9.6.2 Zagen
Gebruik alleen onbeschadigde zaagbladen die helemaal in orde zijn.
Verbogen, niet-scherpe of anderszins beschadigde zaagbladen kunnen
breken.
Alleen zachte materialen als hout en gipskarton mogen invallend worden
gezaagd.
Controleer vóór het zagen met zaagbladen in hout, spaanplaat, bouwmaterialen e.d. of er zich
geen vreemde voorwerpen in bevinden zoals nagels, schroeven of dergelijke. Verwijder deze
vreemde objecten indien aanwezig of gebruik zaagbladen voor metaal.
9.6.3 Schuren
De afnamecapaciteit en het schuurbeeld worden in hoofdzaak bepaald door de keuze van het
schuurblad, het vooraf ingestelde aantal schuurbewegingen en de aandrukkracht.
Alleen onbeschadigde schuurbladen zorgen voor een goede schuurcapaciteit en ontzien het
elektrische gereedschap.
Let op een gelijkmatige aandrukkracht om de levensduur van de schuurbladen te verlengen.
Een overmatige verhoging van de aandrukkracht leidt niet tot een groter schuurvermogen,
maar wel tot een sterkere slijtage van het elektrische gereedschap en het schuurblad.
Voor zeer nauwkeurig schuren van hoeken, randen en moeilijk bereikbare gebieden kunt u
ook alleen met de punt of een rand van het schuurplateau werken.
Bij het schuren op een klein oppervlak kan het schuurblad zeer warm worden. Verminder het
aantal schuurbewegingen en laat het schuurblad regelmatig afkoelen.
Gebruik een schuurblad waarmee metaal is bewerkt niet meer voor andere materialen.
9.6.4 Afkrabben
Kies bij het afkrabben een hoog trillingsgetal.
Werk op een zachte ondergrond (zoals hout) meteen scherpe hoek en met geringe
aandrukkracht.
Anders kan het schaafblad in de ondergrond snijden.