Veiligheids- en onderhoudsvoorschriften
Het werken met houtbewerkingmachines is aangenaam werk dat U beslist veel vreugde
schenkt. De bediening van de machine vereist voordurende oplettendheid en voorzichtigheid.
Let daarom, voor uw eigen veiligheid, op de voorschriften die in dit hoofdstuk samengevat
zijn.
- Deze machine is enkel veilig te gebruiken indien de gebruiker de gebruiksaanwijzingen en
de veiligheidsvoorschriften strikt naleeft.
- Het is absoluut noodzakelijk de handleiding aandachtig te lezen om zo goed te weten hoe de
machine werkt en wat de beperkingen ervan zijn.
- Zorg er steeds voor dat alle beveiligingen op de machine gemonteerd zijn en dat de machine
aangesloten is op een afzuiginstallatie voor spanen.
- Zorg eveneens voor voldoende plaats rond de machine en een goede verlichting van de
werkplaats.
- Bij het verwisselen van gereedschap of het uitvoeren van onderhoud moet de machine steeds
van het net afgeschakeld zijn.
- Messen en gereedschappen die niet goed geslepen of in slechte staat zijn verminderen niet
alleen de kwaliteit van het afgeleverde werk, maar verhogen eveneens het risico op
ongevallen.
- Draag steeds aangepaste kledij, losse of gescheurde kledij zijn zeer gevaarlijk.
- Houd kinderen bij de machine weg.
- Bij langdurig werken met de machine wordt het gebruik van oorbescherming aangeraden.
Gevarenlijst
Deze lijst is gebaseerd op de delen 1 en 2 van de EN 292 en op bijvoegsel A van deel 2.
Gebruiksaanwijzigingen
De volgende aanbevelingen voor een veilige werkwijze worden als voorbeeld gegeven,
bovenop alle informatie die eigen is aan deze machine en die nodig is voor een veilig gebruik
ervan.
- In functie van het soort werk dat moet worden uitgevoerd moet de veiligheidsapparatuur
voor her werken met de topkap, met de topas, het frezen tussen 2 vast ingestelde aanslagen en
het pennenslaan gebruikt worden.
- De gebruiker moet echter eveneens de gebruiksvoorschriften volgend teneinde ongevallen te
vermijden.
1. Vorming van de bedieners van de machine
Het is absoluut noodzakelijk dat de bedieners van de machine een behoorlijke opleiding
krijgen i.v.m. het bedienen, het afregelen en de werking van de machine.
In het bijzonder:
a) De risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van de machine;
b) De werkingsprincipes, het juiste gebruik en de instelling van de machine;
c) De juist keuze van het gereedschap voor elke bewerking;
d) Het veilig verhandelen van de te bewerken onderdelen;
e) De positie van de handen t.o.v. de frees en het veilig stockeren van de stukken voor en na
het bewerken.