102 Licht en zicht
●Het licht van het mistachterlicht is zo fel dat het achterop komend ver-
keer daardoor kan worden verblind. Gebruik de mistachterlichten alleen bij
gering zicht.
●Let bij het gebruik van de beschreven verlichting op de wettelijke bepa-
lingen.
Automatische rijlichtregeling*
Afbeelding 55 Automati-
sche rijlichtregeling
Activering
–Schakelaar in stand "Auto" draaien. Deze aanduiding zal oplich-
ten.
Buiten werking stellen
–Lichtschakelaar in stand 0 draaien.
Automatische rijlichtregeling
Als de automatische regeling van het dimlicht is ingeschakeld, wordt het
dimlicht door een lichtsensor automatisch ingeschakeld wanneer u bijvoor-
beeld overdag een tunnel inrijdt.
ATTENTIE
●Hoewel de automatische rijlichtregeling geactiveerd is, wordt het
dimlicht bij mist niet ingeschakeld. Het dimlicht dient derhalve met de
hand ingeschakeld te worden.
Let op
●Bij wagens met automatische rijlichtregeling zal, als de contactsleutel
uit het contactslot gehaald wordt, het akoestische signaal alleen klinken als
de lichtschakelaar in de stand of staat.
●Bij ingeschakelde automatische rijlichtregeling kunnen niet ook nog te-
gelijkertijd de mistlampen en het mistachterlicht ingeschakeld worden.
●Let bij het gebruik van de beschreven verlichting op de wettelijke bepa-
lingen.
●Geen klevers voor de sensor op de voorruit bevestigen. Dit kan eventu-
eel storingen of defecten in de automatische rijlichtregeling veroorzaken.
●De regensensor schakelt het dimlicht in wanneer de ruitenwissers gedu-
rende enkele seconden ononderbroken wissen, en schakelt het dimlicht
weer uit als het ononderbroken of met interval wissen gedurende enkele mi-
nuten is gestopt.