correct ingestelde en in evenwicht gebrachte garage-
poorten monteren, zie b.v. EN 12604, EN 12605. Een verkeerd inge-
stelde poort zou ernstige verwondingen kunnen veroorzaken of de
aandrijving kunnen beschadigen.
• Indien mogelijk moet u de aandrijving minimaal 2,10 m of meer boven
de vloer monteren.
• De aandrijving moet elke maand gecontroleerd worden. Als de poort in
contact komt met een 50 mm hoog voorwerp op de grond, moet ze van
richting veranderen. De aandrijving moet altijd opnieuw gecontroleerd
worden wanneer men de openingskracht of eindposities (schakelschuif)
gewijzigd heeft.
De krachtsinstelling is belangrijk voor de veiligheid en dient met de
grootste zorgvuldigheid te worden uitgevoerd.
• Gebruik indien mogelijk de noodontgrendeling uitsluitend wanneer de
garagepoort gesloten is en vermijd het gebruik ervan wanneer de poort
open is. Verzwakte of gebroken veren kunnen ertoe leiden dat de poort
valt, wat tot ernstige en zelfs dodelijke verwondingen kan leiden.
• Vóór werkzaamheden aan de aandrijving eerst de stekker uit de con-
tactdoos nemen.
• Nooit in een lopende poort of bewegende delen grijpen.
• Kinderen en gehandicapte personen uit de buurt van de poort houden.
• De garage pas binnenrijden als de poort helemaal geopend is.
• Aan de sluitzijden en het poortmechanisme bestaat het risico voor vast-
klemmen en beknelling.
Radiografische besturing
• Radiografische besturing is alleen toegestaan bij apparaten en voorzie-
ningen waarvan de radiografische besturing door zender en ontvanger
geen gevaar vormen voor personen of zaken, of waarvan dat risico door
andere veiligheidsvoorzieningen wordt gedekt.
• Handzender niet inschakelen op radiotechnisch gevoelige plaatsen of
complexen (vliegveld, ziekenhuis).
• De radiografische besturing mag alleen in werking worden gezet wan-
neer een ongevaarlijke krachtwaarde is ingesteld. De krachtwaarde
moet zo laag ingesteld zijn dat de sluitkracht verwondingsgevaar uitsluit.
• De radiografische besturing mag alleen gebruikt worden wanneer de
beweging van de poort kan worden overzien en zich geen personen of
voorwerpen in het bewegingsveld bevinden.
Aanwijzingen voor zendvergunning
• De gebruiker van de zendinstallatie is niet beschermd tegen storingen
door andere telecommunicatie-installaties en eindinrichtingen (bijv. an-
dere telecommunicatie-installaties, die volgens de voorschriften met
hetzelfde frequentiebereik werken). Indien zich aanmerkelijke storingen
voordoen, dient u zich te wenden tot het dichtstbijzijnde telecommunica-
tiekantoor met meettechniek voor zendstoring (radiopeiling)!
• De zendinstallatie mag zonder vergunning van de desbetreffende in-
stantie niet met andere telecommunicatie-installaties worden verbon-
den.
Voorafgaand aan montage
Wanden en plafonds moeten solide en stabiel zijn. De aandrij-
ving mag alleen aan een correct gemonteerde en uitgebalan-
ceerde poort worden gemonteerd. In geval van een onjuist
gemonteerde of uitgebalanceerde poort kunnen zich ongeluk-
ken voordoen, die ernstig persoonlijk letsel tot gevolg kunnen
hebben.
• De poorten op zich moeten stabiel zijn, aangezien deze aan hoge druk-
en trekkrachten zullen worden blootgesteld. Lichte kunststof of alumi-
nium poorten moeten indien nodig vóór de montage worden versterkt.
Raadpleeg uw vakhandelaar.
• Indien bij een zware poort bij deze aandrijving een verlengkit wordt in-
gebouwd, moet beslist een tweede plafondophanging worden geïnstal-
leerd.
• Controleer de afstand tussen het hoogste punt van de poort (THP) en
het plafond. Deze afstand moet minimaal 35 mm bedragen en mag niet
groter zijn dan maximaal 65 mm. De trekarm mag hierbij onder een
hoek van max. 30° staan. Als deze afstand kleiner is, moet de aandrij-
ving verder naar achteren worden geplaatst en moet tevens een ver-
lengde trekstang worden gemonteerd. Raadpleeg uw vakhandelaar.
• Verwijder de deurvergrendeling of zet deze buiten werking.
• Controleer of de deur licht loopt.
• De poort moet wat betreft loopkracht goed zijn uitgebalanceerd.
Test:
Open de poort handmatig tot deze half open staat. In deze stand moet
de deur blijven staan. Indien de poort omhoog of omlaag gaat, dient de
poort mechanisch te worden bijgesteld. Raadpleeg uw vakhandelaar.
Inbouwtips
• Controleer de levering voordat u met de montage begint. Zodoende be-
spaart u tijd en onnodig werk indien er onderdelen ontbreken.
• Indien de aandrijving niet in het midden van de poort kan worden gezet,
is het mogelijk om deze uit het midden te zetten. Hierbij dient u er ech-
ter op te letten dat de poort niet wringt of vastloopt in de rails.
Controle:
De poort moet op de plaats waar de aandrijving wordt vastgezet, meer-
dere malen handmatig worden geopend en gesloten. Indien de poort
zich op een plaats gemakkelijk laat bedienen (onder inachtneming van
de voorgeschreven krachten) kan de aandrijving daar worden vastgezet.
Technische gegevens
sprint slimline 550 800
Nominale spanning AC 220 …240 V AC 220 ...240 V
Nominale frequentie 50/60 Hz 50/60 Hz
Veiligheidsklasse IP20 IP20
Max. trek- en drukkracht 550 N 800 N
Nominale trekkracht 165 N 240 N
Nominaal stroomverbruik 0,7 A 0,8 A
Nominaal energieverbruik 140 W 160 W
Max. snelheid. 160 mm/s 150 mm/s
Energieverbruik „Stand by“ 7 W 2 W
Inschakelduur 15 % 15 %