U kunt op de BR-532 vier tracks tegelijk afspelen. Komt u
echter tracks te kort, dan kunt u op de BR-532 ook de
opnamen van meerdere tracks kopiëren naar één andere
track (of V-track). Dit noemt men “bouncen” (ook wel
“ping-pongen” genaamd).Door het samenvoegen van meer-
dere tracks op deze manier, kunt u andere tracks beschik-
baar maken voor het opnemen van andere partijen.
* In de bounce mode kunt u, als alle vier de tracks worden afge-
speeld, de muziek bouncen op een V-Track.
In het onderstaande voorbeeld wordt een mix van de mono
opnamen op track 1 en 2 en de stereo opnamen op track 3 en
4 gebounced naar V-Track 2 van track 3 en 4.
1. Zet de pan van track 1 en 2 in de gewenste positie, zet
de pan van track 3 naar uiterst links (L50), en zet de pan
van track 4 naar uiterst rechts (R50).
“Het stereobeeld van de klank instellen (pan)” (p. 42)
2. Speel de Song af, en pas het volume van de vier tracks
aan met de REC TRACK faders.
Het totale volume past u aan met de MASTER fader. Zet
nu het volume zo hard mogelijk, zonder dat de klank
vervormt.
Breng de faders van de tracks, die u niet in de mix wilt,
omlaag.
* Tijdens het bouncen kunt u Insert effecten (p. 31) of Loop
effecten (p.42) aan de opname toevoegen.
3. Druk op [STOP].
4. Druk op BOUNCE [ON/OFF] totdat de lampjes van
zowel TRACK L als TRACK R knipperen.
* Bij elke druk op BOUNCE ON/OFF verandert de instelling:
STEREO
➔ MONO ➔ OFF, enzovoorts.
Nu verschijnt het scherm voor de trackkeuze in beeld,
voor een stereo opname.
Als u BOUNCE [ON/OFF] indrukt, zodat alleen
TRACK L brandt, verschijnt het trackkeuze-scherm
voor een mono opname.
Het lampje bij [INPUT SELECT] gaat nu uit, en het
ingangssignaal wordt automatisch het zwijgen opge-
legd. Dit voorkomt dat het ingangssignaal tijdens de
bounce-opname er per ongeluk wordt bij gemixed en
opgenomen.
* Wil u het ingangssignaal erbij mixen, als deel van de bounce-
opname, druk dan [INPUT SELECT] voor het kiezen van de
gewenste ingang. U kunt op dit moment een Loop effect (p. 42)
aan het ingangssignaal toevoegen.
5. Druk op REC TRACK om de track te selecteren, en
draai aan de TIME/VALUE draaiknop om te kiezen op
welke V-Track u wilt opnemen.
Voor dit voorbeeld kiest u “3-V2” en “4-V2”.
6. Wilt u tevens het geluid van de Rhythm Guide erbij
mixen, zet dan de fader van de RHYTHM GUIDE
harder.
Wilt u de Rhythm Guide niet opnemen, zet de fader dan
zacht.
7. Ga naar het begin van de Song, druk vervolgens op
[REC], en daarna op [PLAY] om de opname te starten.
[REC], [PLAY], [REC TRACK] en BOUNCE [ON/OFF]
gaan nu branden.
8. Is de opname gereed, druk dan op [STOP].
U verlaat nu de bounce mode.
* Tijdens het automatisch updaten, verschijnt “Keep Power
On!” op de bovenste regel van het display, terwijl op de
onderste regel wordt getoond welke informatie verwerkt wordt.
9. Druk op [PLAY] om het geluid te controleren dat naar
track 3 en 4 is gebounced.
De pan van track 3 en 4, waarnaar de muziek is gebounced,
is op respectievelijk uiterst links en rechts ingesteld.
Als voorbereiding op de volgende opname, worden bij het
verlaten van de bounce mode de tracks (1 en 2), die u naar
andere tracks (3 en 4) gebounced hebt, automatisch naar de
lege V-Tracks omgezet.
Wilt u de instellingen van de huidige geselecteerde Song
opslaan, hou dan [STOP] ingedrukt, en druk op [REC].
41
Meerdere Tracks samenvoegen–Bouncen
Verder gebruik