POWDP4060 NL
Copyright © 2020 VARO P a g i n a | 9 www.varo.com
geschikt is. Laad geen ander type batterijpack noch een batterijpack dat
niet goed op de lader past.
▪ Controleer de lader en het batterijpack geregeld tijdens het opladen
▪ Koppel de lader los van het stopcontact en van het batterijpack wanneer de batterij
opgeladen is.
▪ Laat het batterijpack volledig afkoelen vóór u het gebruikt.
▪ Berg de lader en het batterijpack binnen op, buiten het bereik van kinderen.
NOTA: wanneer de batterij na continu gebruik van het toestel heet is, laat ze
dan tot op kamertemperatuur afkoelen vóór u ze oplaadt. Dit zal de
levensduur van uw batterijen verlengen.
NOTA: haal het batterijpack uit de laadvoet door met uw duim of vingers op
de ontgrendelknop van de batterij te drukken en tegelijkertijd het
batterijpack uit de lader te trekken.
9.3 Indicator batterijcapaciteit
Er zijn capaciteitsindicatoren op het batterijpack. U kunt de capaciteit van de batterij
controleren wanneer u de knop indrukt. Druk vóór het gebruik van het apparaat de
trekkerschakelaar even in om te controleren of de batterij voldoende opgeladen is om correct
te werken.
Deze 3 leds geven de capaciteit van de batterij aan:
3 leds branden: batterij volledig opgeladen
2 leds branden: batterij 60% opgeladen
1 led brandt: batterij bijna ontladen
9.4 Plaatsen en verwijderen van de batterij
WAARSCHUWING: zorg ervoor dat de boormachine uitgeschakeld is en dat
de richtingkeuzeschakelaar in de middenstand staat vóór u instellingen
wijzigt.
▪ Houd het gereedschap met één hand vast en het batterijpack met de andere.
▪ Om te installeren: duw en schuif het batterijpack in de batterijhouder tot de ontgrendelpal
aan de achterzijde van de batterij vastklikt en controleer of de batterij stevig vastzit vóór u
begint te werken.
▪ Om te verwijderen: duw op de ontgrendelpal van de batterij en trek tegelijkertijd het
batterijpack uit zijn houder.
9.5 De snelheid regelen (Fig. 6)
Het gereedschap kan op 6 snelheden ingesteld worden. Stand “1” stemt overeen met de
laagste en stand “6” met de hoogste snelheid. U kunt de verschillende snelheden instellen
door de regelknop (4) van stand “1” tot stand “6” in te stellen. Het kan nodig zijn om de
snelheid aan te passen om zo efficiënt mogelijk te werken.