58
wordtaangesloten.
Niet verkeerd aansluiten, omdat er dan kortsluiting, brand of andere gevaarlijke situaties
kunnenontstaan.Decamerazelfismeteenzek eringuitgerustenhetmetdeverk eerdepolen
aansluitenbeschadigtdecameraniet.
5.2. Wanneer u het systeem voor het eerst gaat gebruiken, let u er dan op dat de camera aan de
monitor moet worden gek oppeld. Kies zoals hierboven is omschreven de "Pairing" modus,
selecteer CAM1 of CAM2 en druk binnen 30 seconden net zo lang op de kleine knop op de
cameratotdatdekoppelingisvoltooid.
5.3. De gekoppeldecamera’slatendemonitorinminderdaneensecondeaangaannadatdezedoor
middelvanhetachteruitrijdlichtofaananderestroombronvanspanningwordenvoorzien.
5.4. De camera is voor een goed zicht bij duisternis voorzien van infrarood‐LED's. Deze schakelen
automatischbijduisternisaan.
Waarschuwing:GelieveniettelangkijkenindeLED’s,omdatdittotoogletselkanleiden.