POWXG72040 NL
Copyright © 2023 VARO P a g i n a | 7 www.varo.com
▪ Als er benzine werd gemorst, probeer dan niet om de motor te starten maar breng de
machine weg van de plaats waar dit gebeurde vooraleer te starten.
▪ Breng na het bijvullen altijd de benzinedop terug aan en draai hem stevig vast.
▪ Als de tank wordt leeggelaten dan moet dit in de openlucht gebeuren.
7.1.1 Gevaar voor brand en brandwonden
▪ Benzine is uitermate brandbaar en de dampen ervan kunnen ontploffen.
▪ Wees bijzonder voorzichtig tijdens het werken met benzine. Hou benzine buiten het bereik
van kinderen.
▪ Tank bij op een goed geventileerde plaats en met een uitgeschakelde motor.
▪ Laat de machine afkoelen vóór u ze bijtankt. Benzinedampen of gemorste benzine zou
kunnen ontbranden.
▪ De motor en het uitlaatsysteem worden zeer heet tijdens het gebruik en blijven ook na het
stoppen nog een tijdje heet. Contact met hete motoronderdelen kan brandwonden
veroorzaken en het kan sommige materialen laten ontbranden.
▪ Vermijd het aanraken van een hete motor of uitlaat.
▪ Laat de motor afkoelen vóór het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en vóór u de
grondfrees binnenshuis opbergt.
7.1.2 Gevaar voor koolstofmonoxidevergiftiging
▪ De uitlaatgassen bevatten het giftige koolstofmonoxide; een kleur- en reukloos gas. Het
inademen van uitlaatgassen kan bewustzijnsverlies veroorzaken en tot de dood leiden.
▪ Wanneer u de machine gebruikt in een kleine of slechts gedeeltelijk afgesloten omgeving
dan kan de lucht die u inademt een gevaarlijke hoeveelheid uitlaatgassen bevatten.
8 MONTEREN
8.1 Uitpakken van de grondfrees met tanden aan de voorzijde
Neem de grondfrees voorzichtig uit de doos, verwijder alle verpakkingsmateriaal en snij de
bandjes door die de onderdelen van de beugel en de grondfrees samenhouden.
8.2 Montage
8.2.1 De messen monteren (Fig. B)
▪ Schuif de 2 cilindervormige afdekkappen (1) aan beide kanten van de overbrenging over
de as.
▪ Lijn de messensets (4 en 5) uit met de as en plaats ze op de as.
▪ Zet ze dan vast m.b.v. de blokkeerpen (3) en borgveer (2) om te voorkomen dat ze
loskomen.
8.2.2 Het hulpwiel monteren (Fig. C)
▪ Monteer de wielsteunen (4) op het chassis m.b.v. een bout en moer. (1)
▪ Breng dan de 2 veren (2) aan de linker- en rechterkant aan en schuif twee borgveren (3)
op de as om te voorkomen dat de veren loskomen.
▪ Kantel het wiel in de neergelaten stand a volgens de instructies in paragraaf 10.5.
8.2.3 Monteer de dieptestang (Fig. E)
▪ Monteer de dieptestang (1) op het chassis m.b.v. een blokkeerpen (2), stop dan een
borgveer (3) doorheen de pen om te voorkomen dat de pen loskomt.