51
NL
11. Apparaat bedienen
Het is om veiligheidsredenen alleen mogelijk om
de in dit hoofdstuk beschreven instellingen te kie-
zen, wanneer het apparaat volledig in elkaar is
gezet.
11.1 Stroomvoorziening
• Stop de stekker15 in een geschikt stopcon-
tact. Het stopcontact moet ook na het aanslui-
ten altijd goed toegankelijk zijn.
• Trek alleen zo veel kabel uit het kabelvak16
als noodzakelijk is.
11.2 Apparaat in- en uitschakelen
AANWIJZING: de eerste keer inschakelen is be-
schreven in Hoofdstuk “Eerste keer inschakelen en
verbinden met het internet” op pagina 14.
• Zet de in-/uitschakelknop6 rechts achter
op I:
- Het beeldscherm7 gaat branden.
- Het startmenu verschijnt op het beeld-
scherm.
Zet de in-/uitschakelknop6 aan de achterzijde
op 0 om het apparaat uit te schakelen.