ᇉÌ ÍÂÔÎÂÌË ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN
1. éÚÚflÌËÚ ‚Âı Ë ÌËÁ ·ÒÚ˘ÌÓ„Ó Ó·Ó‰Í‡
̇ÛÊÛ, ˜ÚÓ·˚ ‚˚Ú‡˘ËÚ¸ „Ó. äÓ„‰‡ ÔÓ‚ÚÓÌÓ
ÔËÒÓ‰ËÌflÂÚ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ, ‚‰‡‚ËÚ „Ó
‚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó, ÔÓ͇ ÓÌ Ì ˘ÂÎÍÌÂÚ. (ÖÒÎË
·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ ÔËÒÓ‰ËÌÂÌ ‚ÂıÌÂÈ
ÒÚÓÓÌÓÈ ‚ÌËÁ, ÚÓ ÓÌ Ì ·Û‰ÂÚ ÔӉӄ̇Ì
‰ÓÎÊÌ˚Ï Ó·‡ÁÓÏ).
• Ç˚Ú‡˘ËÚ¸ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ Î„˜Â, ÂÒÎË
Ô‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ ÓÔÛ˘Â̇.
2. èÓ‰·ÂËÚ ÔÓ‰ıÓ‰fl˘Â ÏÂÒÚÓ, „‰Â ÓÚ‚ÂÒÚËfl
̇ ÒÍÓ·Â Ë ÒÚÓÓÌ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ·Û‰ÛÚ
ÒÓ‚Ô‡‰‡Ú¸.
3. á‡ÚflÌËÚ ‰‚‡ ‚ËÌÚ‡ ̇ ͇ʉÓÈ ÒÚÓÓÌÂ.
• àÒÔÓθÁÛÈÚ ‚ËÌÚ˚ ÒÓ ÒÙ¢ÂÒÍÓÈ
„ÓÎÓ‚ÍÓÈ (5 ÏÏ × 8 ÏÏ) ËÎË ‚ËÌÚ˚ Ò
ÔÓÚ‡ÈÌÓÈ „ÓÎÓ‚ÍÓÈ (5 ÏÏ × 9 ÏÏ), ‚
Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÙÓÏ˚ ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ‚ ÒÍÓ·Â.
á‡ÍÂÔÎÂÌË Ô‰ÌÂÈ Ô‡ÌÂÎË
ÖÒÎË ‚˚ Ì Ô·ÌËÛÂÚ ÓÚÒÓ‰ËÌflÚ¸ ÔÂÂ‰Ì˛˛
Ô‡ÌÂθ, ÚÓ Ó̇ ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸ Á‡ÍÂÔÎÂ̇ Ò
ÔÓÏÓ˘¸˛ ÔÓÒÚ‡‚ÎflÂÏ˚ı ‚ËÌÚÓ‚ Ë
‰ÂʇÚÂÎÂÈ.
1. á‡ÍÂÔËÚ ‰ÂʇÚÂÎË Ò Ó·ÂËı ÒÚÓÓÌ Ô‰ÌÂÈ
Ô‡ÌÂÎË.
2. èËÎÓÊËÚ ÔÂÂ‰Ì˛˛ Ô‡ÌÂθ Í ÛÒÚÓÈÒÚ‚Û.
3. è‚ÂÌËÚ ‰ÂʇÚÂÎË ‚ ‚ÂÚË͇θÌÓÂ
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ.
4. èËÍÂÔËÚ ÔÂÂ‰Ì˛˛ Ô‡ÌÂθ Í ÛÒÚÓÈÒÚ‚Û,
ËÒÔÓθÁÛfl ‚ËÌÚ˚.
èËϘ‡ÌËÂ:
• èӂ¸Ú ‚Ò ÒÓ‰ËÌÂÌËfl Ë ÒËÒÚÂÏ˚ Ô‰
ÓÍÓ̘‡ÚÂθÌÓÈ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ.
• ç ËÒÔÓθÁÛÈڠ̇Á¯ÂÌÌ˚ ˜‡ÒÚË.
àÒÔÓθÁÓ‚‡Ìˠ̇Á¯ÂÌÌ˚ı ˜‡ÒÚÂÈ ÏÓÊÂÚ
ÒÚ‡Ú¸ Ô˘ËÌÓÈ ÌÂËÒÔ‡‚ÌÓÈ ‡·ÓÚ˚.
• èÓÍÓÌÒÛθÚËÛÈÚÂÒ¸ Ò ‚‡¯ËÏ ‰ËÎÂÓÏ, ÂÒÎË
ÛÒÚ‡Ìӂ͇ Ú·ÛÂÚ ÔÓÒ‚ÂÎË‚‡ÌËfl ÓÚ‚ÂÒÚËÈ
ËÎË ‰Û„Ëı ÏÓ‰ËÙË͇ˆËÈ ‚‡¯Â„Ó
Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓ„Ó Ò‰ÒÚ‚‡.
• ç ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÈÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó Ú‡Ï, „‰Â:
— ÓÌÓ ÏÓÊÂÚ ÒÎÛÊËÚ¸ ÔÂÔflÚÒÚ‚ËÂÏ ‡·ÓÚ˚
Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓ„Ó Ò‰ÒÚ‚‡.
—
ÓÌÓ ÏÓÊÂÚ ÒÚ‡Ú¸ Ô˘ËÌÓÈ ÔÓ‚ÂʉÂÌËfl
Ô‡ÒÒ‡Êˇ ‚ ÂÁÛθڇÚ ‚ÌÂÁ‡ÔÌÓÈ ÓÒÚ‡ÌÓ‚ÍË.
• èÓÎÛÔÓ‚Ó‰ÌËÍÓ‚˚È Î‡Á ·Û‰ÂÚ ÔÓ‚ÂʉÂÌ,
ÂÒÎË ÓÌ Ô„ÂÂÚÒfl. ìÒڇ̇‚ÎË‚‡ÈÚ ‰‡ÌÌÓÂ
ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ‚‰‡ÎË ÓÚ „Ófl˜Ëı ÏÂÒÚ, Ú‡ÍËı ͇Í
fl‰ÓÏ Ò ‚˚ÔÛÒÍÓÏ Ì‡„‚‡ÚÂÎfl.
• éÔÚËχθÌÓ ËÁÓ·‡ÊÂÌË Ì ÔÓÎÛ˜‡ÂÚÒfl,
ÍÓ„‰‡ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÎÂÌÓ ÔÓ‰ Û„ÎÓÏ
ÏÂ̸¯Â ˜ÂÏ 60°.
è‰ÌÂÂ/ᇉÌ ÍÂÔÎÂÌËÂ
ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN
äÂÔÎÂÌË ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ÏÓÊÌÓ
‚˚ÔÓÎÌflÚ¸ Í‡Í “ÒÔ‰˔ (Òڇ̉‡ÚÌÓÂ
ԉ̠ÍÂÔÎÂÌË DIN), Ú‡Í Ë “ÒÁ‡‰Ë”
(Á‡‰Ì ÍÂÔÎÂÌË DIN Ò ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËÂÏ
ÂÁ¸·Ó‚˚ı ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ‰Îfl ‚ËÌÚÓ‚,
‡ÒÔÓÎÓÊÂÌÌ˚ı ÔÓ ·ÓÍ‡Ï ‡Ï˚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡).
ÅÓΠÔӉӷ̇fl ËÌÙÓχˆËfl Ô˂‰Â̇ ÌËÊÂ
‚ ËÎβÒÚËÓ‚‡ÌÌÓÏ ÓÔËÒ‡ÌËË ÏÂÚÓ‰Ó‚
ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍË.
è‰Ì ÍÂÔÎÂÌË ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN
ìÒÚ‡Ìӂ͇ Ò ÂÁËÌÓ‚ÓÈ ‚ÚÛÎÍÓÈ
1. ÇÒÚ‡‚¸Ú ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚ ‚ ÔÂÂ‰Ì˛˛
Ô‡ÌÂθ.
• äÓ„‰‡ ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÚ ‚ Ì„ÎÛ·ÓÍÓÂ
ÔÓÒÚ‡ÌÒÚ‚Ó, ËÒÔÓθÁÛÈÚÂ
Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚È ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚. ÖÒÎË
ÔÓÁ‡‰Ë ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ËÏÂÂÚÒfl ‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓÂ
ÔÓÒÚ‡ÌÒÚ‚Ó, ËÒÔÓθÁÛÈÚÂ
Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚È Á‡‚Ó‰ÓÏ ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È
Û͇‚.
2. á‡ÍÂÔËÚ ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚, ËÒÔÓθÁÛfl
ÓÚ‚ÂÚÍÛ, ˜ÚÓ·˚ ÒÓ„ÌÛÚ¸ ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍËÂ
Û¯ÍË (90°) ̇ ÏÂÒÚÓ.
3. ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó Í‡Í ÔÓ͇Á‡ÌÓ Ì‡
ËÎβÒÚ‡ˆËË.
쉇ÎÂÌË ìÒÚÓÈÒÚ‚‡
1. éÚÚflÌËÚ ‚Âı Ë ÌËÁ ·ÒÚ˘ÌÓ„Ó Ó·Ó‰Í‡
̇ÛÊÛ, ˜ÚÓ·˚ ‚˚Ú‡˘ËÚ¸ „Ó. äÓ„‰‡ ÔÓ‚ÚÓÌÓ
ÔËÒÓ‰ËÌflÂÚ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ, ‚‰‡‚ËÚ „Ó
‚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó, ÔÓ͇ ÓÌ Ì ˘ÂÎÍÌÂÚ. (ÖÒÎË
·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ ÔËÒÓ‰ËÌÂÌ ‚ÂıÌÂÈ
ÒÚÓÓÌÓÈ ‚ÌËÁ, ÚÓ ÓÌ Ì ·Û‰ÂÚ ÔӉӄ̇Ì
‰ÓÎÊÌ˚Ï Ó·‡ÁÓÏ).
• Ç˚Ú‡˘ËÚ¸ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ Î„˜Â, ÂÒÎË
Ô‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ ÓÔÛ˘Â̇.
2. ÇÒÚ‡‚¸Ú Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚ Íβ˜Ë ‰Îfl
ËÁ‚ΘÂÌËfl ‚ Ó·Â ÒÚÓÓÌ˚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡, ÔÓ͇
ÓÌË Ì Á‡˘ÂÎÍÌÛÚÒfl ̇ ÏÂÒÚÓ.
3. Ç˚ÚflÌËÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ËÁ Ô‰ÌÂÈ Ô‡ÌÂÎË.
ìÒÚ‡Ìӂ͇ PYCCKàâ
DIN Achter-montage
1. Buig de bovenkant en de onderkant van de
afwerkingsrand naar buiten om deze te
verwijderen. Druk de afwerkingsrand op het
toestel tot deze vastklikt wanneer u de
afwerkingsrand weer vast maakt. (Als de
afwerkingsrand ondersteboven gehouden wordt,
zal deze niet goed passen.)
• De afwerkingsrand is makkelijker los te
maken wanneer het voorpaneel verwijderd is.
2. Bepaal welke gaatjes in de beugel en in de
zijkant van het toestel met elkaar overeenkomen.
3. Gebruik twee schroeven aan elke kant.
• Gebruik schroeven met platte kop (5 mm ×
8 mm) of verzinkbare kop (5 mm × 9 mm),
afhankelijk van de vorm van de
schroefgaatjes in de beugel.
Vastzetten van het voorpaneel
Als u het voorpaneel niet wilt kunnen
verwijderen, kunt u het vastzetten met de daartoe
meegeleverde schroeven en houders.
1. Bevestig de houders aan beide zijden van het
voorpaneel.
2. Plaats het voorpaneel weer op het toestel.
3. Klap de houders overeind.
4. Bevestig het voorpaneel met de schroeven aan
het toestel.
Opmerking:
• Controleer alle aansluitingen en systemen voor
de uiteindelijke installatie.
• Gebruik geen ongeautoriseerde onderdelen.
Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan
leiden tot storingen.
• Raadpleeg uw dealer als u voor de installatie
gaten moet boren of andere wijzigingen aan het
voertuig zelf moet aanbrengen.
•
Installeer dit toestel in geen geval op een locatie waar:
— het de besturing van het voertuig kan
hinderen.
— het een passagier zou kunnen verwonden bij
een noodstop.
• De halfgeleider laser zal kapot gaan als deze
oververhit raakt. Installeer dit toestel niet in de
buurt van zeer warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
• De optimale prestaties worden verkregen
wanneer het toestel geïnstalleerd wordt onder een
hoek van minder dan 60º.
DIN Voor/achter montage
Dit toestel kan op de juiste manier worden
vastgemaakt aan de voorkant (conventionele DIN
montage) of aan de achterkant (DIN
achtermontage, met behulp van de schroefgaatjes
aan de zijkanten van het chassis van het toestel).
Voor details verwijzen we u naar de volgende
installatiemethoden.
DIN Voor-montage
Installatie met het rubber tussenstuk
1. Steek de bevestigingskraag in het dashboard.
• Gebruik een andere bevestigingskraag bij
installatie op een relatief ondiepe locatie. Als
er genoeg ruimte achter het toestel is, kunt u
de standaard meegeleverde bevestigingskraag
gebruiken.
2. Zet de bevestigingskraag vast door met behulp
van een schroevendraaier de metalen lipjes te
verbuigen (90º).
3. Installeer het toestel zoals u kunt zien op de
afbeelding.
Verwijderen van het toestel
1. Buig de bovenkant en de onderkant van de
afwerkingsrand naar buiten om deze te
verwijderen. Druk de afwerkingsrand op het
toestel tot deze vastklikt wanneer u de
afwerkingsrand weer vast maakt. (Als de
afwerkingsrand ondersteboven gehouden wordt,
zal deze niet goed passen.)
• De afwerkingsrand is makkelijker los te
maken wanneer het voorpaneel verwijderd is.
2. Steek de meegeleverde ontgrendelingsstrips in
beide zijkanten van het toestel tot deze
vastklikken.
3. Trek het toestel uit het dashboard.