SATEL INTEGRA 31
14.Een lijst met uitgangen zal worden weergegeven welke door de installateur zijn
toegewezen voor bevestiging op de handzender bij het uitvoeren van acties (maximaal 8).
U kunt tot 3 van deze uitgangen selecteren (zie “Selecteren vanuit een meervoudig
keuzemenu” p. 16. Zodra er op één van de knoppen van de handzender wordt gedrukt zal
de status van deze uitgangen worden weergegeven op de LED’s van de handzender voor
een paar seconden. Op deze manier kan dus de status van het alarmsysteem worden
weer gegeven op de handzender.
De installateur bepaalt welke uitgangen beschikbaar zijn in de lijst voor de ABAX
BEVESTIGING.
15.Druk op de
toets
.
16.Druk op de
toets
.
17.Als een melding verschijnt waarin u gevraagd wordt de wijzigingen op te slaan, druk dan
op de 1 toets.
De handzender instelling zijn voor de manager gelijk aan die van een gebruiker.
5.8.7 Verwijderen van een handzender
1. Als een gebruiker wordt toegevoegd of gewijzigd, kies dan de VERW. ABAX HZNDR of
VERW. RX HZNDR optie (afhankelijk van het type handzender wat verwijdert dient te
worden). Deze functie wordt alleen op het display weergegeven als een handzender aan
een gebruiker toegewezen is.
2. Als het handzendernummer en een melding op het display verschijnt om de handzender
te verwijderen, druk dan op de1 toets. U komt nu weer in de lijst voor het wijzigen van de
gebruiker.
3. Druk op de
toets
.
4. Als een melding verschijnt waarin u gevraagd wordt de wijzigingen op te slaan, druk dan
op de 1 toets.
Bij het verwijderen van de handzender zullen niet de instellingen gewist worden. (knop
functies, zones, bevestigingen, etc.). Als er een nieuwe handzender aan een gebruiker
wordt toegevoegd dan zal deze de instellingen van de vorige handzender overnemen.
De installateur heeft de mogelijkheid om de volledige handzender instellingen definitief
te verwijderen.
De handzender van de manager kan op dezelfde manier worden gewijzigd.
5.9 Managers
De manager kan worden toegevoegd, gewijzigd en verwijderd door de installateur. Per object
kan er maximaal 1 manager worden aangemaakt. De manager heeft toegang tot alle blokken
binnen het object. Aan de manager kunnen dezelfde rechten worden toegevoegd als aan een
gebruiker. (zie: “Gebruikers” p. 26).
Aan gebruikers kan een autorisatie functie “Manager” worden toegekend. Deze heeft dan
dezelfde rechten als de Manager. Een (manager)gebruiker kan op deze manier ook de codes
inzien, wijzigen en verwijderen die een andere manager heeft aangemaakt, wat een normale
gebruiker niet kan.