De tracks waarvan de REC TRACK knop groen oplicht (of
oranje en groen knippert) zijn tracks waar al opgenomen
data opstaat.
Het proces, waarbij u luistert naar een eerder opgenomen
partij, terwijl u nieuw materiaal opneemt op een andere
track, wordt “Overdubben” genoemd. Door de bas, gitaar
en zang op verschillende tracks op te nemen, kunt u vervol-
gens de volumeverhouding tussen elk instrument
aanpassen, de links/rechts balans aanpassen, data
uitwisselen, en andere handelingen uitvoeren.
1. Druk op een van de REC TRACK knoppen [1] tot [4],
om de track te selecteren, waarop u wilt opnemen.
Als u een andere track dan u al eerder hebt opgenomen
selecteert, kunt u een nieuwe partij opnemen, terwijl u
naar de eerder opgenomen partij(en) luistert.
De status van iedere track kan worden afgeleid uit het
lampje op de knop:
Uit: Er staat geen opgenomen data op de track.
Groen: Er staat opgenomen data op de track.
Rood: De track is geselecteerd voor opname.
* Als een track waar reeds data opstaat voor een opname is gese-
lecteerd, zal het lampje oranje/groen knipperen.
“De opnametrack selecteren” (p. 33)
2. Stel de volumeschuiven zo in, dat de tracks op een
passend volume worden afgespeeld.
3. Druk op [REC].
[REC] knippert nu rood, en de BR-532 gaat in de
standby-stand voor opname.
4. Druk op [PLAY].
De lampjes op van [REC] en REC TRACK knipperen niet
meer, maar branden voortdurend, en de opname begint.
[PLAY] licht op.
Wat u op dit moment speelt, is het enige dat opgenomen
wordt. De afgespeelde muziek wordt niet opgenomen.
* Als u met de INPUT LEVEL knop het volume van het
ingangssignaal tijdens een opname zachter zet, dan zal het
geluid met een laag volume worden opgenomen op de audio-
track, waardoor er prominenter ruis te horen zal zijn bij het
harder zetten van het volume tijdens het afspelen. Als u het
volume van het ingangssignaal tijdens de opname zachter wilt
zetten, dan kunt u dit doen met de MASTER fader. Om het
volume van de afgespeelde muziek zachter te zetten, gebruikt u
de TRACK fader van de betreffende tracks.
Het stereobeeld van het
ingangssignaal veranderen
Als u nieuw materiaal opneemt, terwijl u eerder opgenomen
partijen afluistert, kan het zijn dat uw spel ondergesneeuwd
raakt door de bestaande partijen, waardoor het moeilijk
wordt om goed te spelen.
Als dit het geval is, kunt u het stereobeeld (of “panning”)
van de INPUT (het instrument dat u speelt) veranderen, en
het zo opnemen dat het niet door de andere instrumenten
wordt ondergesneeuwd.
1. Druk op [PAN].
Het scherm met de PAN instellingen verschijnt nu.
2. Druk op PARAMETER [ǡ] [Ǡ] om “IN” op het scherm
te tonen.
3. Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de Pan
instellingen te veranderen.
De instelling van het stereobeeld die u hier maakt, wordt
automatisch toegepast op de track, die u op dit moment
aan het opnemen bent, zodat u na de opname de track
kunt afluisteren met dezelfde panning als tijdens de
opname.
4. Druk op [EXIT] (of [PAN]) om terug te keren naar de
Play pagina.
40
Een extra partij opnemen, terwijl u luistert naar een
bestaande partij–Overdubben
Door de track waar u op speelt naar links (of rechts) te
pannen, en vervolgens de rest van de muziek naar rechts
(of links), wordt deze gemakkelijker te horen tijdens het
afspelen.
“Het stereobeeld van de klank instellen (pan)” (p. 42)