Du
61
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
12
Hoofdstuk
Audio-instellingen
Instellen van de loudness functie
De loudness functie compenseert
tekortkomingen in de weergave van de hoge en
de lage tonen bij lage volume-instellingen.
1 Druk op 5 of ∞ , selecteer LOUDNESS van
het AUDIO MENU en druk op A.MENU.
De aanduidingen voor de LOUDNESS instelling
zullen verschijnen.
2
Druk op
5
om de contourfunctie in te schake-
len.
Het contourniveau (bijv. LOUDNESS:ON/
MODE:MID) verschijnt op het display.
3 Druk op 2 of 3 en selecteer het niveau.
Druk op 2 of 3 tot het gewenste niveau op het
display verschijnt.
LOW (laag)—MID (midden)—HIGH (hoog)
4 Druk op ∞ om de contourfunctie uit te
schakelen.
LOUDNESS:OFF verschijnt op het display.
Gebruiken van het subwoofer
uitgangssignaal
Dit toestel is uitgerust met een subwoofer
uitgangssignaal dat kan worden in- of
uitgeschakeld.
1 Druk op 5 of ∞, selecteer SUBWOOFER van
het AUDIO MENU en druk op A.MENU.
De aanduidingen voor de SUBWOOFER
instelling zullen verschijnen. Wanneer de sub-
woofer is ingesteld op S.W CTRL:EXTERNAL,
kunt u de SUB WOOFER instelling niet
selecteren.
2 Druk op 3 om het uitgangssignaal voor de
subwoofer in te schakelen.
SUB WOOFER:ON zal op het display verschij-
nen. Het uitgangssignaal voor de subwoofer is
nu ingeschakeld.
• U kunt het uitgangssignaal voor de subwoofer
uitschakelen door op 2 te drukken. Als u niet
ON instelt, kunt u vervolgens PHASE, LEVEL en
FREQUENCY niet meer selecteren.
3 Druk op 5 of ∞ en selecteer het onderdeel
dat u wilt instellen.
4 Druk op 2 of 3 om het geselecteerde
onderdeel in te stellen.
PHASE (fase)
NORMAL (normaal)—REVERSE (tegengesteld)
LEVEL (instellingsniveau)
• Er zal een waarde worden aangegeven tussen
+6 en –6 terwijl het niveau wordt verhoogd of
verlaagd.
FREQUENCY (frequentie)
50—125 (Hz)
• Alleen frequenties die onder de
drempelwaarde vallen zullen worden
gereproduceerd via de subwoofer.
Gebruik van een uitgangssignaal
zonder fade
Wanneer de functie voor uitgangssignalen zonder
fade (Non Fading Output instelling ON) aan
staat, gaat het audiosignaal niet door het Low-
pass filter van dit toestel (voor de Subwoofer),
maar wordt direct via de RCA aansluiting
(tulpstekker) naar buiten gebracht.
Wanneer de non-fading (zonder voor-achter
balansregeling) uitgangsinstelling wordt
gebruikt, kunt u het niveau van het non-fading
uitgangssignaal regelen.
1 Druk op 5 of ∞, selecteer NON FADING van
het AUDIO MENU en druk op A.MENU.
De aanduidingen voor de NON FADING
instelling zullen verschijnen. Wanneer de sub-
woofer is ingesteld op S.W CTRL:EXTERNAL,
kunt u het non-fading uitgangssignaal aan of uit
zetten.