POWDPG7576 NL
Copyright © 2022 VARO P a g i n a | 13 www.varo.com
12.2 De kettingzaag uitschakelen
NOTA: het is normaal dat de ketting nog even verder draait nadat de
trekkerschakelaar werd losgelaten.
▪ Laat de trekkerschakelaar los om de kettingzaag te stoppen.
▪ Zodra de trekkerschakelaar wordt losgelaten, zal de schakelaar automatisch vergrendeld
worden.
12.3 De kettingrem gebruiken (Fig. 9)
Controleer de werking van de kettingrem vóór elk gebruik.
▪ Activeer de kettingrem door uw linkerhand rond de voorste handgreep te draaien zodat de
achterkant van uw hand de kettingremhendel / handbeschermer in de richting van het
zwaard duwt terwijl de ketting aan het draaien is. Zorg ervoor dat u te allen tijde beide
handen op de handgrepen (1) van de zaag houdt.
▪ Zet de kettingrem terug in de “RUN”-stand door de bovenkant van de kettingremhendel /
handbeschermer vast te nemen en hem naar de voorste handgreep te trekken (2).
13 ALGEMENE ZAAGINSTRUCTIES
13.1 Vellen
Vellen is de term voor het afzagen van een boom. Kleine bomen met een diameter tot 6-7 inch
(15-18 cm) worden meestal met één zaagsnede afgezaagd. Voor grotere bomen gebruikt men
een kerf. De kerfsneden bepalen de richting waarin de boom zal vallen.
Vellen van een boom:
Waarschuwing: voor er met het zagen word begonnen moet er een vluchtpad
(A) worden gepland en indien nodig worden vrijgemaakt. Het vluchtpad moet
naar achter lopen en diagonaal op de verwachte vallijn staan zoals getoond
in Fig. 10a.
Opgelet: bij het vellen van een boom op een hellend vlak moet de gebruiker
van de kettingzaag steeds aan de bovenkant van de helling staan omdat de
kans groot is dat de boom na het vellen gaat rollen.
Nota: de richting van het vallen (B) wordt bepaald door de kerfsnede. Bekijk
de plaats van de grotere takken en de natuurlijke helling van de boom om te
bepalen in welke richting hij zal vallen; doe dit vóór dat er enige zaagsnede
wordt gemaakt.
Waarschuwing: zaag een boom niet om bij hevige of veranderlijke wind of
wanneer er gevaar is voor eigendommen. Consulteer een boomkenner. Zaag
een boom niet om als er kans bestaat dat er leidingen van nutsvoorzieningen
zullen geraakt worden; verwittig het bedrijf van deze nutsvoorzieningen vóór
het zagen.
Algemene richtlijnen voor het vellen van bomen:
Normaal gezien bestaat het vellen uit 2 hoofdbewerkingen: het maken van de kerfsnede (C) en
het maken van de velsnede. Begin met het zagen van de bovenste kerfsnede (C) aan de kant
van de boom die overeenkomt met de valrichting (E). Let erop dat u de onderste snede niet te
diep in de stam maakt. De kerf (C) moet diep genoeg zijn om een scharnierpunt (F) te creëren
met voldoende breedte en sterkte. De kerf moet breed genoeg zijn om tijdens het vallen van de
boom zolang mogelijk de richting te bepalen.